Delphine Steelandt is sportinstructrice en voedingsdeskundige en is als bestsellerauteur van onder meer #fitfood, #fitmom en #fitbody expert inzake alles wat gezonde voeding, uitdagend sporten en bewegen is. Elke week geeft ze hier tips voor een fitte levensstijl.
De smartphone, hij is niet meer weg te denken uit ons leven, zowel privé als professioneel. Sommigen zijn er zelfs vergroeid mee… En dat hebben onze polsen geweten. Tijd om ze extra aandacht te geven.
– Losjes in één hand met een dominerende duim of met twee handen vasthoudend en twee tokkelende duimen… Handen, vingers en polsen maken voortdurend dezelfde bewegingen waardoor ze ‘versteend’ geraken en dus veel zwakker en minder mobiel worden.
– Je handen bestaan uit 27 botjes waarop heel wat spieren en pezen aanhechten. De meeste spieren lopen door je polsen verder naar je armen. Dat is het geval zowel aan de voor- als achterkant van je pols/arm en zowel diep als oppervlakkig. Blijf je in één bepaalde houding, dan zullen de spieren aan de ene kant veel moeten werken en aan de tegengestelde kant zullen ze verzwakken omdat er té weinig dynamiek is. In extreme gevallen gaat je botstructuur zich ‘nestelen’ volgens jouw smartphonehand.
– Met eenvoudige oefeningen kan je gelukkig heel wat problemen voorkomen en genezen.
Oefening 1 h2>
Sta recht en strek je beide armen voor je uit. Maak om en om een harde vuist en strek alle vingers zo ver mogelijk uit. p>
Oefening 2 h2>
Zelfde startpositie als oefening 1 maar nu ga je met gestrekte handen en vingers om en om opwaarts en neerwaarts wijzen. Ga altijd voor een zo groot mogelijke beweging en zoek de uiterste grens. p>
Oefening 3 h2>
Zit op handen en knieën met je zitvlak op je hielen of je heupen boven je knieën. Probeer al je vingers afzonderlijk een voor een in alle mogelijke richtingen te bewegen. p>
Met deze 3 goeie oefeningen verstevig en versoepel je je polsen. p>
Sta recht en strek je beide armen voor je uit. Maak om en om een harde vuist en strek alle vingers zo ver mogelijk uit. p>
Zelfde startpositie als oefening 1 maar nu ga je met gestrekte handen en vingers om en om opwaarts en neerwaarts wijzen. Ga altijd voor een zo groot mogelijke beweging en zoek de uiterste grens. p>
Zit op handen en knieën met je zitvlak op je hielen of je heupen boven je knieën. Probeer al je vingers afzonderlijk een voor een in alle mogelijke richtingen te bewegen. p>