Vaderliefde

© Pixabay
© Pixabay
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

De een vloog uit naar Antwerpen, de ander woont nog altijd in Kortrijk. De West-Vlaamse stad waar zowel Leen als Stephanie geboren werden. Beiden delen ze een liefde voor schrijven en het goede leven. Elk om beurt geven ze hier een inkijk in hun week. Deze week is dat Stephanie Coorevits (36), auteur, psychologe en televisiemaakster.

Een paar maanden geleden, midden in de lockdown, overleed mijn grootvader. De papa van mijn papa. Hij was nierpatiënt, dementerend en takelde in enkele maanden razendsnel af. Elke dag zat mijn vader aan het ziekenhuisbed: voor zijn werk, erna of vlug even over de middag. De avond voor mijn grootvader stierf, raakte hij in een coma, zijn longen liepen vol vocht en elke ademteug klonk pijnlijk rochelend. Ook die avond zat mijn vader naast zijn vader, helemaal alleen, want er mocht geen bezoek komen. De verpleegsters wisten dat het niet lang meer zou duren voor mijn pappie de strijd zou opgeven en dus maakten ze die avond een uitzondering op de bezoekregeling.

Hoe ouder je wordt, hoe minder het uitmaakt wie voor wie zorgt

Een voor een druppelden we de kamer binnen tot we met zijn vijven rond het sterfbed van mijn grootvader zaten: mijn zussen, broer, mijn papa en ik. ‘ Jullie moesten niet komen, hoor, ’ zei mijn vader, ‘ er is niets meer aan te doen. ’ Maar we kwamen niet echt voor mijn grootvader, we kwamen voor onze eigen vader. Telkens pappie reutelend om zuurstof vocht, zag ik mijn vader een beetje ineenkrimpen. Ik zag hoe hij de hand van zijn vader vastnam, er even in kneep en heel eventjes ademde mijn grootvader weer normaal. ‘ Hij voelt dat, hé, ’ zei mijn vader, ‘ dat wij er zijn. Hij kalmeert als hij mijn stem hoort. Raar toch, dat ze dat voelen ?’ We mompelden even instemmend maar wisten wel dat hij niet echt een antwoord verwachtte. ‘ Misschien moeten we eentje drinken ’, opperde ik voorzichtig, ‘ je weet wel, om te toosten op zijn leven. ’ Wat onwennig giechelend haalde ik een fles wijn boven die ik had meegesmokkeld, samen met wat hapjes waarvan ik wist dat mijn vader die graag lustte. De wijn was waardeloos en de hapjes werden amper aangeraakt maar de sfeer werd iets losser en een voor een begonnen we grappige anekdotes over pappie te vertellen tot we met zijn vijven hardop zaten te lachen. Iets te hard om verhalen die misschien niet zó grappig waren maar zo gaat dat, op moeilijke momenten, je emoties raken wat uit balans. Rond elf uur ‘s avonds verlieten we de ziekenhuiskamer. ‘ Je zal het zien, hé ,’ zei mijn vader, ‘ als we weg zijn, dan zal hij sterven. ’ En dat was ook zo.

Ik weet niet precies wanneer kinderen ook voor hun ouders beginnen te zorgen maar vroeg of laat doen we het allemaal: soms erg duidelijk zoals mijn vader voor pappie op zijn sterfbed en soms wat subtieler, zoals wij die avond voor onze papa. Hoe ouder je wordt, hoe minder het uitmaakt wie voor wie zorgt, uiteindelijk is het allemaal liefde. Aan alle papa’s wens ik een heel gelukkige Vaderdag maar aan de mijne toch het meest van allemaal. Dank je wel om zo goed voor ons te zorgen.