Bruggeling onder de loep (27): Pieter Brilleman, tamboer- majoor en huisjesmelker

Pieter Brilleman in groot ornaat als tamboer-majoor van de Burgerwacht in 1894. (foto Stadsarchief Brugge/Beeldbank)
Chris Weymeis
Chris Weymeis Medewerker KW

Onze stad zag in de voorbije eeuwen veel mensen passeren die in hun tijd grote bekendheid genoten maar daarna in de nevelen van de geschiedenis verdwenen. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van die ‘vergeten’ Bruggelingen. Vandaag: Pieter Brilleman, tamboer-majoor en huisjesmelker.

Toen in september 1830 in Brussel een opstand uitbrak die leidde tot de onafhankelijkheid van ons land, werden in enkele steden, waaronder Brugge, door de burgerij milities opgericht om de orde te handhaven en ongeregeldheden en plunderingen te voorkomen. In oktober 1830 erkende het Voorlopig Bewind deze milities onder de naam Burgerwacht. Op 13 oktober 1914 werden ze, ook in Brugge, definitief afgeschaft.

Uit publicaties gewijd aan de Burgerwacht blijkt dat de militie vaak niet echt voor vol werd aangezien, doordat bepaalde mensen er deel van uitmaakten.

Een van de leden van de Burgerwacht in Brugge was Pieter (Pietje) Brilleman. Hij werd geboren in Brugge op 12 februari 1834. Zijn vader, die net als diens vader de voornaam Pieter droeg, was vier keer getrouwd. Pietje Brilleman was twee keer getrouwd. Eerst met de Brugse Rosalia Jonckheere, die hem twee kinderen schonk, en vier maanden na haar overlijden met Octavie Anne Marie Coppée, ook afkomstig uit Brugge.

Twee meter lang

Pietje Brilleman werd in 1857 in de Burgerwacht van Brugge opgenomen. Met zijn gestalte van twee meter viel hij op, en daarnaast was hij tamboer-majoor bij het muziekkorps van de Burgerwacht. Dat korps paradeerde geregeld door de Brugse straten of op weg naar de schietstand in Steenbrugge.

Pieters beroep wisselde nu en dan. Zo was hij koopman, mestschipper (reinigingsdienst) en aannemer. Vooral in de volksbuurten was hij bekend, zelfs berucht, zeker na zijn huwelijk met Octavie Coppée.

Zij was de dochter van een kolenhandelaar, en via erfenissen en aankopen kwam Brilleman in het bezit van vele huisjes in onder andere de Jakobinessenstraat, de Oude Gentweg, de Gentpoortvest en nog andere straten in de buurt. Een van de fortjes die Pieter in eigendom had, was Het Centillepoortje, dat gesloopt is. Op die plaats aan de Gentpoortvest werden in 1991 sociale woningen gebouwd: de huidige Sentillenhof.

Dagelijks huur innen

De Sentillenhof kwam op de plaats waar zich het fort Het Centillepoortje bevond, eigendom van Pieter Brilleman. (foto Davy Coghe)
De Sentillenhof kwam op de plaats waar zich het fort Het Centillepoortje bevond, eigendom van Pieter Brilleman. (foto Davy Coghe)

Kortom, Pieter Brilleman was een huisjesmelker. Omdat hij bijna dagelijks huur ging innen, was Pieter er bekend/berucht. De armen die in de fortjes woonden, moesten immers wekelijks of om de veertien dagen huur aan hem betalen.

Pieter Brilleman overleed in zijn woning in de Violierstraat op 14 februari 1900. Vijf dagen later werd hij, na een begrafenisdienst in de Heilige Magdalenakerk, op het centraal kerkhof in Steenbrugge begraven. (Chris Weymeis)