David wil van ‘de hel’ naar Belgische cel: vrienden lanceren petitie om hem weg te krijgen uit Cambodja

David Catry zit in Cambodja een levenslange celstraf uit voor drugssmokkel.© gf
David Catry zit in Cambodja een levenslange celstraf uit voor drugssmokkel.© gf
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

De hel. Zo noemt de lokale bevolking de gevangenis in Cambodja waar David Catry (37) een levenslange celstraf uitzit voor drugssmokkel. Vrienden en sympathisanten hebben nu een online petitie opgestart. Ze willen dat de Belgische regering een officieel verzoek indient om de Bruggeling zijn straf in ons land te laten uitzitten.

Nadat hij op 10 januari 2018 in Cambodja betrapt werd met een koffer met in de valse wand een kilogram cocaïne verstopt, werd de toen 34-jarige Bruggeling David Catry veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf. Die zit hij uit in De Hel . Zo noemen de Cambodjanen de Prey Sar-gevangenis in Phnom Penh.

Gelukkig kon de voormalige dokwerker altijd blijven rekenen op zijn vrienden. Kort nadat hij werd opgepakt in Cambodja, richtten zij een vzw op die geld inzamelt op de advocaat ter plekke te kunne betalen en om David een beetje een leefbaar leven te bieden in een gevangenis waar zelfs ademen geld lijkt te kosten. Cambodja draagt niet toevallig de weinig benijdenswaardige titel van kampioen van de corruptie in Zuidoost-Azië. Amnesty International klaagde onlangs nog aan dat de mensen die er door de grootschalige antidrugcampagne in de cel geraken onmenselijk worden behandeld. Nu hebben zijn vrienden een online petitie gestart om David zijn straf te laten uitzitten in België.

Niet janken

Havenarbeider op rust Eddy Dryepondt heeft David destijds opgeleid als lasser in de haven van Zeebrugge. Daar werkte David tot hij zich het hoofd op hol liet brengen door een vriend, die hem voorhield dat het leven in Cambodja een sprookje was. David kwam al vlug te weten dat sprookjes niet bestaan. Eddy was net aan het rondtrekken in Cambodja, toen hij het nieuws kreeg dat zijn kennis aangehouden was. Hij bewoog hemel en aarde om een bezoek te kunnen brengen en was de eerste Vlaming die David onder ogen kreeg.

Eddy Dryepondt met zijn vrouw Honorine. “Iedere keer ik langsga, stop ik David wat van mijn eigen centen toe.”© Kurt Vandemaele
Eddy Dryepondt met zijn vrouw Honorine. “Iedere keer ik langsga, stop ik David wat van mijn eigen centen toe.”© Kurt Vandemaele

“Hij viel onmiddellijk in mijn armen, maar ik zei meteen: neenee, zo moet je niet beginnen ”, herinnert Eddy zich. “David wist welke risico’s hij nam, dus moet je achteraf niet gaan janken. Maar tegelijk is het geen slechte kerel. Ik heb hem meteen alle mogelijke hulp geboden. Hij had alleen zijn gevangenisplunje. Ik ben wat kleren gaan kopen, enkele dekens – want je slaapt daar op de grond – en een pan en pot om eten te koken en koffie te zetten. En iedere keer ik langsga, stop ik hem wat van mijn eigen centen toe.”

Eddy is sindsdien hulp blijven bieden. Hij was erbij om David te ondersteunen toen hij levenslang kreeg en ook toen dat vonnis in beroep nog eens werd herhaald. Hij wees Davids moeder de weg toen zij op bezoek ging en vond ook een Vlaamse man, die drie horecazaken uitbaat in Phnom Penh, bereid om regelmatig bij David op bezoek te gaan. Heistenaar Eddy blijft een van de sterkhouders achter de kleine vriendengroep die blijft knokken opdat David nog een tweede kans zou krijgen in het leven. Hoewel hij tegen longkanker strijdt, hoopt hij David samen met zijn vrouw nog te bezoeken..

Met 100 in een cel

Davids vader Freddy Catry is de vrijwilligers en sympathisanten ontzettend dankbaar. “Zonder hun steun was David misschien al niet meer in leven. David heeft astma. Hij krijgt regelmatig een puffer bezorgd. En eten. Want vaak is een kom rijst met vis het enige wat er te eten is, terwijl David allergisch aan vis. In het begin zat hij met 100 man in een cel van 100 vierkante meter. Ze liggen daar soms schouder aan schouder. In een cel met aangestampte aarde. Nu is hij gelukkig overgeplaatst naar een cel waar er slechts 70 man zitten. En er liggen tegels op de vloer, waarop hij dient te slapen, zonder matras.”

Freddy Catry, de vader van David: “Als de Belgische regering niets doet, kwijnt hij daar weg. En ik wil mijn jongen nog eens terugzien.”© Kurt Vandemaele
Freddy Catry, de vader van David: “Als de Belgische regering niets doet, kwijnt hij daar weg. En ik wil mijn jongen nog eens terugzien.”© Kurt Vandemaele

“Dat is al een stap vooruit. Een stap die geld heeft gekost, want alles kost er geld. Op een gegeven moment was hij zo ziek dat ze hem naar een oud Russisch hospitaal hebben overgebracht. De pleister brokkelde er van de muren. Hij had een ketting rond zijn been waarmee je zelfs geen hond vastlegt. Toen heeft hij me even kunnen bellen. Hij had een politieagent zijn gsm gevraagd. Tegen betaling. Want ik zeg het, alles kost er geld. Maar in dat ziekenhuis kon hij tenminste eens in een bed slapen en een douche nemen.”

Corona-uitbraak

Niet alleen telefoneren is quasi onmogelijk, David mag ook geen brieven schrijven of ontvangen. Alle communicatie moet binnen- en buitengesmokkeld worden. Maar nu hij het door de coronamaatregelen al maanden zonder bezoek moet stellen, blijven zijn vrienden en famillie vrijwel zonder nieuws achter.

In dit ziekenhuis verbleef David een tijdje.© gf
In dit ziekenhuis verbleef David een tijdje.© gf

“Gelukkig houdt het consulaat ons ook op de hoogte. En voor de rest lees ik regelmatig de Khmer-krant online”, zegt Freddy Catry. “Het laatste wat ik vernam, is dat de corona-uitbraken daar nog maar goed beginnen. We weten dat er onlangs vijf mensen besmet waren in de gevangenis en dat ze hen in de cel naast de zijne hebben ondergebracht. Het virus gaat natuurlijk niet door muren, maar je maakt je toch zorgen. Die jongen moet daar weg. Ook omdat die vrienden en sympathisanten het geen jaren meer volhouden om hem te steunen. En zonder die steun kan hij niet verder. De Fransen zijn er naar verluidt recent in geslaagd enkele landgenoten te laten overplaatsen van een Cambodjaanse cel naar een Franse. Cambodja is dus bereid om te onderhandelen. Maar dan zal de vraag van de Belgische regering moeten komen. Van Sophie Wilmès, de minister van Buitenlandse Zaken, of van Vincent Van Quickenborne. Als zij niets doen, kwijnt hij daar weg. En ik wil mijn jongen nog eens terugzien.”

Ieder jaar zijn er vijf feestdagen in Cambodja waarop de koning amnestie verleent. Maar daar moet hij niet op hopen. Als je voor drugsfeiten vastzit, kom je ten vroegste na 30 jaar gevangenis in aanmerking voor amnestie. En zegt de Vlaamse man die David geregeld ter plekke bezoekt: “Dertig jaar? Niemand die d e hel zo lang overleeft.”

Klik hier als je de petitie wil ondertekenen.


Minister Wilmès reageert: “We volgen de situatie van nabij”

Minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès bevestigt dat ze op de hoogte is van de situatie van David Catry. Actie ondernemen om hem te laten overbrengen naar een Belgische gevangenis, lijkt er echter niet meteen in te zitten. “Er is vandaag helaas geen overbrengingsverdrag tussen België en Cambodja, dat ervoor zou kunnen zorgen dat de heer Catry de rest van zijn straf in ons land uitzit”, zegt woordvoerster Elke Pattyn.

“De Belgische ambassade in Thailand volgt de zaak van dichtbij”, klinkt het nog. “Dat gebeurt in samenwerking met de Belgische ereconsul in Cambodja, die de heer Catry geregeld bezoekt en indien mogelijk voorziet van levensmiddelen. Vanzelfsprekend blijven zij dat doen. Bovendien is onlangs aan de ambassade in Bangkok gevraagd om de Cambodjaanse autoriteiten te wijzen op de fragiele gezondheidstoestand van de heer Catry en op het feit dat het mentaal heel zwaar is om door de coronamaatregelen geen bezoek te mogen ontvangen.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier