Oostends koppel overleefde terreuraanslag in Zaventem: “Die kus toen we elkaar terugvonden, was de beste ooit”

Myriam Gueuning met haar man Patrick Vermandel. © PETER MAENHOUDT
Laurens Kindt

Myriam Gueuning, haar man Patrick Vermandel en hun boezemvriend Yves Collin uit Oostende bevonden zich op het moment van de terreuraanval in Zaventem. Onder de hoede van Myriam en Patrick werd na de aanslagen het Belgium Institute opgericht, dat zich de voorbije jaren ontfermde over tientallen slachtoffers. “Hoe men de slachtoffers heeft behandeld, is wraakroepend. Het uniek loket dat er zou komen, is er niet en dus belt men naar ons”, zegt Myriam.

Terreurproces maandag van start

Bij de dubbele terreuraanslag in 2016 kwamen, naast de drie zelfmoordterroristen, 32 mensen om het leven. Eén van hen was de 21-jarige student Bart Migom uit Esen. Er vielen ook ruim 340 gewonden. Op het proces, dat tussen de zes en de negen maanden zal duren, staan tien verdachten terecht. De bekendste is wellicht Salah Abdeslam, wiens arrestatie enkele dagen voor de feiten wellicht de trigger is geweest voor de anderen om snel toe te slaan. Abdeslam was toen op de vlucht voor de politie, na zijn betrokkenheid bij de aanslagen in Parijs in november 2015. Ook Osama Krayem en Mohamed Abrini staan terecht, hoewel zij op het laatste moment beslisten om zich niet op te blazen. De eerste vluchtte weg uit de metro, de tweede raakte later bekend als de ‘man met het hoedje’ van Zaventem. Eén van de beklaagden, Oussama Atar, is wellicht overleden maar omdat zijn overlijden nooit officieel bevestigd is, wordt hij alsnog mee vervolgd. (LK)

Op 22 maart 2016 zou Patrick Vermandel – jarenlang havenkapitein in Oostende – naar Bermuda vertrekken om er het commando te nemen over het zeilschip Roald Amundsen. Zoals ze dat al veertig jaar doet, bracht Myriam Gueuning haar kapitein naar de luchthaven, deze keer vergezeld van familievriend Yves Collin. “Patrick was al naar zijn terminal. Ik ging met Yves een tijdschrift kiezen in de krantenwinkel. Plots werden we opgeschrikt door een oorverdovend lawaai. Het is een bom, riep Yves meteen. Eerst geloofde ik hem niet, maar toen ik de paniek om me heen zag, besefte ik dat de situatie zeer ernstig was”, vertelt Myriam.

Dat haar man haar en hun twee zonen jarenlang gedrild had op veiligheidsoefeningen, was haar redding. “Als het brandt, moet je weglopen. Als er een ontploffing is, moet je dekking zoeken. Dat had Patrick me geleerd en dat deed ik dus ook. Terwijl Yves en ik liepen om dekking te zoeken, ontplofte de tweede bom. Eerst zag ik een zon vol diamanten, zo hoog als een gebouw van tien verdiepingen. Erna volgde de blast. Het voelde alsof mijn lichaam mijn huid had verlaten. 3.000 graden, 1.000 kilo en 195 decibel: dat is de kracht van de 31 kilo TATP in de bommen. Ik was verlamd aan mijn linkerkant en mijn gezicht, ogen en handen brandden, in mijn oren klonk een schel fluitend geluid. Ik probeerde tevergeefs mijn man te bereiken, onze kinderen kon ik wel bellen. Om afscheid te nemen”, getuigt Myriam.

“Loket werkt niet”

Enkele agenten en militairen vormden meteen een muur om hen te beschermen. “Plots zagen we een jongetje rechtstaan uit de rook en de chaos in de vertrekhal. Hij gaf de agenten een magazijn van een kalashnikov dat hij gevonden had. Hét sein voor de agenten en militairen om iedereen te proberen evacueren via de poorten van de douane, uit angst voor terroristen die zouden beginnen schieten op zij die de bommen overleefd hadden. Ik heb de moeder van de jongen via de telefoon beloofd dat ik haar zoon levend zou terugbrengen”, zegt Myriam.

Toen ze eindelijk – mét de jongen en Yves en dankzij enkele agenten die ondanks het bevel om naar buiten te gaan tóch bij de slachtoffers gebleven waren – toch buiten op het tarmac raakte, bleek nog maar eens hoe dun de lijn soms is tussen absolute gruwel en oneindige liefde. “Eindelijk kon ik Patrick bereiken op zijn gsm en zagen we elkaar terug, een kilometer verder op het asfalt. Het was, ondanks de gruwel van het moment, de beste kus van de wereld”, herinnert Myriam zich.

Reizigers vluchten weg van de compleet vernielde vertrekhal. (Belga)
Reizigers vluchten weg van de compleet vernielde vertrekhal. (Belga) © JONAS ROOSENS – ANP

Na de terreuraanvallen startte voor het drietal een tergende odyssee langs artsen, verzekeringsmaatschappijen en justitie, maar nergens kregen ze afdoende hulp. Myriam en Patrick startten dan maar zelf een project op, in samenwerking met de Koninklijke Villa in Oostende. Met het Belgium Institute vingen ze de voorbije jaren tientallen slachtoffers op en gaven ze hen tijdens therapeutische weken eindelijk de psychologische bijstand die ze nodig hebben.

“Het Uniek Loket voor de slachtoffers dat groots aangekondigd werd, werkt niet. Slachtoffers bellen naar ons. Nog altijd krijg ik dagelijks telefoon van slachtoffers die in de problemen zitten. Onlangs nog, een jonge mama van twee kinderen. Ze belde me ’s nachts in het weekend, ze stond klaar op een brug om te springen. Ik kan niet meer, zei ze. De Dienst Slachtofferhulp kan je bellen tijdens de kantooruren, erbuiten niet. Hoe men met de slachtoffers is omgegaan na de aanslagen, is gewoon wraakroepend”, zegt Myriam.

Oerschreeuw

Op de vraag wat het drietal nog verwacht van het proces, antwoordt Yves Collin met een anekdote. “Tijdens de preliminaire zitting klaagde een advocaat van de verdediging aan dat zijn cliënt al zes jaar in voorhechtenis zat en vroeg zich af of iemand wel beseft hoe zwaar dat is. Eén van de slachtoffers kon het niet aanhoren en barstte in de gang in een oerschreeuw uit. Hoe durven ze? Als dat de teneur in het proces zal worden, wat denk je dan dat wij nog verwachten?”, vraagt hij. “Die veelbesproken boxen hebben duizenden euro gekost. Ik ken slachtoffers die na de aanslagen hun werk verloren, in de pure miserie zitten en met 600 euro per maand moeten rondkomen. Waar is het evenwicht?”, stelt Myriam.