Man die als ‘undercoveragent’ portefeuille stal, vraagt vrijspraak

Een 28-jarige Bruggeling vraagt in beroep de vrijspraak voor diefstal. R.T. gaf zich samen met een vriend zich uit voor een undercoveragent om enkele tieners te kunnen beroven. Zelf ontkent hij. “Ik heb nog nooit iets gestolen!”

Op 27 augustus 2018 werd de Brugse politie opgeroepen voor een diefstal in de buurt van de Smedenpoort. Drie tieners vertelden hoe ze benaderd waren door twee zogenaamde undercoveragenten. De slachtoffers moesten van de valse agenten hun zakken leegmaken. Op die manier maakten T. en P. oortjes en een portefeuille buit. Toen ze even later werden opgepakt, hadden ze echter geen gestolen spullen meer op zak. Op de gsm van M.P. vonden de speurders wel een foto van een identiteitskaart. De beklaagde bleek zich op 20 juli al eens als agent te hebben voorgedaan. P. fouilleerde toen zijn slachtoffer en maakte de bewuste foto van zijn identiteitskaart.

R.T. en M.P. werden veroordeeld tot respectievelijk 130 en 150 uur werkstraf. R.T. ging in beroep om de vrijspraak te vragen. Hij beweert dat hij zich nooit als undercoveragent heeft voorgedaan, maar de jongeren enkel aansprak op hun cannabisgebruik. Hij zou de cannabis hebben afgenomen en hebben weggegooid. Maar noch de portefeuille, noch de cannabis of de oortjes werden later teruggevonden. Het openbaar ministerie is wel van oordeel dat de man schuldig is, maar geeft toe dat vooral M.P. de aanstoker was. “Maar zelfs als jij je niet hebt uitgegeven voor agent, heb je hem ook niet tegen gehouden. Je hebt niks gedaan om dat te verhinderen. Je hebt ook de cannabis afgenomen, waar je het recht niet toe hebt.” Omdat het aandeel van M.P. –die 150 uur werkstraf kreeg- wel veel groter is, is de procureur-generaal wel akkoord om de werkstraf voor R.T. te verlagen naar 75 uur. M.T. was ook niet aan zijn proefstuk toe, terwijl R.T. een volledig blanco strafblad heeft. R.T. blijft er echter bij dat hij niks verkeerds heeft gedaan. “Ik ben een sportman. Ik ben tegen drugs en heb de jongeren daarop aangesproken. Maar ik heb geen oortjes of portefeuille gestolen. Ik heb die ook niet nodig. Ik heb nog nooit iets gestolen.” Uitspraak op 15 september. (OSM)