Fanny Lecluyse neemt in Japan voor de derde keer deel aan de Olympische Spelen. Zowel in 2012 in Londen als vier jaar later in Rio de Janeiro eindigde haar parcours in de reeksen. Nu legt ze de lat een pak hoger.
“Ik heb op het WK al bewezen dat ik een finale kan halen”, verwijst ze naar haar zevende plaats in 2019 op de 200m school. “Op de Spelen is de concurrentie dezelfde. Het wordt niet gemakkelijk en ik weet dat ik op de Spelen nog nooit doorgegaan ben, zelfs niet naar de halve finales. Hopelijk is het derde keer, goede keer. Ik bekijk het stap per stap. Eerst de halve finale. Als ik de finale haal, zullen de medailles gaan naar wie het best recupereert en het best de wedstrijd indeelt.”
Het vertrouwen om te presteren is alvast aanwezig. “Ik heb een goede voorbereiding afgewerkt, zit dicht tegen mijn beste vorm. Op training zwom ik tijden die ik nooit eerder haalde en ik stond nooit scherper.”
Lecluyse moet het in Tokio zonder haar vriend Victor Campenaerts stellen. De werelduurrecordhouder zit niet in de Belgische wielerselectie maar ze houdt wel nauw contact met hem. “We horen elkaar elke dag. Ik hou hem op de hoogte over hoe alles verloopt. We zijn het wel gewend om alleen te zijn. Hij was in de Tour, was ook al twee maanden in Namibië, we zijn het gewend om zonder elkaar te zijn.”
Met haar toekomst na Tokio is Lecluyse, 29, nog niet echt bezig. “Ik ga sowieso nog verder zwemmen, heb nog geen datum voor een afscheid in mijn hoofd. Eerst focus op de Spelen. Maar ik kan wel al zeggen dat dit mijn laatste Spelen zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier