Na een jaar deprivatie lonkte het avontuur. Dus bevond ik me afgelopen weekend op een boot, een schip van 12 meter dat we ‘zonder enige vaarervaring’ mochten besturen.Toen bleek dat wij dat heel letterlijk hadden genomen, zei de instructeur ‘ oei ’.
Het belette hem niet om ons, zonder verder veel poespas, zoals het een zeebonk betaamt, de onbekende wateren op te sturen. De Nokia 3310 met één streepje batterij en drie noodnummers zou ons behoeden van de ondergang. Intussen voerden emotie en ratio een intens gevecht in mijn ingewanden.
Sinds ik op zevenjarige leeftijd Jaws zag, heeft mijn angst voor water groteske proporties aangenomen. Eerst was het enkel de zee die me de daver gaf, later volgden een donker meer, daarna het zwembad. Natuurlijkweet ik dat er geen haai in dat zwembad kan, maar dat maakt de angst er niet minder om. Het is een fysiek voelbare angst die mijn lichaam in een staat van verlamming brengt alsof het gevaar me op dat moment al in de ogen loert. Eenmaal weer veilig op het droge kan ik er meestal smakelijk om lachen. Om de zoveel maanden probeer ik iets om die angst de baas te kunnen. Het werkt niet. Deze keer ging het niet anders.
Ik tuurde van de gps naar het water op zoek naar de herkenningsboeien en de aanwezigheid van een dreigende vin
Het leek logisch dat mijn compagnon plaatsnam aan het roer. Ik tuurde van de gps naar het water op zoek naar de herkenningsboeien en de aanwezigheid van een dreigende vin. Naarmate het avontuur vorderde, kon ik met momenten een beetje ontspannen. Tot ik het zowaar fijn vond en ook eens wou sturen. Na amper vijf minuten weerklonk er een alarmsignaal en flikkerde het batterijsignaal op het dashboard. In één flits kwam de angst over me gespoeld. Net zoals de golven en de stroming die ons straks de dood in zouden sleuren. Volgens de kaart moesten we nog minimum anderhalf uur afleggen vooraleer we een haven zouden tegenkomen. Op de noodnummers waar ik intussen obsessief naar belde, bleef het stil. Het is de koelbloedigheid en de ratio van mijn kapitein die ons gered heeft: ‘niet panikeren, motor laten draaien en zien waar we geraken, sturen kunnen we nog altijd’. Ik heb de rest van de rit in stilte gestresskauwd op een stuk oud brood. Ik heb voor even genoeg avontuur gehad.