Televisiemaker, moestuinier en Bruggeling Wim Lybaert laat zich inspireren door mensen die zijn hart verwarmen, momenten die hij nooit wil vergeten en het goeie West-Vlaamse leven.
Babysit Evi was indertijd zeer vereerd dat de kinderen onze eerste, mooie, witte kip naar haar vernoemden. Met Colette en Dikkie Dik was het eerste trio Lybaert-kippen compleet. Daarna volgden nog Bruintje en Kleintje. De creativiteit van mijn kroost om namen te vinden, nam wat af met de jaren. Ondertussen blijft alleen die laatste kip nog over. Momenteel heeft onze huiskip de hele tuin voor haar alleen, maar over een week of twee mag ze vers jong kakelend geweld verwachten.
Ik merk dat ze vriendinnen mist, want kippen zijn sociale wezens. Nu ze alleen is, zoekt ze echt contact met ons. ‘s Morgens vroeg komt ze naar het terras gewaggeld en ze blijft de hele dag rond het huis scharrelen en pikken. Als er iemand in de tuin komt, gaat haar kopje de lucht in en komt ze kakelend af. Best schattig eigenlijk… Soms maak ik er mopjes over dat we Kleintje toch beter in een coq au vin zouden draaien omdat ze op haar oude dag zo weinig eieren legt. Maar mijn dochter van zes kijkt dan zo verschrikt en spert haar blauwe ogen dan zo ver open dat ik het niet over mijn hart zou krijgen. Als je dieren een naam geeft, moet je ervan uitgaan dat je ze niet zal opeten…
Vroeger had bijna ieder dorp, iedere streek zijn eigen kippenras. Spijtig genoeg is een pak van die rassen verdwenen, er werd gewoon niet meer mee gekweekt. De ver doorgedreven kippenindustrie wil een eenheidskip die zo snel mogelijk slachtklaar is, rond één tot anderhalve kilogram. En die oude kippenrassen groeien nu eenmaal traag en wegen volwassen gemakkelijk een paar kilogram.
Gelukkig zijn ze niet allemaal uitgestorven. Misschien heb je al eens van de Mechelse koekoek gehoord? Of van de Zilverbrakel of het Zottegems hoen? Maar laat ons eens westvlaanderen: er bestaat ook een Izegemse koekoek. Een ferm uit de kluiten gewassen vleeskip die drie tot vier kilogram kan wegen.
Als gebrakt en gespogen Bruggeling is mijn favoriet natuurlijk de Brugse vechter. De naam doet vermoeden dat dit een agressief en dominant beest is. En inderdaad, 100 jaar geleden werden ze gebruikt voor hanengevechten. Maar vorig jaar heb ik er een paar gekweekt en ik heb zelden zo’n bedeesde, zachtaardige en schuchtere kip meegemaakt. Soort zoekt soort zeker…
Eigenlijk zou iedereen kippen moeten houden. Ze ruimen een gigantische afvalberg uit de weg, maken de moestuin onkruidvrij in de winter en je hebt altijd eten in huis. Eitjes van eigen kippen zijn zoveel lekkerder, de dooier is mooi diepgeel en de trots waarmee je ze ‘s morgens opraapt, proef je gewoon in je omelet, quiche, spaghetti carbo-nara… Hmmm, ik krijg precies een klein hongertje…
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier