Lars Van Ryckeghem: liever een allrounder dan een Campenaerts

Lars Van Ryckeghem heeft zijn eerste doelstelling van 2019 waargemaakt: soevereine winst in de nationale testtijdrit van Montenaken. Lucas Rogiers, Lennert Van Eetvelt en Branko Huys waren de enigen die minder dan 1’20” (hetzij vier seconden per kilometer) moesten toegeven aan de jonge Aartrijkenaar, die bijna 47 km per uur gemiddeld reed.

De meertijd van de eerstvolgende overigen, onder wie Siebe Deweirdt (de best prestérende nieuweling en wegkampioen van België in 2018), liep al tegen de twee minuten aan. Lars realiseerde één en ander als de … jongste deelnemer in zijn categorie. Ter vergelijking: Remco Evenepoel deed een jaar geleden exact een minuut minder. De 19-jarige neoprof is nu éénmaal de grootste belofte van het internationale wielrennen en bovendien (op vier maanden na) drie jaar jonger, wat op die leeftijd inzake ontwikkeling meer dan een slok op de borrel scheelt. Bij Lars zit er dus nog veel rek op. “Het klopt inderdaad dat ik niet met de perfecte bandenspanning reed, omdat iemand een ventiel niet hard genoeg had toegedraaid waardoor er wat lucht ontsnapte”, bevestigt Lars. “Misschien heeft mij dat enkele seconden gekost, maar so what?! Het voornaamste is dat ik gewonnen heb.”

Ik wil meer zijn dan een tijdrijder. Uitsluitend inzetten op het werk tegen de klok lijkt mij nogal eenzijdig en riskant

Lars heeft het erover als over een wandeling in het park. Met zijn 36’33” zou hij bij de beloften zesde zijn geworden op minder dan anderhalve minuut van de bijna vijf jaar oudere Brent Van Moer, de vicewereldkampioen van 2018. “Dat is allemaal waar, maar ik bezie het van dag tot dag”, realtiveert Lars zijn knalprestatie. “Dit is een momentopname die ik niet elke keer zal kunnen bevestigen. Ik hoop op 1 mei, de dag van het BK tijdrijden in Sint-Lievens-Houtem, dezelfde superdag te kennen.” Ondergetekende is nu al benieuwd naar Lars’ tijd in Montenaken 2020. Dat zal een glimp opleveren van hoe dicht Lars zich als hardrijder tot Remco verhoudt.

Geen nazaat

Lars’ resultaten in de wegkoersen zijn veel minder: 61ste in Kuurne, 77ste in Nokere en 98ste in Damme, stuk voor stuk internationale 1.1-interclubs. “In Damme voelde ik de napijn van mijn eerste lange tijdrit daags voordien”, zucht Lars. “Toch handhaafde ik mij, puur op karakter, in de hoofdgroep. Ik deed dat om mijn limieten verder voor mij uit te schuiven. Ik wil meer zijn dan een specifieke tijdrijder zoals Victor Campenaerts, naar wie ik vol bewondering opkijk en van wie ik hoop dat hij half april het werelduurrecord verbetert. Zelf zou ik liever tot een allrounder ontwikkelen. Uitsluitend inzetten op het tijdrijden lijkt mij nogal eenzijdig en riskant.”

Lars Van Ryckeghem is dus niet voor één koersgat te vangen en neemt komende zondag alvast deel aan de Memorial André Noyelle, tegenwoordig ook wel bekend als Gent-Wevelgem, de openingsmanche van de Nations’ Cup 2019. Daarna volgen onder meer het West-Vlaams kampioenschap tijdrijden (Ruddervoorde, 17 april) en het Belgisch kampioenschap tijdrijden (Sint-Lievens-Houtem, 1 mei), waarin Lars telkens de titelverdediger is en wil blijven. (Bernard Callens)