Het gezin van Joost overleefde de terreur in Zaventem: “Het voelt alsof we de Lotto gewonnen hebben”

Joost Ramaut. © Davy Coghe
Laurens Kindt

Op die fatale dinsdagmorgen 22 maart 2016 stond Bruggeling Joost Ramaut (51) met zijn vrouw en vier kinderen aan te schuiven aan de incheckbalie toen de twee bommen in de luchthaven ontploften. Het proces laat Joost liever aan zich voorbijgaan. “Wie ben ik om daar op de eerste rij te gaan zitten? Wij hebben het overleefd. Ik voel me eerder een gelukzak dan een slachtoffer”, klinkt het.

Terreur proces start maandag

Bij de dubbele terreuraanslag in 2016 kwamen, naast de drie zelfmoordterroristen, 32 mensen om het leven. Eén van hen was de 21-jarige student Bart Migom uit Esen. Er vielen ook ruim 340 gewonden. Op het proces, dat tussen de zes en de negen maanden zal duren, staan tien verdachten terecht. De bekendste is wellicht Salah Abdeslam, wiens arrestatie enkele dagen voor de feiten wellicht de trigger is geweest voor de anderen om snel toe te slaan. Abdeslam was toen op de vlucht voor de politie, na zijn betrokkenheid bij de aanslagen in Parijs in november 2015. Ook Osama Krayem en Mohamed Abrini staan terecht, hoewel zij op het laatste moment beslisten om zich niet op te blazen. De eerste vluchtte weg uit de metro, de tweede raakte later bekend als de ‘man met het hoedje’ van Zaventem. Eén van de beklaagden, Oussama Atar, is wellicht overleden maar omdat zijn overlijden nooit officieel bevestigd is, wordt hij alsnog mee vervolgd. (LK)

Joost, zijn vrouw Carmen en hun vier kinderen zouden die dag vertrekken naar Phoenix. “De drie jongste kinderen waren aan het spelen op een speelvliegtuigje. Mijn oudste zoon, mijn vrouw en ik schoven aan. Plots werden we door een drukgolf tegen de grond geduwd. Meteen na de knallen zijn we in een reflex op zoek gegaan naar de kinderen. Zonder te checken of ze gewond waren, namen we ze mee om zo snel mogelijk buiten te geraken. Daar troffen we een kindje aan, zonder ouders. Carmen heeft er zich over ontfermd, terwijl ik met onze kinderen verder vluchtte naar een gebouw van de politie”, vertelt Joost. Achteraf bleek het meisje de dochter te zijn van het eerste slachtoffer dat officieel geïdentificeerd kon worden, de Peruaanse Adelma Tapia Ruiz.

Morele impact

Het gezin van Joost en Carmen kwam er zonder al te veel fysiek leed van af. “Ik zeg altijd dat we die dag de Lotto gewonnen hebben, omdat we het alle zes overleefd hebben. Wij zijn dan wel officieel erkend als slachtoffer van terrorisme, toch wil ik me geen slachtoffer voelen. Eerder een gelukzak. Wie ben ik, in vergelijking met al die mensen die fysiek getroffen zijn of iemand verloren hebben, om op het proces op de eerste rij te gaan zitten?”, vraagt Joost zich af.

Dat anderen minder geluk hadden, beseft de Bruggeling maar al te goed. “Twee Nederlandse jongeren hebben, net als een heleboel andere mensen voor ons in de rij, als een soort menselijk schild gediend bij de impact van de bom. Hun nabestaanden zijn de echte slachtoffers. Ik hoop dat het proces voor hen wel louterend mag zijn, maar zelf voel ik niet de behoefte om de daders in de ogen te gaan kijken”, klinkt het.

Lees meer over: