Dirk Laleman (58) trok als 18-jarige naar de universiteitsstad Gent om er aardrijkskunde te studeren. De tijd van zijn leven, alhoewel. “De eerste dag vond ik mijn kot niet meer weer en ben ik dan maar op de trein richting Diksmuide naar huis gesprongen.”
Eenmaal de boerenzoon uit Beerst de grootstad Gent gewoon was, heeft hij er toch de tijd van zijn leven gehad. “Wij zijn thuis met zes kinderen. We verschillen allemaal maar een jaar, en bijgevolg kwam er elk jaar een in Gent bij. We hebben er een huis gehuurd. Mijn oudste broer en zus deden zich als koppel voor en zo konden wij als studenten een gewoon huis huren. Het eerste jaar zat ik wel in de Home Boudewijn, samen met heel veel West-Vlamingen uit de regio, die ik al kende van het middelbaar of van de KLJ. We hebben veel gestudeerd – dat moest wel – maar we hebben er ook veel plezier gemaakt. Behalve die ene keer, toen een vriend mij een emmer water over het hoofd kieperde toen ik mijn kostuum voor het examen aan had. Niet leuk. Als wederpoets heb ik dan een emmer suikerwater onder zijn deur gegoten…”
Mijn oudste broer en zus deden zich als koppel voor en zo konden wij als studenten een gewoon huis huren
“Toen ik afstudeerde, kon ik onmiddellijk aan de slag als leraar aardrijkskunde in het Margareta-Maria-Instituut in Kortemark. Ik miste Gent. Onder mijn leerlingen voelde ik mijzelf eigenlijk nog meer student dan leraar. Ik begon buitenschoolse activiteiten te organiseren, tijdens het weekend, maar vooral tijdens de vakanties. Zo kwam ik op het idee om tijdens de herfstvakantie met mijn leerlingen van het vierde jaar een dagje naar Gent naar de universiteit te gaan. Ik had daar nog wel contacten met vrienden, die verder studeerden of doctoreerden, waardoor ik de toestemming kreeg om eens met de groep in een grote aula een stuk van een college bij te wonen.”
Onder mijn leerlingen voelde ik mijzelf eigenlijk nog meer student dan leraar
“Voor die jonge gasten is dat een totale andere wereld! Stel je voor. Ze zijn het gewoon van met een twintigtal in een klaslokaal te zitten en dan komen ze plots in een aula waar 200, 300 man zit. Ik nam ze dan ook eens mee naar de plantentuin en de Overpoortstraat. ‘s Middags gingen we dan in Overpoort in een echt studentenrestaurant eten. Ook weer een belevenis. ‘s Namiddags liet ik ze dan vrij, want jonge gasten willen nu eenmaal graag ook een beetje shoppen. ‘t Was tenslotte vakantie hé.”
“Die uitstap naar Gent ben ik elk jaar blijven organiseren. Ook toen ik 26 jaar geleden directeur werd, wou ik dit blijven doen. Enerzijds op vraag van de leerlingen zelf, anderzijds ook voor mezelf. Ik ga gewoon graag met de leerlingen op stap, of op reis. Elke vakantie ben ik wel ergens in binnen- of buitenland met een of ander jaar. Mijn job als directeur maakt mijn leven natuurlijk veel drukker, maar ik wil die uitstappen niet van de agenda schrappen. Als directeur heb ik hoofdzakelijk een bureaujob met veel vergaderingen, enz. Tijdens die uitstappen of reizen bevind ik mij midden de leerlingen. En ze zijn op dat moment niet echt met school bezig, ze zijn ontspannen en vertellen veel. Leuke anekdotes, maar ook wat scheef zit, of wat op hun lever ligt. Dat kan in de klas zijn, met medeleerlingen, maar ook met leerkrachten. Je hoort eens een andere kant en dat is ook best interessant. Dat contact met de leerlingen is voor mij een kans om te ervaren wat er werkelijk onder de leerlingen en leerkrachten leeft. Dat is voor mij school en opvoeding, en niet hele dagen vergaderen in scholengemeenschappen, in Brussel,…. Dit is natuurlijk ook part of de job, maar ik ben er van rotsvast van overtuigd, dat als je niet weet wat er aan de basis leeft, je ook maar weinig aan de top kan uitrichten. Ik ervaar soms wel tegenwind, maar elke keer gaan er leerkrachten mee als extra begeleiders en die staan achter mij. Dat doet deugd. Maar bovenal doe je het voor die jonge gasten zelf, en ook hun ouders vinden dit meestal wel een mooi initiatief.”
“Vroeger kon ik nog medestudenten van Gent vragen of we een les mochten bijwonen in een aula, nu tref ik daar al oud-leerlingen van Kortemark aan. Een van hen, Peter Geldof, heeft het zelfs tot prof gebracht. Dat is altijd een bijzonder aangenaam weerzien, en dat maakt mij eerlijk gezegd wel heel trots.”
“Ik moet toegeven, ik heb wel iets met Gent. Ik ga daar graag terug, niet alleen met de leerlingen, maar ook met mijn vrouw, eens shoppen of naar de kerstmarkt. Twee van onze drie kinderen hebben in Gent gestudeerd. Ik voerde ze soms naar hun kot, op zondagavond. Ik heb dat nooit met tegenzin gedaan. Mijn vrouw studeerde destijds in Leuven. Dat is pas ver.”
“En dan is er natuurlijk nog Brecht Dejaegere. Brecht is een oud-leerling, zat in hetzelfde jaar van mijn jongste dochter. En dat hij nu voor AA Gent speelt, in de fantastisch mooie Ghelamco-arena… Ja ook dat maakt mij wel trots.”
(Mia Vanacker)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier