Wielerverzamelaar en oud-renner Stephan Christiaens: “Fiets van Sercu gered van het containerpark”

De wielercollectie van Stephan Cristiaens vertoeft meestal op de zolder, maar werd voor de gelegenheid naar beneden gehaald. © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

Op vrijdag 25 februari komt Michel Wuyts vertellen in De Leest. Voor die gelegenheid en als decor mag Stephan Christiaens zijn wielercollectie bovenhalen. De Izegemnaar zal ook in de zaal zitten als de voormalige VRT-coryfee zijn wieleranekdotes komt boven halen.

Op vrijdag 25 februari komt Michel Wuyts dus naar De Leest. Een organisatie van FOS De Jakketoes in samenwerking met de Izegemse bib. Wuyts, al decennialang de bekendste wielerstem van de VRT, komt vertellen over de koers, maar ook over zichzelf, zijn liefde voor taal… In de foyer is dan een kleine wielertentoonstelling met enkele pronkstukken van de verzamelaar Stephan Christiaens.

Stephan, we kenden je als een koersminnend man. Maar je hebt zelf ook een wielercarrière achter de rug.

“Ik ben opgegroeid in Harelbeke en stam uit een echt wielergeslacht. Op mijn twaalfde deed ik al mee aan wedstrijden. Officieel waren die nog niet, maar die werden georganiseerd door mensen van De Weekbode. In totaal zou ik 17 jaar koersen, van de nieuwelingen tot de liefhebbers. Ik was geen veelwinnaar, maar toch geen slechte renner. Als liefhebber reed ik eens 100 koersen in een jaar, 85 keer eindigde ik bij de eerste 15. Ik combineerde dat ook nog met mijn job. Ik ging toen acht uur per dag werken, of liever per nacht. Prof ben ik nooit geworden. Dat was misschien mogelijk geweest, maar toen heersten er rare praktijken in het peloton. Mijn oudere broer Philip is wel beroepsrenner geweest. Onder meer bij Splendor en Robland. Bij die laatste ploeg met Freddy Maertens als kopman. Maar ik denk dat hij nog altijd op centen wacht die hij tegoed heeft.”

Je familie kent de glorieuze kanten van het wielrennen, maar ook de donkere zijde.

“Julien ‘Potterke’ Delbecque was een oom van mijn vader. In 1925 won hij de Ronde van Vlaanderen, een jaar later Parijs-Roubaix. Onze neef Ronny Christiaens was ook beroepsrenner. En er verongelukten ook twee familieleden: Ronny Vandecaveye, naar wie de GP in Stasegem genoemd is, in 1974 en drie jaar eerder op Valentijnsdag 1971 Eric Vermeeren, die eerder kampioen van België was geworden bij de juniores. Hij stierf een maand voor Jempi Monseré, met wie hij vaak samen trainde.”

Soms is er een bod op een stuk, maar ik doe niets weg

In welke mate ben je nu nog bij het wielrennen betrokken?

“Ik zetel niet meer in het bestuur van Izegem Koers, maar sinds ik een kleine 30 jaar geleden stopte met koersen heb ik me wel altijd aangetrokken van de seingevers. In die tijd waren er nog 28 koersen in Izegem, nu zijn dat er nog drie of mogelijk zes. De profkoers, het wielercriteurm voor beloften en elite zonder contract op Becelaeres Hof en de junioreskoers in Kachtem. Dan zijn er ook nog de drie wielerwedstrijden op de Bosmolens, maar ik weet niet of die dit jaar nog georganiseerd zullen worden. Samen met mijn vrouw gaan we nog naar de wedstrijden kijken. Zijn die dicht in de buurt, dan gaan we met de fiets. En anders steken we de plooifietsen in onze wagen.”

En straks komt hier ook een renner inwonen!

“Ooit hadden we een Spanjaard die hier een weekje verbleef. Maar nu vindt de Australische belofte Henry Dietze hier van 1 april tot wellicht eind september onderdak. Hij zal uitkomen voor het team Decock-Van Eyck-Van Mossel-Devos-Capoen. Wij zullen hem vergezellen op de koers. We leerden die jongen eerder al kennen. Hij heeft heel wat in zijn mars. Als eerstejaarsbelofte won hij al het Australisch kampioenschap achtervolging en op Belgische bodem pakte hij ook al enkele zeges. Hier (toont een foto) won hij een wedstrijd over de Kluisberg met anderhalve minuut voorsprong, de dag ervoor was hij nog maar geland. Het is een jongen met veel potentieel en ook karakterieel zit het snor. Voor ons is het nu mogelijk om hem een kamer te geven, omdat al twee van onze kinderen de deur uit zijn.”

Wie is Stephan Christiaens?

Prive

Stephan Christiaens (58) is de man van Patricia Vansteenkiste. Het gezin uit de Monseigneur Dekeyzerstraat telt drie kinderen: Alexandra (26), Jana (23) en Maxime (20).

Opleiding en loopbaan

Stephan volgde een opleiding sanitair en nu actief op de technische en groendienst van de stad Izegem en helpt het centrum netjes houden.

Vrije tijd

Wielrennen. Hij heeft een mooie collectie memorabilia. Hij zorgt jaarlijks nog voor de seingevers op de wedstrijden in Kachtem en op Becelaeres Hof. Is ook wekelijks ergens op de koers terug te vinden.

Je hebt niet enkel een wielerhart, maar ook een heuse collectie.

“Ik heb vooral heel wat truitjes, die dateren vaak nog uit de tijd dat ik zelf koerste. Van Eddy Planckaert tot Dirk De Mol. Dirk was trouwens kind aan huis bij ons, hij is nog met ons op reis geweest. Ik heb ook nog een truitje van Mathew Gilmore toen hij als wereldkampioen op de Gentse Zesdaagse rond reed. Vorig jaar kreeg ik van een Amerikaan nog acht truitjes uit vervlogen tijden. Mijn collectie, die meestal op zolder verblijft, groeit dus nu en dan nog aan. Maar er zijn natuurlijk verzamelaars die veel meer stukken hebben dan ikzelf.”

Wat is je absolute pronkstuk?

“Niet echt iets speciaal. De fiets van Patrick Sercu koester ik natuurlijk. Ik kon die op de kop tikken toen iemand die dreigde naar het containerpark te brengen. Die heb ik dus gelukkig kunnen redden. Ik doe normaal ook niets weg, al wordt er soms geboden op stukken. Er is maar één trui die ik heb afgestaan, die van Paul Haghedooren. Het was het Lotto-truitje dat hij droeg toen hij in 1985 Belgisch kampioen werd in Halanzy. Ik heb dat terug gegeven aan zijn familie. Het deed uiteraard wat pijn om zo’n uniek stuk weg te doen, maar het is nu terug thuis waar het hoort.”

Ben je zelf van de partij op de lezing van Michel Wuyts?

“Ik zal er zijn. Mijn wielerattributen zullen ofwel in de foyer, ofwel op het podium van de grote zaal uitgestald staan. Het is niet de eerste lezing die ik bijwoon van Michel Wuyts. Ik hoor graag zijn anekdotes. Ik heb ook dat hij die liever vertelt in een cultuurhuis dan tijdens een wedstrijd. Dan wil ik me concentreren op de koers.”

Kaarten te verkrijgen via www.deleest.be, op 051 33 76 10 of aan de balie van De Leest.