Mannen en vrouwen

Boys and their toys... © Getty Images
Stephanie Rogeau
Stephanie Rogeau Medewerker KW

Geen boeiender ras dan het West-Vlaamse, vindt ook Stephanie Coorevits. De schrijfster, psychologe en televisiemaakster laat zich graag inspireren door de West-Vlamingen en hun gewoontes.

Ik ben er oprecht van overtuigd dat anno 2020 het benadrukken van de verschillen tussen mannen en vrouwen volledig passé is en zelfs onverdraagzaamheid en verzuring in de hand werkt. En iedereen weet dat verzuring wel het laatste is wat deze maatschappij nodig heeft.

Dus als zo’n babyboomer tegen mij begint over mannen die van Mars komen en vrouwen van Venus verzucht ik lichtelijk verveeld dat dat dan wel kan zijn maar dat we toch vreedzaam samen moeten leren leven op planeet Aarde. Ik maak me niet langer kwaad wanneer een of andere macho aan de vrouwtjes refereert als het ‘zwakke geslacht’ maar lach minzaam en zeg dat fysieke kracht toch prachtig complementair is aan emotionele intelligentie. En vraag me louter in stilte af wanneer de laatste keer was dat hij een mammoet met zijn blote handen neerhaalde.

Zelden een man tegengekomen die níét enthousiast in zijn handjes klapt bij het zien van een drone

Enkel wanneer het om kleine en onschuldige zaken gaat, durf ik me vrolijk te maken over de verschillen der seksen. Zoals het feit dat wij, vrouwtjes, af en toe onze hormonale wispelturigheid als excuus gebruiken om te klagen over onze mannen, bij voorkeur onder het genot van een sprankelend drankje (of tien). Of de liefde van de mannen voor gadgets. Zelden een man tegengekomen die níét enthousiast in zijn handjes klapt bij het zien van een drone, de laatste iPhone of een ander ‘Wonder der Technologie’.

Een voorbeeld uit het leven gegrepen: mijn lief en ik maken ons klaar om naar bed te gaan. Ik plug mijn telefoon in een oldskool oplader en hij legt de zijne op zo’n plat schijfje dat je gsm oplaadt zonder dat je effectief een kabel in het ‘gat’ van je telefoon moet steken. ‘Zo doe ik dat,’ zegt hij trots terwijl hij liefdevol het schijfje observeert, ‘ik leg mijn telefoon er gewoon op en klaar‘. Ik gniffel even vanonder het donsdeken. ‘Wat zit je nu weer te lachen?‘, vraagt hij. ‘Ik vind het gewoon grappig‘, antwoord ik, ‘hoe je over dat ding spreekt alsof je het zelf hebt uitgevonden terwijl je toch niet veel meer doet dan je telefoon ergens op leggen.‘ ‘Je begrijpt er niets van,’zegt hij,en je bent een trut.‘ Ik bedenk dat beide waarschijnlijk wel waar zullen zijn maar dat zeg ik natuurlijk niet. Neen, het feit dat hij me een trut noemt lijkt me een uitstekend onderwerp om te bespreken op mijn volgende bingedrinking event/girls’ night.