Alessia Sartor en Lien De Graeve in ‘Onder Vuur’: “Het is allemaal erg vluchtig”
Lien De Graeve verdient haar sporen al jaren op de theaterplanken. Dat ze nu als luitenant Dominique Meersman in de Eén-serie ‘Onder Vuur’ ook op televisie een rol ‘met vlees aan’ te pakken heeft, daar is ze doodcontent mee. Alessia Sartor daarentegen komt pas aan het venster van de theater- en televisiewereld kijken en speelt in diezelfde serie Nina Gonzalez, grote mond, klein hartje. Veel meer dan hun West-Vlaamse roots en aangeboren nuchterheid hebben ze niet gemeen, maar dat volstaat voor een warme vriendschap.
Voor een filmcamera voelen acteurs zich in hun element, voor een fotocamera veel minder. Niet zelf verzonnen, het is een gegeven dat Alessia met me deelt terwijl ze wat staat rond te draaien in het zolderatelier van onze fotograaf. “Beetje awkward, zo jezelf staan wezen voor een fototoestel”, grijnst ze een grijns die niet wil wijken. Naar verluidt denkt een collega-acteur van haar op een moment als dit aan dode zeehondjes. Het helpt hém in elk geval. Of misschien moet ze doen alsof ze een patattenzak is, probeert de fotograaf. Hij doet het zelf ook als hij moet poseren. Gewoon loslaten. Waarop Lien ogenblikkelijk een meesterlijke patattenzak neerzet. “Okay okay, serieuze blik nu”, zucht Alessia als ze daar om uitgelachen is. En dan legt ze haar hoofd op Liens schouder. Ontroerend mooi is dat ineens.
Het klikt tussen de twee, dat bleek eerder die dag al in de Gentse koffiebar waar ik met Alessia en Lien heb afgesproken. Ze kennen elkaar pas sinds de opnames van de nieuwe Eén-serie Onder Vuur maar ik mag hen gerust al vriendinnen noemen.
Hoe kijken jullie terug op die opnames?
Lien: “Corona heeft die opnames behoorlijk bemoeilijkt. Dat de serie er daadwerkelijk is, is achteraf bekeken een krachttoer. Maar tegelijk ontstond er, net door alle moeilijkheden, een enorme samenhorigheid tussen al wie erbij betrokken was. Als acteur ontmoet je veel interessante mensen tijdens de verschillende opdrachten en het is het mooiste cadeau wanneer je een paar van die schone mensen verder meeneemt in je leven.”
Alessia: “Ik had de hele opnameperiode door een soort kampgevoel. Beau Séjour vond ik al een mooie ervaring, maar nu had ik meer draaidagen en was de band tussen alle teamleden – inderdaad mee door corona – zo mogelijk nog hechter. We voelden ons gewoon bevoorrecht dat we móchten werken.”
Lien: “Tijdens een bootcamp werden we een week lang ondergedompeld in het leven als brandweerlui. Daar zijn we echt aan de praat geraakt met elkaar. De perfecte teambuilding vooraleer we gingen filmen samen.”
Lien: “Niet voor mij, maar voor Alessia misschien wel. Zij heeft een veel groter scoutsgehalte dan ik.”
Alessia: “Het zegt mij inderdaad wel iets. Ik ben nog jong en ik smijt me gemakkelijk ergens in. Eerst doen, dan denken: zo zit ik wel in elkaar. Maar vuur blijft vuur en is in de eerste plaats gevaarlijk natuurlijk. En urenlang met een persluchtfles op je rug werken, is niet bepaald een pretje. Toch zou het fysieke aspect van de job, de actie, het teamgevoel ook, me wel liggen. Maar het mentale luik zou me echt te zwaar vallen. Ik zou de miserie die ik gezien heb mee naar huis nemen, en dat is nefast.”
Ik krijg eindelijk wat grain – meer rimpels! – met interessantere, meer echte rollen tot gevolg
Maar dit tijdelijke brandweerleven heeft van jullie in elk geval vriendinnen gemaakt.
Lien:“Ja. En soms vind ik dat een beetje raar, want we schelen best veel in leeftijd. Een keer merkte Alessia op dat ze mijn bloesje mooi vond, ‘een beetje de stijl van mijn moeder’, zei ze. Dat was wel even confronterend, net omdat ik niet stilstond bij dat leeftijdsverschil. (lacht) Maar als je iemand echt graag hebt, speelt dat eigenlijk geen rol. We voelen ons goed bij elkaar, het is moeilijk om dat uit te leggen.”
Alessia: “Ik voel het ook echt niet aan alsof Lien ouder is dan ik. Het is wel prettig dat zij meer ervaring heeft, en ik alleen al daardoor veel van haar leer. Maar ik praat gewoon heel gemakkelijk met haar, over om het even wat, soms ook over onderwerpen waar ik met leeftijdsgenoten niet over praat.”
Kenden jullie elkaars acteerprestaties op voorhand?
Alessia: “Lien stuurde me een compliment over mijn rol in Beau Séjour, heel lief. En ik heb als tiener De Rodenburgs gezien! Ik vond Lien daar echt goed in, een vriend van me noemt haar zelfs iconisch als Maaike. Ook al doet ze er zelf een beetje lacherig over.”
Lien: “Ach, zo veel had die rol niet om het lijf. Ik kwam net van school, het was een mooi aanbod. Maar sindsdien werd ik wel vaker gecast voor lieve meisjesrollen. Zeker voor televisie, in het theater heb ik gelukkig veel verschillende rollen gespeeld en veel meer geëxperimenteerd. Maar ik ben doodcontent dat ik nu eindelijk ook eens een televisierol met vlees aan te pakken heb. Als Dominique in Onder Vuur ben ik een vrouw die zich overeind moet zien te houden in een mannenwereld. En dat doet ze niet altijd even elegant. Dat vind ik wel leuk aan ouder worden: ik krijg eindelijk wat grain – meer rimpels! – met interessantere, meer echte rollen tot gevolg.”
Wat verwacht jij van acteren, Alessia? Het tweede seizoen van ‘Beau Séjour’ zette jou vanuit het niets op de kaart.
Alessia: “Beau Séjour is me inderdaad overkomen. Ik nam deel aan de audities, zonder de minste verwachtingen, want tot dan had ik acteren als job zelfs nooit overwogen. Maar ik kreeg de rol en daar ben ik alleen maar dankbaar om, net als om Onder Vuur dat daar dan weer het gevolg van was. Maar ik ben realistisch, hierna kan het voorbij zijn. Al zou ik dat heel jammer vinden, want ik heb ontdekt dat acteren mij heel gelukkig maakt.”
Zijn jouw verwachtingen intussen ingelost, Lien? Ten tijde van ‘De Rodenburgs’ verklaarde je dat je het acteursleven ‘heel erg rock-‘n-roll’ vond.
Alessia: “Typisch Lien om zoiets te zeggen.”
Lien: (lacht) “Maar dat vind ik wél nog altijd. Mijn leven ziet er elke week anders uit en dat blijf ik het mooie vinden aan deze job.”
“Mijn man is ook acteur en muzikant, én we hebben twee kinderen. Soms is het dus puzzelen, maar zolang we het graag doen en onze frigo vol zit – heel belangrijk, want we zijn genieters! – blijven we dit doen. En natuurlijk ken je als acteur periodes zonder werk, en ga je twijfelen aan jezelf, want ons werk valt nu eenmaal voor een groot deel samen met wie we zijn. Je hoort me niet zeggen dat het altijd gemakkelijk is, maar tot nu toe lukt het dus wel.”
“Ik heb vooral geleerd dat het allemaal erg vluchtig is. Door Onder Vuur staan we nu een paar maanden in de kijker, daarna zijn we weer anoniem. Daar hoef je het dus echt niet om te doen, zeker in Vlaanderen. Je moet vooral graag acteren.”
Minder bekend is dat Lien samen met Mathias Sercu en Tom Ternest Theatermakery Het Eenzame Westen oprichtte, een gezelschap dat ‘West-Vlaamse’ bewerkingen van klassiekers brengt, naast eigen werk dat aansluit op de West-Vlaamse identiteit. Met een daarvan, ‘Zwins’, toeren ze al jaren succesvol rond, ook dit najaar en volgend voorjaar opnieuw.
Lien: “We zijn met Het Eenzame Westen begonnen omdat we het belangrijk vonden om het West-Vlaams in het theater levend te houden, het is een enorm rijke taal, erg muzikaal ook. En dat werd van bij het begin goed onthaald. We hebben nu zelfs subsidies gekregen voor een nieuwe productie, Suiker.”
Spreken jullie zelf nog West-Vlaams?
Lien: “Ik groeide op in Hooglede maar sprak toen al een tussentaal, omdat mijn vader Oost-Vlaming is. Op mijn achttiende trok ik weg, nu woon ik al jaren in Antwerpen en mijn man is een Nederlander. Dus neen, ik spreek het zelf niet. De tekst voor onder meer Zwins heb ik fonetisch geschreven en geleerd, en aan mijn jeugd hou ik nog wel de goeie tongval over. We passen de tekst zelfs aan aan het specifieke dialect van de locatie waar we spelen. Het woord ‘wij’ wordt in het Zwevegems wilder, in het Roeselaars wieder. Het gaat ver, ja.”
“Maar pas op: als ik me kwaad maak, klink ik heel erg West-Vlaams. Het hangt samen met het beleven van oergevoelens, dan komt die taal opeens weer naar boven. En dat doet dan zo’n deugd!” (lacht)
Alessia: “Bij mij hangt het ervan af met wie ik spreek. Momenteel heb ik een horecajob in Oostende en daar spreek ik heel plat. Thuis is het ook een tussentaal omdat mijn mama Antwerpse is. Maar inderdaad, een tijdje terug was ik moe en verdrietig en plots zei ik iets heel West-Vlaams tegen een Gentse vriendin. Ze moest er erg om lachen, die versie van mij kende ze nog niet.”
Jullie lijken me ook twee voorbeelden van West-Vlaamse nuchterheid?
Lien: “Oh ja! Altijd twee voetjes op de grond…”
Alessia: “Ik zou niet moeten proberen om te gaan zweven. Ik hoor het mijn pa al zeggen: ‘doe maar normaal’. (lacht) Het zit ook niet in me. Ik vind het zelfs vreemd als iemand zich bijzonder gaat voelen omdat hij of zij op tv te zien is. Acteren is ook maar een job als een ander tenslotte.”
Toch ook minder nuchtere kantjes?
Lien: “Ik ben ook emotioneel, ja. En ik verstop het niet als ik me goed voel, of me net een keertje niet goed voel. Met het West-Vlaamse idee ‘wat gaan de mensen wel niet denken?’ heb ik niks. Maar die open mentaliteit was er thuis in Hooglede al. Ik ben dankbaar dat ik mijn weg mocht gaan en me kon ontplooien zoals ik wilde.”
Alessia: “Ik ben een verdoken emotionele. Niet uit angst om wat anderen van me zullen denken, ook niet omdat er niet over gepraat kan worden… Ik heb gewoon graag dat het vooruitgaat, en te lang stilstaan bij gevoelens belemmert dat. Emoties verwerk ik liefst alleen. Daar val ik anderen niet graag mee lastig, ook al kan ik zelf best goed luisteren naar de besognes van anderen.”
Eerst doen, dan denken: zo zit ik wel in elkaar
“Ik vind het knap zoals Lien gewoon durft te zeggen dat ze zich wat minder voelt of dat er iets op haar lever ligt, zonder daarover te toeteren. Dat moet ik misschien nog leren.”
Lien: “Ja, maar ik ben nu ook niet open tegen iedereen. Ik zit ook niet op sociale media bijvoorbeeld. Maar de mensen die me kennen, mogen me zien zoals ik ben. Tegen hen ben ik altijd eerlijk. Want als ik negatieve gevoelens wegstop, blijven ze zitten en dan wordt dat uiteindelijk een hoop… stront. Ik heb geleerd om die te lossen.” (lachen)
Of hoe die ‘Zwins’ in een gesprek als dit toch nooit ver uit de buurt zijn.
Wie is Alessia Sartor?
• Alessia Sartor (24) groeide op in Koksijde en woont nu in Gent.
• Ze studeerde international business en journalistiek in Gent.
• In 2019 vertolkte ze haar allereerste rol als Lola Claes in het tweede seizoen van Beau Séjour. Sinds deze maand is ze te zien als Nina Gonzales, de jongste vrouw van het korps, in Onder Vuur op Eén.
Wie is Lien De Graeve?
• Lien De Graeve (40) groeide op in Hooglede. Ze woont met haar man Kaspar Schellingerhout en hun twee zoontjes in Antwerpen.
• Ze studeerde af aan de toneelacademie in Maastricht en speelde sindsdien tal van theaterrollen bij onder meer Joop van den Ende Theaterproducties,
‘t Arsenaal, De Queeste, Laika, Froe Froe, Toneelgroep Amsterdam en NTGent.
• In 2010 vertolkte ze de rol van Maaike in de tv-reeks De Rodenburgs en nu is ze te zien als luitenant Dominique Meersman in Onder Vuur.
• Nog tot 5 februari 2022 toert ze met de theatervoorstelling Zwins door Vlaanderen. Je vindt de speellijst op www.heteenzamewesten.be.
Kijktips
Nomadland (Disney+)
Lien: “Frances McDormand is alles wat een actrice voor mij moet zijn. Ze heeft zichtbaar geleefd, zit vol liefde, is tegelijk kwetsbaar en keihard… Ze is álles terwijl ze niets meer doet dan in de camera kijken. Ik gelóóf haar. En daar kan ik dan zelf eindeloos gefascineerd naar kijken.”
I may destroy you (Streamz)
Alessia: “Omdat het prachtig in beeld is gebracht en vooral omdat het maatschappelijke issues zoals mentale gezondheid anders belicht: nu eens níét op een manier die medelijden moet opwekken. Er komen behoorlijk heftige onderwerpen aan bod, maar ik begreep wat er aan de hand was.”
Interview
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier