The ultimate Damier experience
Ze wonen allebei in Kortrijk en delen een liefde voor het goede leven en schrijven. Verder hebben onze twee columnisten weinig gemeen. Wekelijks geven ze hier een inkijkje in hun uiteenlopende levens. Deze week is dat Siel Verhanneman (32), auteur en dichter.
“Siel, we moeten écht binnen zitten, anders mis je The ultimate Damier Experience!”, dit is mijn lief en we stonden voor een hotel op de Grote Markt van Kortrijk. Ik was op zijn zachtst gezegd nogal sceptisch. Doorgaans identificeer ik mij met het type vrouw dat naar de hippe, groezelige koffiebar gaat. Ik heb niks met de etablissementen in de omgeving van de Markt. Het groezelige aspect heb ik nodig om niet uit de boot te vallen: er zit altijd wel ergens een restje fruitpap op mijn blouse. Ik voelde mij écht te weinig chique madam maar mijn lief had hier onlangs een meeting gehad en ik moest per se mee. Het terras was blijkbaar verboden terrein, want dan heb ik de *ultieme ervaring niet*, ik rolde met mijn ogen maar hij was serieus: “Siel, ik meen het. Ze hebben daar piccolo’s! Die uw bagage dragen!”
“Ik wou op slag ergens een dieprode lippenstift van Chanel kopen”
Hoe weerbarstig ik me nog wou verzetten tegen die ultieme ervaring, zo kwam die in golven op me af na het openduwen van de witte deur. De plek deed instant wat met me, ik wou op slag ergens een dieprode lippenstift van Chanel kopen en waarom had ik eens niet mijn hakjes aangedaan? Was ik dan echt een boerin geworden? Ik ging nog net niet als een prinses in haar balzaal rondjes draaien tussen de spiegels die langs beide kanten van de ruimte hangen. Ik moest het toegeven: ik hield van álles bij Damier. De marmeren tafels en opzichtige kroonluchters, de bruine lederen zetels en de smalle ramen om door te turen naar het ‘plebs’ op straat. Ik, latte-met-havermelk-ambassadeur pur sang, bestelde een koffie met slagroom die met een roze gevuld koekje geserveerd werd. De enige andere aanwezige gasten waren twee oude dametjes. In de flarden die ik opving van hun gesprek beweerden ze dat ze, toevallig allebei, in alles een XS nodig hadden de laatste tijd. En hoewel ik dat betwijfelde, knikte ik hen van ver instemmend toe: bij Damier passen we plots allemaal in die XS. We bestelden een croissant die als twee kleinere croissantjes werd opgediend en elke keer ik van de slagroom zwemmend in mijn koffie nipte, rees mijn pinkje de lucht in.
Alles was er goed in Damier. Hoe het licht er binnenviel, het enorme kunstwerk dat Parijs afbeeldt in de al even impressionante hal van het hotel, dat kun je zien wanneer je gaat afrekenen (wat helaas ook bij de ultieme ervaring hoort). Eens je buiten stapt, doe je dat als een ander mens. Je loopt rechter, trotser zowaar en je lacht in een toonaard hoger. We zijn nu enkele dagen later. De dag waarop ik deze column schrijf. En ik kan jullie één iets vertellen, ik schrijf die niet in mijn vaste, groezelige koffiebar.
Stephanie en Siel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier