Toen twee jongelui hun flat in Oostende binnendrongen en met heel wat waardevolle spullen aan de haal gingen, besloten de broers T.B. (23) en T.B. (22) het recht in eigen handen te nemen. Ze zochten de daders op in hun woning en gingen een van hen te lijf met een hamer. In beroep vraagt de leider een straf met uitstel in plaats van een effectieve straf.
Op 22 maart vorig jaar drongen twee jongelui het appartement van de broers in Oostende binnen. Ze gingen aan de haal met dure jassen, een spelconsole, een trui en enkele horloges van hun vader. In plaats van de politie te verwittigen, besloot de oudste broer wraak te nemen en de buit terug te halen. Naar eigen zeggen, omdat hij “voor zijn kleine broer wou zorgen”. Die laatste woont tegenwoordig in Brugge. Daags na de inbraak drong de oudste broer de woning van een van de daders in Veurne binnen. T.B. gaf de bewoner rake klappen, maar kon zijn spullen niet recupereren. Nog eens twee dagen later drongen de beide broers de woning van de andere dader in Middelkerke binnen. Ze troffen er evenwel opnieuw de Veurnenaar aan en gingen hem te lijf met de hamer die hij bij de inbraak in hun flat gebruikt had. Het slachtoffer werd tot bloedens toe geslagen en beide broers namen daar zelfs foto’s van.
Risico voor maatschappij
Ze stalen onder meer een gsm, een gouden halsketting, kledij en schoenen. T.B. kreeg in eerste aanleg 40 maanden cel, maar ging in beroep, zijn broer niet. Volgens advocaat Frank Scheerlinck wou hij op dat moment enkel zijn jongere broer beschermen. “Hij wou de kledij enkel terughalen voor zijn broertje.” Hij vraagt een straf volledig met uitstel onder voorwaarden. Maar voor de procureur-generaal is dit geen manier om te reageren. “Je had nog maar net 30 maanden cel gekregen en dan doe je zoiets.” Hij vindt de vrijlating – zelfs onder voorwaarden –een risico voor de maatschappij. “Op een dag gaat deze man eens iemand doodslaan”, waarschuwt hij. “Op de manier waarop hij zijn frustraties op een gewelddadige manier afreageert, zie ik slecht aflopen.” Hij vorderde minstens de bevestiging van de veertig maanden cel. Uitspraak op 24 april. (OSM)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier