Assisen Tommy Jonckheere: “Veel onduidelijkheden door drank en drugs” (politie)
Op het assisenproces tegen Tommy Jonckheere (32), die beschuldigd wordt van de doodslag op Will Deweerdt (55) in Oostende in oktober 2018, hebben de tactische onderzoekers hun getuigenis afgelegd. “Er zijn nog altijd veel onduidelijkheden, veroorzaakt door het geheugenverlies van Tommy Jonckheere tengevolge van zijn drank- en drugsmisbruik”, getuigden ze.
Hoofdinspecteur Sven Brunclair van de Oostendse politie lichtte voor de jury toe welke stappen zijn team allemaal nam, kort na de feiten. “Bij de afstapping van het parket was al duidelijk dat het slachtoffer was overleden tussen middernacht en vijf uur, wellicht ten gevolge van een steekwonde ter hoogte van de linkertepel. We wisten ook al dat er alcohol en drugs in het spel was. We hebben de gsm van dader en slachtoffer in beslag genomen, zodat die uitgelezen konden worden en er zijn huiszoekingen uitgevoerd”, klonk het. Zijn collega Kristof Poorteman schetste de eerste verhoren. “Hij ontkende in eerste instantie dat hij iets te maken had met de moord op Willy Deweerdt. Hij zei dat hij in slaap gevallen was in de blauwe zetel, Willy in de zwarte. Toen hij wakker werd, zag hij Willy op de grond liggen en dacht hij aan een epilepsie-aanval”, vertelde inspecteur Poorteman.
Diepe slaap
Later gaf Tommy Jonckheere wel toe dat hij een messteek gaf. “Nadat Willy voor de derde keer naast de toiletpot had geplast, ontstond er een ruzie. Daarbij trok hij een mes en diende hij één messteek toe. Daarna viel Tommy Jonckheere – onder invloed van medicatie – als een blok in een diepe slaap. Toen hij wakker werd, had hij een black-out. Toen heeft hij de hulpdiensten gebeld en is hij begonnen met de hartmassage”, besloot inspecteur Poorteman. “Op camerabeelden zagen wij hoe de beschuldigde en het slachtoffer die avond nog een wandeling hadden gemaakt, blijkbaar om naar een appartement te gaan kijken. Tommy Jonckheere had dit verklaard en dat bleek ook te kloppen”, klonk het.
Reconstructie
Op 13 december 2018 werd een reconstructie van de feiten gehouden, onder leiding van de Oostendse onderzoeksrechter Christine Pottiez. Een politieman speelde de rol van slachtoffer Willy Deweerdt. Tijdens de reconstructie werkte Tommy Jonckheere goed mee en bleek zijn versie van de feiten aannemelijk te zijn. De rechercheurs voerden ook een bankonderzoek. Daaruit bleek dat zowel dader als slachtoffer niet meteen over aanzienlijke sommen geld beschikten. “Maakten ze regelmatig ruzie, die twee?”, vroeg openbaar aanklager Serge Malefason. “Ja, maar dat was vooral dronkenmanspraat”, stelden de speurders. “Hij zegt dat hij de urine van Willy Devriendt opruimde met een dweil. Is er een dweil gevonden in het appartement?”, vroeg de openbaar aanklager. De speurders knikten van neen.
Onduidelijkheden
“Er zijn op vandaag nog een aantal onduidelijkheden, veroorzaakt door het geheugenverlies ten gevolge van het drank- en druggebruik”, antwoordde speurder Poorteman op vraag van meester Saskia Kerkhofs, advocate van de nabestaanden. “Maar hij wist wel heel zeker dat het Willy Deweerdt was die hem als eerste aanviel. Dat weet hij dan wel heel goed”, zei ze schamper. Advocaat Kris Vincke, die optreedt voor de beschuldigde, had ook enkele vragen. “De procureur maakt hier een halszaak van de hondenmand. Op de audio-opname van de oproep naar de hulpdiensten hoor je Tommy toch roepen naar zijn hond dat hij in zijn mand moet?”, vroeg Kris Vincke. De politieman die het audiobestand uittikte, knikte bevestigend. “Dus de mand moet vrij geweest zijn. Goed, dat is van de baan”, stelde Kris Vincke.
Morgen komen onder meer de wetsdokters, de toxicoloog en de gerechtspsychiater getuigen. In de namiddag starten de moraliteitsgetuigenissen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier