Dinsdag was het exact 70 jaar geleden dat het nieuwe Kursaal, een ontwerp van de Antwerpse modernistische architect Léon Stynen, werd ingehuldigd. De gevel van het Kursaal domineert de skyline op de Albert I-promenade. Het iconische gebouw bergt een schat aan moderne kunstwerken. EKO (Exploitatie Kursaal Oostende) wil de collectie van dit beschermd monument via een aantal ambitieuze architecturale en artistieke ingrepen in de komende vijf jaar nog meer voor het grote publiek ontsluiten.
Het Kursaal werd ingehuldigd op 20 juni 1953, precies 70 jaar geleden dus. Architect Léon Stynen, die trouwens ook de casino’s van Knokke en Blankenberge op papier zette, was directeur van de Kunstenhogeschool Ter Kameren in Brussel. Hij gaf opdracht aan enkele lesgevende kunstenaar-docenten of oud-leerlingen om kunst in het gebouw te integreren. Niet ter opsmuk, maar als essentiële elementen. Tot vandaag is het Kursaal een architecturale stolp voor werk van beeldende kunstenaars als Paul Delvaux, Pierre Caille, Georges Grard, Edgar Tytgat, Oscar Jespers, Olivier Strebelle, Julien Van Vlasselaer, Marc Mendelson, Jo Maes, Emy De Cock, Iris Jasinski…
De verjaardag werd maandag feestelijk herdacht in aanwezigheid van Vlaams minister voor Onroerend Erfgoed Matthias Diependaele (N-VA), burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) en het bijna voltallig schepencollege. In de komende vijf jaar staat een project op stapel dat het gebouw en de aanwezige kunst nog meer toegankelijk moeten maken voor het grote publiek.
Lege sokkels
Els Degryse stafmedewerker van EKO, die het stadsgebouw beheert, wijdde onlangs haar masterscriptie aan de Universiteit Gent, Stynen kiest kunst, aan het gebouw en de aanwezige kunstwerken. “Stynen slaagde er nergens zo goed als in Oostende in omkunst te integreren in een gebouw,” zegt Els. “Het Kursaal is een Gesamtkunstwerk.”
Maar ook Els Wuyts, curator van Beaufort 2024, en artistiek coördinator van Mu.ZEE Joost Declercq zijn bij het project betrokken. “Een verjaardag is een moment om terug te kijken. Dan denk ik aan het niet gerealiseerde, maar inspirerende plan van Stynen om op het dak een beeldentuin te creëren. Maar het Kursaal is ook een plek in volle transitie. In de toekomst kunnen de twee ongebruikte sokkels aan de buitengevel fungeren als platformen voor tijdelijke kunstwerken”, suggereert Els. “En”, zegt Joost Declercq, “de Belgische kunst tussen 1880 en vandaag is nog te weinig bekend in het buitenland. Waarom hier geen tentoonstelling opzetten van de kunstenaars die in het Kursaal aanwezig zijn, aangevuld met een aantal van hun werken uit Mu.ZEE?” Misschien is het wel de ideale gelegenheid om Grards Dikke Mathille haar oorspronkelijke uitkijkpost met zicht op haar officiële naam, De Zee, opnieuw te gunnen?
Delen
“Erfgoed is ook het doorgeven van verhalen”, aldus Vlaams minister Matthias Diependaele. “Die verhalen krijgen in dit Kursaalproject en nieuwe invulling.” Zoals bekend wordt het Kursaal binnenkort omgebouwd van een klassieke concertzaal tot een multifunctionele zaal die ook een staand of congrespubliek zal kunnen ontvangen. De komende vijf jaar, tot de 75ste verjaardag, gaat echter ook veel aandacht naar kunst. Met steun van het stadsbestuur, eigenaar van de site. Schepen Björn Anseeuw (N-VA): “Dit een mooi voorbeeld van hoe je tegelijk een monument kunt respecteren inzake architectuur en kunstwerken, en er toch jaarlijks meer dan een half miljoen mensen kunt laten passeren voor zo’n 180 evenementen per jaar.”
Ondanks de scepcis van de Oostendenaar bij de bouw van het Kursaal en een aantal ingrijpende transformaties die het gebouw in de voorbije zeven decennia onderging, hebben het complex en de aanwezige kunstwerken de bezieling van haar ontwerper weten te bewaren. Meer dan ooit kadert het Kursaal kunst en die wil de stad nu delen met iedereen.
Kleindochter Tania Wolski: “Een erg lieve opa”
Tania Wolski (59), kleindochter van Léon Stynen, stelde samen met Luc Vincent een boek samen over haar grootvader. Naast veel foto’s en documenten zijn er ook bijdragen van onder meer Marc Dubois en Els Degryse. “Ik herinner mij opa als een strenge echtgenoot en vader, heel strikt in de omgang en met een alziend oog voor details, zowel in zijn werk als in het dagelijkse leven. Hij was altijd onberispelijk gekleed, ook in de vakanties. Hij was ook altijd aan het werk, maar in zijn schaarse vrije tijd was hij ook een erg lieve grootvader voor ons,. Als we samen waren in zijn huis in Antwerpen of zijn modernistische villa aan het Gardameer, vertelde hij vaak over architectuurstijlen, periodes en technieken: zijn manier om ons schoonheid te laten ervaren. Maar ook de zin voor vrijheid, authenticiteit, humanisme en creativiteit gaf die lieve man aan zijn kleinkinderen Sophie en mij mee. Toen het Kursaal klaar was, was ik nog niet geboren. Die drukke naoorlogse periode van ontwerpen en bouwen maakte ik nooit aan den lijve mee. Als we groter waren, benadrukte hij altijd dat we als onafhankelijke vrouwen in het leven moesten staan. Als ik aan opa denk, zie ik ook mijn oma: ze tekende en schreef poëzie en verhalen en heel vaak ook opa’s toespraken. We gingen volledig op in haar grappige verhalen. Opa en Nonna: een onvergetelijk duo.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier