Brugge onder de loep (98): Adrianus van de Gentpoort

Adrianus van de Gentpoort © Davy Coghe
Redactie KW

Door corona herontdekte iedereen het plezier van het wandelen. Wie de Brugse binnenstad doorkruist, passeert achteloos honderden details met een bijzonder verhaal. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van een bijzonder object. Vandaag: Adrianus van de Gentpoort.

Uitzonderlijk behandelen we in deze bijdrage twee plaatsen en evenveel heiligenbeelden. De eerste plaats is de Gentpoort, de tweede het pleintje dat in 1893 vóór de Heilige Magdalenakerk is aangelegd. De verbindende factor tussen beide is het Mariabeeld dat nu op het pleintje staat en de jongste decennia enkele keren het slachtoffer van vandalen was.

Het Onze-Lieve-Vrouwebeeld dateert uit 1905 en is van de hand van de Brugse beeldhouwer Michiel D’Hondt. Op de sokkel staat te lezen: Het gebuurte – 1904. In dat jaar was het precies vijftig jaar geleden dat paus Pius IX via de pauselijke bul van 1854 het dogma afkondigde dat Maria geboren werd zonder met de erfzonde te zijn bevlekt.

Godsdienstoorlogen

Dat het Mariabeeld niet altijd op het kerkpleintje stond, is voor velen waarschijnlijk minder bekend. Tot 1956 stond het beeld immers in de nis boven de Gentpoort, maar werd toen weggenomen naar aanleiding van de restauratie van de Gentpoort. Eén jaar later, in 1957, werd in de nis een beeld van de Heilige Adrianus geplaatst. Dat is niet zo verwonderlijk, want eertijds stond er al een beeld van die heilige in de nis. Dat beeld werd op een onbekend tijdstip weggenomen.

Het oude heiligenbeeld was van de hand van Jan van Cutdeghem en dateerde van 1448. Rijst de vraag: Waarom een beeld van de Heilige Adrianus, de patroonheilige van de patijnmakers, beter bekend als klompenmakers? Het antwoord is: Omdat de patijnmakers Adrianus vereerden in de Sint-Katharinakerk extra muros. Zoals de naam aanduidt, stond die kerk net buiten de stadsvestingen, ongeveer ter hoogte van de huidige Vestingstraat en de Edward de Denestraat. In 1578 – tijdens de godsdienstoorlogen – werd de kerk om strategische redenen gesloopt.

De parochie bleef evenwel bestaan en de erediensten vonden plaats in diverse kapellen in de Brugse binnenstad. In het begin van de 19de eeuw werd de parochie opgeheven, maar in 1910 opnieuw in Assebroek opgericht.

Patijnmakers

Terug naar de patijnmakers. Zij vormden geen ambacht, maar enkel een religieuze gilde waarvan de oudste documenten tot 1417 teruggaan. Al was het maar een gilde, er zat wel structuur in hun werking. De patijnmakers verkochten hun goederen vóór de Halle op de Markt. De gilde kwam ook geregeld in aanvaring met de schoenmakers en de cordoeaniers.

De eersten betichtten de patijnmakers ervan dat ze schoenen maakten, maar volgens het stadsbestuur beperkten de patijnmakers zich enkel tot het nagelen van een stuk leer op een houten blok. Dat werken met leer was dan weer een doorn in het oog van de cordoeaniers, die zich het recht voorbehielden om met leer te werken.

(CW/foto DC)