Balanceren tussen natuur en cultuur in de Oise

Pierrefonds is een sprookjesachtig kasteel waar je in je eentje kunt in ronddwalen en je fantasie de vrije loop laat. © Laurent Destrebecq
Nancy Boerjan

De Oise, het Franse departement net boven Parijs, wordt geroemd om haar natuur én cultuur. En toch is de streek ons minder bekend. Want we rijden al dat moois doorgaans straal voorbij, op weg voor een weekendje in de lichtstad of een vakantie in het zuiden. Wij ontdekten alvast vijf interessante redenen om er toch even halt te houden.

1. Kastelen, véél kastelen

De Oise ademt geschiedenis en dat is er tot op vandaag aan te zien. Op nog geen uur rijden van elkaar vinden we er de kastelen van Chantilly, Pierrefonds en Compiegne. Drie keer goed om flink van onder de indruk te geraken. Drie heel verschillende kastelen bovendien, elk op zich de moeite waard. De meest imposante van het trio is onmiskenbaar dat van Chantilly, waarin naast de overdadig ingerichte woonvertrekken ook het Condé Museum is ondergebracht, met de grootste collectie oude schilderijen na het Louvre. De hertog d’Aumale, de laatste prinselijke eigenaar, liet in zijn testament opnemen dat de werken er voor eeuwig en altijd aan de muur moeten blijven hangen. Uitgekeken, maar nog lang niet uitgewandeld: want na het kasteel wacht ons nog een 115 hectare groot park met Franse, Engelse, Chinese… tuinen, aangelegd door de bekende tuin- en landschapsarchitect André le Nôtre. Je kunt er picknicken bij de fonteinen waar ook een paar speeltuigen staan opgesteld, of wat meer centen besteden aan de lunch of aan een portie van de befaamde ‘crème de Chantilly’ in restaurant Hameau, ondergebracht in één van de zeven rustieke maisons de répos die de notabelen van toen er lieten optrekken. En nog zijn we daarmee niet klaar, want in de beroemde paardenstallen op het domein valt ook een en ander te zien en te beleven: er passen naar verluidt 240 paarden en 500 honden in, vandaag zijn het er een dertigtal dat dagelijkse demonstraties en shows laat zien. En ook hier weer een flinke kunstcollectie, met de relatie tussen mens en paard als thema: van schilderijen en sculpturen tot ruiteruitrusting.

Compiegne is een stadje met statige huizen langs brede lanen en pleinen en een levendig centrum met leuke winkeltjes en authentieke straatjes.

1/4

Compiegne is een stadje met statige huizen langs brede lanen en pleinen en een levendig centrum met leuke winkeltjes en authentieke straatjes.

Je kunt er picknicken bij de fonteinen, of waag je aan een portie van de befaamde ‘crème de Chantilly’.

2/4

Je kunt er picknicken bij de fonteinen, of waag je aan een portie van de befaamde ‘crème de Chantilly’.

De imposant ingerichte woonvertrekken in Chantilly.

3/4

De imposant ingerichte woonvertrekken in Chantilly.

4/4

Compiegne is een stadje met statige huizen langs brede lanen en pleinen en een levendig centrum met leuke winkeltjes en authentieke straatjes.

1/4

Compiegne is een stadje met statige huizen langs brede lanen en pleinen en een levendig centrum met leuke winkeltjes en authentieke straatjes.

Je kunt er picknicken bij de fonteinen, of waag je aan een portie van de befaamde ‘crème de Chantilly’.

2/4

Je kunt er picknicken bij de fonteinen, of waag je aan een portie van de befaamde ‘crème de Chantilly’.

De imposant ingerichte woonvertrekken in Chantilly.

3/4

De imposant ingerichte woonvertrekken in Chantilly.

4/4

Zo overdonderend rijk als Chantilly oogt, zo sober lijkt het kasteel van Pierrefonds. Het sleept een tumultueuze geschiedenis met zich mee, maar hoewel de opeenvolgende eigenaars zich stuk voor stuk met bravoure op de herhaaldelijke renovaties en verdere uitbouw van het project gooiden – waaraan architect Eugène Viollet-le-Duc in opdracht van Napoleon III het meest verdienste heeft -, geraakte het nooit lang bewoond. Geen zware gordijnen, weelderig behang of protserig meubilair dus in Pierrefonds, wel een sprookjesachtig kasteel waar je in je eentje kunt in ronddwalen en je fantasie de vrije loop laat, of een gids je doorheen eeuwen turbulente geschiedenis loodst en op de vele bijzondere details wijst. Nog tot eind 2023 zijn er renovatiewerken aan de gang in een deel van het kasteel. Het blijft evenwel toegankelijk voor het publiek, op de grote ‘salle des Preuses’ na. Ook goed om weten: het kasteel is moeilijk toegankelijk voor minder mobiele personen. Vergeet niet om ook even rond te snuisteren in het dorpje Pierrefonds zelf, met het voormalig treinstationnetje en een idyllisch meer met waterfietsen waaronder eentje in de vorm van… een zwaan.

De Oise ademt geschiedenis, verdwaal er in schitterende kastelen

Een kasteel propvol prikkels, eentje om in weg te dromen, en dan is er nog dat van Compiegne. Het doet denken aan Versailles, maar dan kleiner – nou ja – en rustiger. In de opeenvolgende appartementen krijg je een levendig beeld van hoe heersers als Lodewijk XV en Napoleon Bonaparte er hof hielden – die balzaal! Na WO II werd het kasteel opnieuw ingericht zoals het er destijds uit zag, met de meubels en kunstwerken van toen. En ook hier kun je nadien weer verdwalen in de tuinen rond het kasteel. Compiegne zelf is zeker ook een bezoekje waard, een stadje met statige huizen langs brede lanen en pleinen – op het plein voor het kasteel gaat elk voorjaar Parijs-Roubaix van start – en een levendig centrum met leuke winkeltjes en authentieke straatjes.

2. Steengoed

Om kastelen te bouwen, en huizen uiteraard, heb je stenen nodig. Onnoemelijk veel stenen. Die sinds eeuwen opgedolven worden uit kalksteengroeven in het zuiden van de Oise. Een groot deel van Parijs werd ermee opgetrokken. De nog actieve groeven leveren tot op vandaag stenen waarmee historische gebouwen gerenoveerd, of megalomane bouwprojecten verder in de wereld opgetrokken worden.

De enige vandaag te bezoeken groeve vinden we in Saint-Maximin, waar een enthousiast team zich sinds 2014 inzet om een bijzonder stuk erfgoed levend te houden. Een bezoek aan de groeve laat niets aan de verbeelding over: hier werd vroeger voor een hongerloon loodzwaar en levensgevaarlijk werk verricht door mensen die zelfs nooit het fraaie resultaat van hun arbeid te zien kregen. Een bezoek kan alleen onder begeleiding van een gids (voorlopig alleen Frans- en Engelstalig), reserveren is aangeraden. Leuke tip: je kunt er ook workshops volgen, zoals een dagje initiatie beeldhouwen.

3. Bos van Compiègne

Van april tot oktober worden er op zondagen theaterwandelingen in het bos georganiseerd.
Van april tot oktober worden er op zondagen theaterwandelingen in het bos georganiseerd.

In het Maison de la Pierre werd me op het hart gedrukt dat geen enkele streek zo’n perfecte balans tussen cultuur en natuur biedt als de Oise. Enig chauvinisme is de Fransen niet vreemd, maar onterecht is de stelling zeker niet: het bos van Compiègne, met een diameter van 14 kilometer, heeft echt wel fraaie recreatieve wandel- en fietsmogelijkheden. De routes leiden langs eiken en beuken zo ver je kan kijken, maar ook langs een schilderachtig gehucht als St.-Jean-aux-Bois en mooie vergezichten vanaf Les Beaux-Monts. La clairière de l’Armistice, een wat stoffig maar met veel positieve inzet uitgebaat museumpje, herdenkt midden in het bos een beladen stuk oorlogsgeschiedenis. Van april tot oktober worden er op zondagen theaterwandelingen in het bos georganiseerd.

www.compiegne-tourisme.fr

4. Villa du Chatelet

Vandaag woont de hartelijke Alix de Lauzanne met haar gezin in Villa du Chatelet. Ze maakt van gasten verwennen haar missie.
Vandaag woont de hartelijke Alix de Lauzanne met haar gezin in Villa du Chatelet. Ze maakt van gasten verwennen haar missie.

Het bos van Compiègne in wandelen of fietsen kan om het even waar uiteraard, maar het wordt helemaal idyllisch als je dat vanuit Villa du Chatelet kunt doen. De villa, gelegen in Choisy-au-Bac nabij Compiègne, werd gebouwd in 1886 door Léo Delibes, componist van opera’s en balletten als Lakmé en Coppélia. Vandaag woont de hartelijke Alix de Lauzanne er met haar gezin, en maakt ze er van gasten verwennen haar missie. Je verblijft er in een uitgesproken familiale sfeer, waarin Alix niettemin waakt over de privacy van haar gasten. De kamers zijn ruim en comfortabel, en de gastvrouw zet voor wie dat wenst ’s avonds verrassende en heerlijke gerechten, streek- en seizoensgebonden, op tafel. Haar ervaring deelt ze ook in kookworkshops, én er worden regelmatig kamerconcerten georganiseerd.

www.villaduchatelet.com

5. Senlis, een pareltje

Langs de autosnelweg even voor Parijs duikt de afrit Senlis op. So what? Tóch eens een kijkje gaan nemen, want Senlis blijkt een charmant middeleeuws plaatsje te zijn, in de buurt van Chantilly bovendien. Met een Gallo-Romeinse muur van 800 meter lang, restanten van arena’s waar gladiatoren elkaar bevochten in de eerste eeuw, een indrukwekkende kathedraal in gotische stijl, een bisschoppelijk paleis uit de 12de eeuw, een priorij waar nu een museum gewijd aan… de vossenjacht huist, authentieke gevels langs geplaveide straatjes die genoemd zijn naar middeleeuwse beroepen, winkeltjes om in te snuisteren en enkele mooie kunstgalerieën.

Aan de rand van Senlis, van waar je vervolgens zo het centrum in loopt, parkeer je gratis.

www.chantilly-senlis-tourisme.com

Meer over de toeristische troeven van de Oise lees je op www.oisetourisme.com