Tussen 2016 en 2020 waagde de Pools-Belgische schrijfster Maja Wolny zich vijf keer aan de Trans-Siberische treinreis. Onderweg schreef ze haar ervaringen over het leven in de trein en de ontmoetingen met de lokale bevolking neer in een nieuw boek: De trein naar Tibet. “Dit is in deze woelige tijden de ideale reisgids voor zoekende zielen.”
Maja Wolny (45) is al twintig jaar samen met haar man Marc Peirs (56), die werkt als VRT-correspondent over Polen. In 2002 ruilde ze haar thuisland in voor België en in 2010 verhuisde het koppel van Gent naar Koksijde, omdat Maja toen als directrice aan de slag ging bij Navigo Nationaal Visserij Museum.
Vijf jaar later besloot ze om fulltime schrijfster te worden in haar moedertaal, en voor de promotie van haar eerste boeken trok ze opnieuw naar Polen. Sindsdien leeft het gezin afwisselend in beide landen, al bracht Maja de voorbije jaren vooral op de trein door, om zo aan haar vierde roman te schrijven.
Dak van de wereld
“Na mijn verhuis naar het Westen miste ik het Oosten. Ik raakte wat uitgekeken op de Vlaamse vlaktes en wou ‘het dak van de wereld’ zien”, vertelt ze. “Tussen 2016 en 2020 waagde ik mij daarom vijf keer aan een Trans-Siberische reis, op de tienduizend kilometer lange spoorlijn van Polen doorheen Rusland tot in Tibet.”
“Soms maakte ik stukken van die reis met mijn gezin, maar meestal deed ik dat op mijn eentje, waarbij ik dan maximaal één week op de trein leefde en tussendoor afstapte om de lokale cultuur en natuur te verkennen. Voor de optimale ervaring at, sliep en werkte ik in de drie verschillende klassen, tussen krijsende kinderen, ruziënde koppels of zatte mannen. En dat dikwijls op meer dan vierduizend meter hoogte.”
Haar té romantische blik op die reis moest ze echter al snel bijstellen. “In de ruwe, ongerepte natuur was duidelijk de impact van de klimaatverandering te zien. Ook van mijn idee van ultieme vrijheid was weinig te merken, want de Chinese bevolking wordt onderdrukt.”
“Als individu stel je er niks voor en als toerist doe je zeker niet zomaar wat je wil, wat voor mij dus een les was in nederigheid. Je mag bijvoorbeeld geen militairen fotograferen of praten over politiek, en je mag je alleen verplaatsen volgens een op voorhand opgesteld reisplan. Bovendien heb ik ook fysiek enorm afgezien, want ik had last van hoogteziekte. Ook dat aspect had ik dus verkeerd ingeschat”, stelt Maja.
Dagboek
Toch blikt ze vol trots terug op haar reizen. “Hoewel ik iets anders vond dan ik zocht, was dit zonder meer het avontuur van mijn leven. Het was geen evidentie om dit als vrouw alleen te doen, al had ik de Belgisch-Franse feministe en oriëntaliste Alexandra David-Néel als denkbeeldige reisgezel.”
“Zij was honderd jaar geleden de eerste vrouw die deze tocht ondernam. Haar dagboeken nam ik met mij mee, om uiteindelijk dus mijn eigen reisverhaal neer te pennen. Dat is een combinatie van feiten en weetjes met persoonlijke dagboekelementen geworden. Zo kun je als lezer met mij meereizen van station tot station. Het is de ideale reisgids voor zoekende zielen.”
Niet uitstellen
Ondertussen krijgt die tocht voor Maja een extra gelaagdheid, nu ze door de oorlog met Oekraïne moet vaststellen dat haar Russische vrienden niet vrijuit kunnen spreken. “Gelukkig heb ik mijn plannen niet uitgesteld en ook dat was een belangrijke levensles. De timing was namelijk perfect, nét voor de pandemie uitbrak. Momenteel zou ik die reis niet kunnen maken en dezelfde gesprekken kunnen voeren, door de oorlog”, weet ze.
De trein naar Tibet verscheen eerder in het Pools, en werd bekroond als beste reisverhaal. Nu is het boek ook naar het Nederlands vertaald.
(WVH)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier