Twee maanden vooraleer hij zijn appartement in Rumbeke in brand stak, was de politie al eens de woonst van een 42-jarige man in de Louis Leynstraat binnengevallen. De agenten vonden er toen heroïne en voor dat bezit moest hij zich voor de rechtbank verantwoorden. Vandaag kreeg hij zijn nieuwe straf te horen.
Op 6 maart 2024 brandde het appartement van Kevin D. uit. De bewoner stond op zijn balkon, maar weigerde aanvankelijk de hulp van de brandweer, die hem met de ladderwagen naar beneden wilde brengen. Later was hij nog verbaal agressief. “Hij keek star voor zich uit en brabbelde onverstaanbare dingen”, aldus de openbare aanklager op het proces van de brandstichting.
Het onderzoek van een gerechtsdeskundige maakte duidelijk dat er brand werd gesticht. Het vuur was bij de zetel ontstaan en kon volgens de deskundige niet veroorzaakt zijn door een steekvlam van een gasflesje om een aansteker bij te vullen, zoals D. beweerde. Het flesje bleek immers niet ontploft of opgebrand te zijn. “Bovendien had hij het vuur gemakkelijk kunnen blussen door naar de vlakbij gelegen keuken te lopen en er wat water over te gooien”, vond de openbare aanklager. “Hij riep ook ‘dat het genoeg was geweest’ en ‘dat hij ze al genoeg had gewaarschuwd’.”
Flakka
De aanklager eiste een celstraf van veertig maanden voor D., die al een strafblad vol drugsveroordelingen heeft. De rechter ging hiermee akkoord. Onderzoek van het bloed van Kevin D. maakte duidelijk dat hij onder invloed van medicatie en de drug flakka was. “Wat zijn bizarre gedrag verklaart”, aldus advocaat Robbie Dewaele. “Wie flakka gebruikt, redeneert niet logisch. Waarom zou hij het weinige dat hij had in zijn appartement in brand steken? Zijn flakkagebruik is de schuldige. Weet u dat hij eens met zeven hamers onder zijn hoofdkussen sliep omdat hij ervan overtuigd was dat iemand hem zou aanvallen? Hij heeft zijn pijp om flakka te roken willen aansteken en er is iets misgegaan met dat gasflesje om de aansteker bij te vullen toen hij in slaap viel. Dit was geen zelfmoordpoging of opzettelijke brandstichting.”
Extra celstraf
Zijn advocaat drong er bij de rechter op aan een celstraf met begeleidende voorwaarden op te leggen voor onopzettelijke brandstichting, maar ving bot. D. verblijft momenteel nog in de cel. Voor het bezit van de bijna 6 gram heroïne die bij de inval door de politie op 31 januari 2024 was gevonden, kreeg hij er nu nog een effectieve celstraf van zeven maanden en een boete van 400 euro bovenop. De agenten waren binnengedrongen nadat hij een fles wodka had uitgedronken en die fles kapot had gegooid. (LSi)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier