Twee Italianen riskeren in de Brugse rechtbank elk zes jaar effectieve celstraf voor mensensmokkel. De twee voeren met een bootje de Oostendse jachthaven binnen met zes Albanezen aan boort. “We maakten een pleziertochtje”, beweerde het duo. “Tot ze ons vroegen om hen naar Groot-Brittannië te smokkelen.”
Op 27 oktober vorig jaar voeren Guido I. (34) en Pietro S. (48) met een gammel bootje de Royal Yachtclub Oostende binnen. Omdat het vaartuig technische problemen had werd het doorgestuurd naar het Mercatordok. De politie kwam ter plaatse en haalde zes Albanezen uit het bootje. Hierop werden de twee Italianen aangehouden op verdenking van mensensmokkel.
Volgens procureur Frank Demeester was het bootje ongeschikt om het Kanaal over te varen. “Er waren ook geen zwemvesten aan boord en een van de verdachten gaf zelf aan dat hij bang was”, verduidelijkte hij. “Een van de Albanezen verklaarde dat hij niet kon zwemmen. Mocht het bootje zijn gekapseisd was er dus minstens één dode gevallen.”
Pietro S., de eigenaar van het bootje, waste zijn handen in onschuld. “We maakten een pleziertochtje”, beweerde hij. Zijn advocaat stelde dat het onmogelijk was om met het bootje de Britse kust te bereiken. “Er zat maar voor 22 kilometer benzine in de tank”, pleitte meester Carlo Tiribelli.
Ook Guido I. drong aan op de vrijspraak. “We wilden van Blankenberge naar Nieuwpoort varen”, vertelde hij. “Een kennis vroeg of die Albanezen mee mochten varen. Onderweg stelden die plots voor om hen naar Groot-Brittannië te brengen. Toen zijn we meteen naar Oostende gevaren om de politie te verwittigen.” (AFr)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
