Rechtbank laat vermoedelijke brandstichter vrij omdat hij al te lang in de cel zit: “Zo kan het niet langer”

Een man die verdacht wordt van opzettelijke brandstichting is door de rechter in Kortrijk vrijgelaten omdat hij al te lang in voorhechtenis zit. Dat maakt de rechtbank zelf bekend. Omdat er te weinig personeel is om gevangenen vanuit de cel naar de rechtbank te brengen, worden rechtszaken alsmaar vaker uitgesteld.

De verdachte moest zich in augustus samen met twee anderen verantwoorden voor opzettelijke brandstichting en poging tot brandstichting. Op 23 augustus werd door de rechtbank bepaald dat het drietal op 17 september verwacht werd om de zaak te behandelen. Die dag bleek echter dat de politie over te weinig manschappen beschikte om de verdachte over te brengen van de gevangenis van Doornik naar de rechtbank in Kortrijk.

De verdachte kon dus zijn eigen proces niet bijwonen op 17 september. Daarom besloot de rechtbank om de zaak opnieuw te verdagen, deze keer naar 5 november. In afwachting van de behandeling van zijn zaak, diende de verdachte echter een verzoek tot invrijheidsstelling in. De man zat al sinds 24 januari in voorlopige hechtenis. De rechtbank besloot om op zijn vraag in te gaan, omdat volgens de rechter de redelijke duur van de voorlopige hechtenis is overschreden nu de zaak opnieuw uitgesteld is buiten de wil van de verdachte om.

Zwartepiet

Al in februari trok de politievakbond NSPV in De Krant Van West-Vlaanderen aan de alarmbel over de structurele onderbemanning van de DAB, de Dienst Algemene Beveiliging van de federale politie. Die dienst staat in voor de veiligheid in de rechtbank, maar ook voor de overbrenging van gevangenen. In onze provincie telt de DAB zo’n dertig leden. “Die groep is veel te klein om het enorme takenpakket uit te voeren dat van hen verwacht wordt. Ze krijgen van overal de zwartepiet toegespeeld. Zo kan het echt niet langer”, zegt Wesley Huysentruyt van politievakbond NSPV.

Ook rechtbankvoorzitter Paul Dauw voorspelde toen al dat er problemen zouden komen. “Ik ben ruim twee jaar voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg West-Vlaanderen en dit is al twee jaar een probleem dat niet opgelost raakt. Als we de minister aanschrijven, krijgen we het antwoord dat men extra zal aanwerven en dat men de problemen zal oplossen, maar wij zien dat niet in de praktijk”, klonk het toen.