Assisen ripdeal: verdediging legt speurders op de rooster
Op het assisenproces tegen Sacha Brunessaux (22) heeft de verdediging uitgebreid de speurders op de rooster gelegd. Meester Johan Platteau stelde zich vooral vragen bij het alarmpistool van het slachtoffer. Het wapen van Agaverdi Mahmudov (18) dook pas ruim drie maanden na de feiten op.
De lokale politie van de zone Riho werd op 25 februari 2020 rond 20.30 uur opgeroepen voor een schietpartij in de Weststraat. “Wij zien op de grond een manspersoon liggen en een vrouw die erbij zit om te reanimeren. Dat bleek een huisarts te zijn”, getuigde hoofdinspecteur Wouter Feys-Jacques. Ter plaatse werden ook twee kompanen van Agaverdi Mahmudov (18) aangetroffen. “Zij zeggen dat hun vriend neergeschoten is en dat de verdachte een zekere Sacha is. Ze zeggen ook dat hij een verkoper is van cocaïne en weed.”
Deur tegengehouden
Wachtofficier Filip Degryse legde uit hoe hij vervolgens met twee patrouilles naar de woning van Brunessaux in de Groenestraat trok. De politie kon de woning via de achterdeur betreden, maar stelde vast hoe een binnendeur plots dichtgetrokken werd. “Ik probeer die deur te openen, maar ik stel vast dat die van binnenuit tegengehouden worden”, vertelde hoofdinspecteur Degryse. Uiteindelijk werd de beschuldigde door de speciale eenheden van de federale politie ingerekend.
Munitie alarmpistool
De speurders gaven tijdens hun getuigenis een overzicht van de wisselende verklaringen van de kompanen van het slachtoffer. Slechts met mondjesmaat werd toegegeven dat ze van de geplande ripdeal op de hoogte waren. In eerste instantie hielden ze wel vol dat Mahmudov niet gewapend was, terwijl de politie nochtans een doos en munitie van een alarmpistool onder zijn bed had gevonden. Uiteindelijk verklaarde Tom L. dat ‘Agach’ het pistool in de rokersruimte van het jeugdhuis al getoond had. Op 10 juni 2020 bekende Yassine M. vervolgens dat hij het wapen eerst in de struiken en later in de onderste matras van zijn boxspring verstopte. “Er moet onder het bed gekropen worden om aan de rits te kunnen en het wapen eruit te halen”, aldus hoofdinspecteur Caroline Behaeghel.
Na een korte pauze wilden de onderzoekers het vervolg van hun powerpointpresentatie brengen, maar de verdediging kreeg van voorzitter Joeri Pieters toestemming om hen al een reeks vragen voor te schotelen. Meester Johan Platteau stond uiteindelijk ruim anderhalf uur stil bij de verklaringen van de kompanen van Mahmudov. Zo polste hij meermaals naar hun bedoelingen. “Het was inderdaad de bedoeling dat ze gingen rippen. Ze hebben dat afgesproken in de auto”, bevestigde hoofdinspecteur Christoph Dekens. Vervolgens probeerde de verdediging aan te tonen dat het slachtoffer en zijn kompanen de ripdeal goed gepland hadden.
Vraagtekens
Vooral bij de verklaringen van Yassine M. plaatste meester Platteau vraagtekens. M. stelde bijvoorbeeld dat hij nog voor het schot in de richting van de betrokkenen sprintte. “Hij heeft gezegd dat hij niet wou dat de deal ging doorgaan, omdat hij beiden kende”, duidde hoofdinspecteur Dekens. Pas in zijn laatste verklaring kwam M. met het verhaal dat hij het wapen eerst in de struiken gooide en later ging ophalen. “Maar heeft er iemand van de buurt of van de kompanen dat verhaal bevestigd? Heeft iemand daar een wapen gezien?”, vroeg meester Platteau meermaals aan de speurders.
Handensoep
Hoofdinspecteur Behaeghel had eerder al uitgelegd dat een ooggetuige vanuit haar woning een ruzie en schermutseling zag. “Ze beschrijft de schermutseling als handensoep. Het was alsof ze bij elkaar iets wilden tegenhouden of iets van elkaar wilden afnemen.” Sacha Brunessaux houdt vol dat hij zelf geen wapen op zak had en de feiten dus pleegde met een vuurwapen van het slachtoffer. Tijdens zijn verhoren verklaarde de Roeselarenaar dat hij met zijn linkerhand Mahmudov wegduwde en tegelijk met zijn rechterhand het wapen van het slachtoffer greep.
Assisen ripdeal
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier