Maak je tuin níét winterklaar

© GLO
Gillian Lowyck

Je kan nooit genoeg groen in huis hebben, vindt Gillian Lowyck. De Oostendse is zot van alles wat planten en bloemen zijn en schrijft hier tweewekelijks over alles wat groeit en bloeit.

Rond deze periode van het jaar kan je je tuin ‘winterklaar’ maken: het gras nog een keer maaien, uitgebloeide bloemen afknippen, gevallen bladeren opruimen… Of je kan ervoor kiezen om de luie tuinier uit te hangen en dat níét te doen. Want er is niets beter voor insecten en dieren dan een ietwat rommelige tuin.

De populaties insecten gaan zienderogen achteruit. Een te nette tuin doet daar niet veel goed aan. Want waar moeten al die beestjes kruipen als het gras gemillimeterd is? Laat het gras dus wat groeien, laat een beetje onkruid staan, verwijder mos niet meteen. Al die zaken dragen bij tot het aantrekken van insecten die op hun beurt nuttig werk doen in je tuin. Maar niet alleen insecten komen naar je tuin als die wat rommelig is; ook vogels vinden zo snel hun weg. Ook als je tuiniert in potten kan je bepaalde planten laten staan. Verbazingwekkend hoeveel insecten ook hier een plekje vinden!

Beetje rommel mag

Het is verleidelijk om uitgebloeide planten op te ruimen. Maar laat bijvoorbeeld de uitgebloeide hoofden van zonnebloemen staan, en je pleziert er een heleboel vogels mee. In zaadhoofden en uitgebloeide bloemen schuilt heel wat leven. Laat afgevallen bladeren liggen: ze vormen een natuurlijke bedekking én voeden de bodem. Tip: heb je echt heel veel bladeren? Hark ze dan samen en stop ze in een plastic zak met wat gaten in de bodem geprikt. Laat de zak een jaar staan. Daarna heb je een vruchtbaar mengsel, perfect om je bodem mee te verbeteren.

Tijd om te ontspannen, dus! De tijd dat je tuin een heel erg nette plek moest zijn waar je een gevecht voerde tegen de natuur, is voorbij. Een beetje rommel kan geen kwaad. Je tuin zal je dankbaar zijn!

Je eigen vogelvoer

Niets leuker dan op een gure winterdag naar de vogels in je tuin of op je terras te kijken. Je kan ze een handje helpen door tijdens de koudste maanden voor voedsel te zorgen. Je kan speciaal vogelvoer kopen in de winkel, maar het is ook erg fijn én simpel om zelf iets in elkaar te steken. Gebruik één deel frituurvet en één deel vogelzaad. Smelt het frituurvet in een pan. Voeg daar vogelzaad aan toe en laat afkoelen. Giet, voor de massa gestold is, in een vorm zoals een theekop of een koekjesvormpje. Je kan er ook een stevige draad insteken om daarna de vetbol op te hangen. Van zodra de bol hard is, kan hij naar buiten. Maar je kan de vetbol net zo goed in stukjes snijden en op een voederplank leggen.