Assisen Gerdy Delannoy: ambulanciers kregen snel argwaan

Steven Marijsse tijdens het assisenproces. © Belga

Op het assisenproces in Brugge tegen Steven Marijsse (46) zijn de eerste vaststellingen in de woning in Ingelmunster aan bod gekomen. De ambulanciers kregen snel argwaan toen ze de verwondingen van Gerdy Delannoy (53) zagen. Ook de gelaten houding van de beschuldigde viel op.

De hulpdiensten werden in de nacht van 27 op 28 februari 2020 verwittigd door de beschuldigde. “De deur stond op een kier volgens mijn herinnering. We hebben de persoon in de gang zien liggen, met de benen gedeeltelijk in de slaapkamer”, verklaarde een ambulancier. Volgens Sam V. wees de kledij van het slachtoffer niet in de richting van een val. “De broek was toch wel wat naar beneden getrokken tot aan de knieën. Ik weet niet meer hoe zijn slip juist zat, maar ik weet wel dat de geslachtsdelen bloot waren.”

Steven Marijsse beweerde dat hij zelf al een poging had gedaan om zijn verloofde te reanimeren. “Daar hebben we geen tekenen van gezien. We hadden wel de indruk dat het eventueel nog wel iets kan worden, omdat het lichaam nog een beetje warm aanvoelde.” Zijn collega Filip C. merkte ook nog wat vers bloed op bij het slachtoffer. “Die situatie was zeker een reden om een reanimatie op te starten. En wij kunnen zelf de dood niet vaststellen.”

“Toen we begonnen met de reanimatie zagen we een stompwonde en een beetje bloed enzovoort. Dat waren trauma’s die niet bij een hartfalen pasten. Hij lag op zijn rug en de trauma’s waren op zijn gezicht”, vervolgde de ambulancier. Het viel de hulpverleners ook op dat Marijsse het tijdstip van zijn vermeende wandeling met de hond wijzigde. “Dat zorgde ervoor dat er toch wat argwaan begon te komen. Dat is de reden geweest dat we ons niet op het gemak voelden en dat we de politie verwittigd hebben”, getuigde Sam V.

Ook de gelaten houding van de beschuldigde sprong in het oog. “Hij gaf niet echt de indruk dat hij veel intenties had om hulp te bieden of info te geven.” Filip C. stelde zich eveneens vragen bij de afstandelijke houding. “Het kan dat mensen in shock zijn, maar hij leek afstand te nemen van het slachtoffer.”

De politie van de zone Midow kwam een kwartiertje al aan in de Lysbrugstraat in Ingelmunster. “Op het gezicht is te zien dat er meerdere verwondingen zijn”, verklaarde inspecteur Jasper A. Marijsse verklaarde aan de eerste vaststellers spontaan dat hij na een avondje uit nog een lange wandeling had gemaakt met de hond. De beschuldigde maakte ook allusie op een mogelijke inbraak. “Hij zei dat de deur op een kier stond en dat zijn gsm en de autosleutel van het voertuig nergens te vinden waren.”

In opdracht van het parket werd Marijsse door hoofdinspecteur Bert V. officieel van zijn vrijheid beroofd. “Hij was zeer rustig, begreep ook dat wij ons werk moesten doen. Hij heeft daar eigenlijk niet veel op gezegd.” Inspecteur Benoît V. had dezelfde indruk van de beschuldigde. “Meneer was redelijk afwezig, maar hij was wel rustig. Hij heeft altijd meegewerkt.”

Voorzitter Willem De Pauw polste vervolgens naar de mogelijke staat van dronkenschap van Steven Marijsse. “Wij zien regelmatig mensen die serieus zat zijn. Voor ons was Steven op dat moment niet een persoon die zwaar onder invloed was. Hij struikelde niet of dergelijke. Er was ook geen ontegensprekelijke geur van alcohol”, reageerde inspecteur A. Ten slotte stelden de politiemensen in tegenstelling tot de ambulanciers dat het geslachtsdeel van het slachtoffer niet ontbloot was.

Het labo gaf dan toelichting bij de vaststellingen op de plaats delict. Zo werd een beschadigd hondenhekje aangetroffen tussen de gang en de living. Over dat hekje zou het slachtoffer volgens Marijsse gestruikeld zijn toen hij na de eerste fase van de geweldpleging probeerde te ontkomen. Hoofdinspecteur David D. wees voorts ook nog op enkele bloedspatjes op de muur en op een bebloed washandje in de lavabo. Ook op zijn broek en vooral op de schoenen van de beschuldigde werden meerdere bloedsporen ontdekt.

Maandagochtend zullen de wetsdokters hun getuigenis afleggen.