Assisen ripdeal: DNA van beschuldigde ontdekt op het wapen

Sacha Brunessaux verklaarde dat hij tijdens een schermutseling de Browning van het slachtoffer afhandig maakte. © KURT DESPLENTER BELGA

Op het wapen waarmee Agaverdi Mahmudov (18) in februari 2020 in Roeselare werd doodgeschoten, werd DNA van Sacha Brunessaux (22) aangetroffen. Het Nationaal Instituut voor Criminologie en Criminalistiek (NICC) ontdekte op het pistool geen DNA-sporen van andere betrokkenen. Daarnaast werd uitgelegd dat de verklaringen van de beschuldigde compatibel zijn met de analyse van de kruitsporen.

Sacha Brunessaux verklaarde dat hij tijdens een schermutseling de Browning van het slachtoffer afhandig maakte. Tijdens het onderzoek door het NICC werden enkel bruikbare mengprofielen op de lader, de trekker en de trekkerbeugel aangetroffen. “Op de trekker en de trekkerbeugel hebben we een uitermate sterke overeenstemming met Brunessaux”, getuigde Charlotte Aelbrecht. De sporen op het wapen werden ook vergeleken met DNA van het slachtoffer, zijn drie kompanen en de vermeende leverancier van het wapen, maar met hun DNA-profiel werd geen match vastgesteld.

Volgens de beschuldigde bewaarde Mahmudov het pistool aan de binnenkant van zijn trainingsbroek. Kruitsporenonderzoek wees uit dat er inderdaad niet enkel kruitresten werden aangetroffen op zijn jas, zijn trainingsvest en zijn T-shirt, maar ook aan de binnenzijde van de broek. “De samenstelling van de deeltjes op de buitenzijde is compatibel met deze gevonden op de binnenzijde. Het is mogelijk dat het om dezelfde munitie gaat, maar niet zeker”, aldus Bart Nys. De deskundige legde uit dat het gros van de munitie immers dezelfde samenstelling heeft.

Andere hypotheses

De vaststellingen van het NICC betekenen niet dat de versie van de beschuldigde sowieso klopt. “Het aantreffen van deze deeltjes op de plaatsen waar ze gevonden werden, is compatibel met de verklaringen van de verdachte, maar alternatieve hypothesen zijn ook mogelijk.” Bart Nys suggereerde bijvoorbeeld eventuele contaminatie tijdens de reanimatie. Op vraag van de onderzoeksrechter onderzocht de deskundige ook de mogelijkheid dat de looddeeltjes afkomstig waren van het eigen alarmpistool van het slachtoffer. Ook die deeltjes bleken inderdaad compatibel te zijn met de sporen op de kledij. “Misschien is heel zijn kleerkast wel gecontamineerd, omdat hij regelmatig wel eens met een wapen rondloopt.”

Boxershort

De verdediging hekelde meermaals het feit dat de onderbroek van Mahmudov niet op kruitsporen werd onderzocht. De bewuste zwarte boxershort werd wel aan vezelonderzoek onderworpen. “Er waren wel zwarte katoenvezels aanwezig op het pistool en de lader, maar geen daarvan stemde overeen met de onderbroek”, aldus Kyra Lunstroot. De deskundige maakte wel de kanttekening dat op een glad oppervlak sowieso weinig of geen vezels verwacht werden. Het blijft dus onduidelijk of het slachtoffer echt een vuurwapen in zijn broek zou bewaard hebben.

Meester Johan Platteau suggereerde dat de aangetroffen vezels mogelijk afkomstig waren van het T-shirt van Agach Mahmudov. De burgerlijke partijen reageerden door voor te stellen om alsnog een bijkomend vezelonderzoek uit te voeren. Dat bleek echter moeilijk haalbaar voor het einde van het proces. Bovendien legde Kyra Lunstroot uit dat het vezeltype vaak voorkomt, waardoor de resultaten wellicht geen uitsluitsel zouden brengen.

“Ik voelde geen pols. Ik ben dan beginnen te zoeken waar de bloeding was, maar ik zag niks. Het was ook donker, het regende.”

Een huisarts getuigde hoe ze op 25 februari 2020 vanuit haar praktijk in de Weststraat in Roeselare een steeds hevigere discussie hoorde op straat. “Ik vond dat raar en piepte een keer buiten. Toen zag ik dat er een lichaam in het midden van de straat lag.” Marieke L. hoorde iemand in gebroken Engels zeggen dat het slachtoffer neergeschoten was. “Ik voelde geen pols. Ik ben dan beginnen te zoeken waar de bloeding was, maar ik zag niks. Het was ook donker, het regende.” In afwachting van de hulpdiensten begon de huisarts zelf het slachtoffer te reanimeren, maar dat bleek tevergeefs. “Ik denk dat hij eigenlijk al overleden was op het moment dat ik daar toekwam.”

Het is niet duidelijk of het tumult op straat zich voor of na het fatale schot afspeelde. L. hoorde in ieder geval geen schot. Ze herinnerde zich wel hoe ze iets hoorde dichtslaan, maar ze vermoedde dat het om een autodeur ging. Ten slotte richtte de advocaat van de nabestaanden van Mahmudov zich tot de getuige. “Ik moest van mijn cliënten mevrouw bedanken voor alle inspanningen die ze gedaan heeft”, aldus meester Sven Mary.