Zeezoogdier
Ze wonen allebei in Kortrijk en delen een liefde voor het goede leven en schrijven. Verder hebben onze twee columnisten weinig gemeen. Wekelijks geven ze hier een inkijkje in hun uiteenlopende levens. Deze week is dat Stephanie Coorevits, auteur, psychologe en televisiemaakster.
Een paar dagen geleden had ik met een zeer dierbare, zeer zwangere vriendin afgesproken om een koffie te gaan drinken. Moeizaam waggelde ze richting mijn tafel om vervolgens met een diepe zucht naast me neer te ploffen. “Hoe gaat het?”, vroeg ik met een meelevende blik. Ik kreeg er een vol misprijzen terug. “Hoe denk je dat het gaat? Ik weeg 400 kilo, kan mijn eigen veters niet meer strikken, mijn foef is veranderd in een soort van buidel en mijn vent wil geen seks meer omdat ik meer lijk op een groot zeezoogdier dan op een vrouw.” “Je ziet eruit alsof je geen gram boven de 300 kilo weegt”, probeerde ik troostend. Gelukkig moest ze lachen.
“Vertel eens meer over die buidel”, vroeg ik, want daar was ik wel erg benieuwd naar. “Ik weet niet wat daar beneden precies is gebeurd,” zuchtte ze, “maar ik snap opeens waarom mijn schoonheidsspecialiste zo lang bezig is. Waar vroeger alles strak op zijn plaats zat, is daar nu een soort zak voor in de plaats gekomen.” “Als een soort van kalkoenlel?”, vroeg ik. “Ja, zoiets. Geen idee wat het is en of het ooit weer weggaat maar dat zal wel de reden zijn waarom mijn lief niet overloopt van goesting als ik mijn kleren uittrek.” “Je weet niet of het daardoor komt,” probeerde ik sussend, “waarschijnlijk hangt je buik te hard in de weg om het goed te kunnen zien. Misschien denkt hij dat hij tijdens de seks een deuk in het hoofdje zal duwen? Blijkbaar denken veel mannen dat.” Daar moesten we beiden hard om lachen.
“’Je ziet eruit alsof je geen gram boven de 300 kilo weegt’, probeerde ik troostend”
“Dat dacht ik eerst ook,” antwoordde ze, “dus toen heb ik hem een prent getoond. Je weet wel, zo een die ze geven tijdens de les seksuele voorlichting op de lagere school. Waar toch duidelijk op te zien valt dat hij nog een heel stuk tekortkomt. “En?”, vroeg ik nog maar het antwoord viel te voorspellen. “Dat dat duidelijk geen prent was van wat hij door Moeder Natuur geschonken kreeg.” We rolden beiden met onze ogen.
“Ik wou dat ze je zulke dingen vertelden voor je zwanger wordt”, zuchtte ze wat verdrietig. “Je weet wel, al die dingen die vrouwen weten maar voor zich houden. En al die dingen die mannen wel zeggen maar beter voor zich zouden houden. Dan ben je tenminste voorbereid.”
“Zal ik er een column over schrijven?”, vroeg ik. Dat vond ze goed. Dus vrouwen: als je hoogzwanger bent, verandert je foef in een kalkoenlel. Dat komt hoogstwaarschijnlijk wel weer goed aangezien mannen schijnbaar toch weer de goesting vinden om later een tweede kind met hun vrouw te maken. En mannen: zou je a.u.b. het fatsoen willen hebben om je hoogzwangere, van hormonen vergeven vrouw te plezieren als ze daarom vraagt? Dit is namelijk een typisch voorbeeld van een situatie waar het duidelijk níét om jullie gaat.
Stephanie en Siel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier