Wim Vansevenant hielp Peter Van Petegem aan de Ronde en een … West-Vlaams lief
Op 4 april 1999 won Peter Van Petegem (49) zijn eerste Ronde van Vlaanderen. Twintig jaar na datum nodigden we De Zwarte van Brakel uit naar De Engel in Ichtegem voor een dubbelinterview met Wim Vansevenant (47). Sevie was zes jaar lang meesterknecht van de Peet en hielp zijn kopman zelfs aan een West-Vlaams lief, Angelique Segaert uit Torhout. “Ik heb hem haar nummer gegeven, maar voor de rest heb ik me er niet mee gemoeid.”
“De eerste keer dat Sevie en ik elkaar spraken, was in oktober 1999. Tijdens het eindeseizoensfeest van de coureurs, in de Pallieter in Sint-Lievens-Houtem. Nu ja, gesproken… Die avond hebben we vooral gedronken. (grijnst) Sevie moet toen naar huis gereden zijn met de gedachte: waar ben ik hier nu terechtgekomen?”
Peter Van Petegem en Wim Vansevenant vormden een gouden tandem. Bij Farm Frites in 2000, bij Mercury-Viatel in 2001 en bij Lotto-Domo en Davitamon-Lotto tussen 2003 en 2006. De Oost-Vlaming uit Brakel als kopman, de West-Vlaming uit Eernegem als meesterknecht. Met als summum het voorjaar van 2003, toen de Peet zowel de Ronde van Vlaanderen als Paris-Roubaix won. Opmerkelijk: toen Van Petegem in 1999 zijn eerste Ronde won, kenden de twee elkaar nog niet.
Van Petegem: “Bij de amateurs moeten we zeker nog tegen elkaar gekoerst hebben. (kijkt Wim aan) Het BK voor amateurs dat ik won, in Halen, was jij daar ook? Of reed jij geen grote koersen?”
Vansevenant: (lacht) “Ik was toen waarschijnlijk nog niet goed genoeg. Neen, ik kan me ook geen wedstrijden met jou herinneren.”
Jullie leerden elkaar kennen via Geert Van Bondt.
Vansevenant: (knikt) “Toen Peter in 1999 zijn eerste Ronde won, was Geert zijn knecht.”
Van Petegem: “Kort daarna heb ik contact met Wim opgenomen. In functie van het jaar erna.”
Vansevenant: “Geert zou een trapje hoger in de hiërarchie komen en Peter zocht iemand die het werk van Geert wilde doen.”
Van Petegem: (grijnst) “Iemand om mijn schoenen te poetsen en mijn kleren te wassen.”
Ik moest een ploeg hebben waarmee ik naar de oorlog kon. Met Wim kon ik dat
Vansevenant: (droog) “Ja, zoiets. Dat was toen echt nog zo, hé.”
Van Petegem: “Ik moest een ploeg rondom mij hebben waarvan ik wist: daarmee kan ik naar de oorlog. Met Wim kon ik naar de oorlog. Het klikte meteen.”
Vansevenant: “Wij zaten ‘s avonds op één kamer met elkaar te praten.”
Van Petegem: “Over de koers moesten we maar één iets zeggen. Dan zei ik: de eerste honderd kilometer rijden we achteraan in het peloton. Daar heeft Sevie veel over geklaagd, maar dat was mijn manier van koersen.”
Vansevenant: “Dat was inderdaad even aanpassen voor mij. Maar als je knecht wordt, ben je dat 100 procent. En moet je niet proberen je eigen prijsje te rijden.”
Van Petegem: “Veel renners kunnen die klik niet maken. Ze denken allemaal dat ze een grote koers kunnen winnen. Schrijf maar op: hoeveel Belgen hebben er de laatste vier, vijf jaar nog een grote klassieker kunnen winnen?
Vansevenant: “Sinds Van Avermaet niemand meer.”
Lampaert kan dat.
Van Petegem: “Er is een verschil tussen kopman zijn en zeggen: vandaag ga ik het hier doen. Dat zal Yves nu moeten leren: zorgen dat hij de hele ploeg rond zich krijgt. Niet makkelijk in dat team, hé.”
Vansevenant: “Niet makkelijk. Je kan toch moeilijk tegen Stybar zeggen: rijd jij maar voor mij.”
Van Petegem: (knikt) “En ook Gilbert rijdt sterk.”
Hoe was Peter als kopman?
Vansevenant: “Heel correct. Hij had ook weinig woorden nodig. Hij zei: daar gaan we dit doen en daar gaan we dat doen. Daarover werd niet gediscussieerd. In vijf minuten tijd was alles beslist en dat gebeurde dan ook. Zijn koersinzicht was fenomenaal.”
‘s Avonds dronken wij samen een pint. Dat was meteen 30 watt extra in koers
Van Petegem: “Toen Wim bij Farm Frites kwam, wilde hij zich voortdurend bewijzen. Maar waarom moest hij dat doen? Dat had geen enkel nut. Ik herinner me een coureur bij Lotto die in dienst van Evans moest rijden, maar dat weigerde en zijn eigen kans wilde gaan. Wel, hij heeft nog twee jaar gekoerst.”
Peter, hoe was Wim als knecht?
Van Petegem: “Fiets of geen fiets, voor mij is het vooral de persoon zelf die telt. Er moet een klik zijn. Die was er meteen. Ik was een heel makkelijke om mee samen te werken. (lacht) In die zin dat ik eigenlijk een moeilijke was. Het moest mijn gedacht zijn en niets anders.”
Jij was dus ook ploegleider?
Vansevenant: (proest het uit) “Meer dan dat zelfs.”
Van Petegem: “Als ik zei dat we met drie man op kop aan de Molenberg zouden beginnen, moest het zo en niet anders. En dan stelde Sevie boven vast dat hij zonder moeite met de beste renners overleefd had. Hij onderschatte zichzelf en wist niet dat hij dat kon.”
Vansevenant: “Het resultaat was dat ik nog harder kon trainen, omdat ik nu wist dat het iets opbracht. Maar nog belangrijker vond ik de sfeer. ‘s Avonds dronken wij samen een pint. Dat was meteen 30 watt extra in koers.”
Van Petegem: “Op de eerste stage met Farm Frites in 2000 hebben we Wim ontgroend. Waar ben ik nu in godsnaam beland, vroeg hij zich af. Waarop ik zei: pas nu zit je in een echte ploeg.” (grijnst)
Vansevenant: “Ik heb toen even gedacht dat mijn seizoen helemaal naar de vaantjes was. (lacht) Maar achteraf gezien had ik nog nooit zo’n goeie winter gekend.”
Op een bepaald moment werd Peter zelfs opvallend vaak in West-Vlaanderen gesignaleerd.
Van Petegem: (knikt) “Na mijn eerste zege in de Ronde is mijn leven veranderd. Plots kende iedereen me. Toen is ook mijn relatie met mijn eerste vrouw veranderd. En zei Wim op een bepaald moment: zou jij niet eens een goed lief zoeken? Ik weet hier in West-Vlaanderen nog een schoontje voor jou zitten.”
Vansevenant: “Zij was klant bij mijn vrouw Vicky, die kapster is. Ik heb Peter haar nummer gegeven en vanaf dan heb ik me er niet meer mee gemoeid.”
Van Petegem: “Daarna heb ik haar opgebeld. Ze kende niets van koers. Ze wist wie Museeuw was, maar van mij had ze nog nooit gehoord. Het enige wat ik wist, was dat ze blond haar had. Uiteindelijk heeft het twee maanden geduurd vooraleer we elkaar voor de eerste keer gezien hebben.”
Vansevenant: “Aan het rondpunt in Aalter.”
Van Petegem: “Daar gingen we naar een soort van tearoom en ik was nog maar half binnengestapt of enkele mensen riepen: daar zie, Van Petegem. Toen ik daarna de Ronde van Duitsland moest rijden, heb ik samen met Andreas Klier opgegeven om naar Gent te kunnen gaan. Daar had ik met Angelique afgesproken. Een maand later zijn Wim en ik met Vicky en Angelique op hoogtestage naar Sankt-Moritz vertrokken. Na vier dagen heb ik er Angelique ten huwelijk gevraagd. Ik heb toen wel gezegd dat ik maar op één datum kon trouwen: op 23 december. Op de verjaardag van Sevie.” (grijnst)
Vansevenant: (lacht) “2000 was een wreed jaar.”
Intussen zijn we vele jaren later. Zien jullie elkaar nog geregeld?
Van Petegem: “Ja. We wonen ver van elkaar, maar mijn vrouw is van hier en we hebben hier enkele gemeenschappelijke kennissen.”
Sporten jullie zelf nog?
Van Petegem: “Ik heb elk jaar 35.000 tot 40.000 kilometer gefietst. Het is genoeg geweest.”
Vansevenant: “Waarom zou het nog moeten? Als ik nu ga fietsen, is het afzien en nog eens afzien.”
Van Petegem: “Als ik fiets, is het omdat ik moet voor een bedrijf of event. Of voor een interview met een krant of tijdschrift. Maar ik zal uit eigen initiatief nooit meer op mijn fiets kruipen.”
Tot slot: Peter, jij haalde twee keer een medaille op een WK bij de profs, maar wist je dat Wim ook ooit op het podium van een wereldkampioenschap heeft gestaan?
Van Petegem: (verrast) “Ja?”
Vansevenant: (knikt) “Dat was in Zottegem. Maar jij hebt nooit in het leger gezeten.”
Van Petegem: “Toch wel. Ik reed ook ooit het WK voor militairen. In Arnhem.”
Vansevenant: “De Oostenrijker Georg Tötschnig won en ik pakte toen brons.”
Een onbekende Nederlander werd tweede.
Vansevenant: “Edwin Rutte.”
Van Petegem: (grijnst) “Ah, die is nu trainer van Anderlecht.”
“Er zit iets in Axandre en Mauri, maar de weg is nog lang” h2>
Van Petegem en Vansevenant hebben beiden een zoon die koerst: Axandre Van Petegem (17) won vorig seizoen vijf keer, Mauri Vansevenant (19) is het grootste klimtalent van zijn generatie. “Voor mij is het gelijk wat mijn kinderen doen”, zegt Van Petegem. “Ik vind het leuk dat ze sporten. En sinds vorig jaar weet ik dat er iets in Axandre zit, maar de weg is nog lang.” Vansevenant knikt. “Hetzelfde met Mauri, maar het moet allemaal wat meezitten. Er kunnen nog veel valstrikken op zijn pad komen: het uitgaansleven, een vriendin, zijn studie…” p>
Van Petegem benadrukt het belang van de omgeving waarin iemand zich kan ontwikkelen. “Als ik bij de jeugd soms ploegleiders bezig zie, denk ik: waar zijn we mee bezig? Ze weten het allemaal het best, maar hebben er in werkelijkheid geen verstand van. Het eerste wat ik nu wil doen, is een belofteploeg opstarten en met mijn renners in het buitenland gaan koersen. Zonder ouders erbij. Ze overdrijven allemaal. Axandre is in maart tijdens de krokusvakantie met zijn ploeg op stage geweest. Die gasten hebben daar 800 kilometer getraind. 800 kilometer! En dan was de ploegleiding de week erna verbaasd dat er een renner ziek was en een ander oververmoeid bleek.” p>
Ook een voetballer… p>
Van Petegem heeft ook een voetballende zoon: Maurits. “Hij speelt bij de U14 van KV Kortrijk. Daar moet je je als ouders niet moeien, hoor. Ik hoef me van niets aan te trekken. Maurits volgt de richting LO in het RHIZO, een van de scholen waarmee KV Kortrijk samenwerkt. Alles wordt geregeld vanuit de club. Alle spelers worden met een busje van de ploeg opgepikt. Hij moet vijf keer per week trainen, soms tijdens de schooluren. Hij komt wel nog elke dag naar huis. Het is een strikte planning, maar het lukt. Maurits speelt op de linkerflank. Of hij talent heeft? Natuurlijk, maar het is zoals in de koers. Neem nu een coureur die ik in de categorie van Axandre zie rijden. Daar zit iets in. Als knecht. Maar als je zoiets tegen die ouders zegt, krijg je als antwoord: wat, maar een knecht?” p>
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier