Deze dames wonnen samen 12 keer WestSprint
In de 18 jaar lange geschiedenis van WestSprint slaagden drie dames erin om aan 100 procent te scoren. Lees: door als nieuwelinge en juniore telkens twee keer te winnen. Lisa Bogaert (25) zorgde voor de primeur, Saartje Vandenbroucke (22) en sinds dit jaar ook Shari Bossuyt (18) traden in haar voetsporen. Wij brachten de drie samen voor een uniek interview. “Dankzij WestSprint krijg je als koersend meisjes even dezelfde aandacht als de jongens. Dat is leuk.”
Een meisje dat koerst, het was niet alledaags en dat is het nog altijd niet. Maar voor Lisa Bogaert was het dat wel. Haar mama, Nele D’Haene, werd in de jaren 80 twee keer Belgisch kampioene op de weg. “Van haar carrière weet ik niet zo heel veel”, vertelt de naar Markegem uitgeweken Ingelmunsterse. “Ze is wel twee keer heel zwaar gevallen en lag zelfs enkele dagen in coma, nadat ze tijdens een koers op een supporter was gereden en op haar rug naar het ziekenhuis was gebracht. De Tour (toen de meest prestigieuze koers van het seizoen, red.) heeft ze nooit gereden. Maar wel de Ronde van Italië. Door mama ben ik als 11-jarige minieme ook begonnen en dat ben ik blijven doen tot mijn eerste jaar als elite, maar door de naweeën van klierkoorts en mijn werk ben ik toen gestopt.”
“Dankzij WestSprint krijg je als koersend meisje even dezelfde aandacht die de jongens krijgen. Héél even”
Ook Shari Bossuyt kreeg de koersliefde met de paplepel mee. Vader Dany was een prima liefhebber en broer Gianni deed het niet slecht als junior. “Ik weet dat papa nog met Peter Van Petegem koerste, maar vraag me niet hoe goed hij echt was”, lacht de Bellegemse. “Ik wilde eerst voetballen, maar omdat mijn broer koerste, kon dat niet. Dus ben ik op mijn zevende gaan koersen, omdat ik absoluut iets van sport wilde doen.”
Saartje Vandenbroucke vormt de uitzondering op de regel. De Hollebeekse had geen link met de koers. “Maar ik was sportief: atletiek, turnen… En door op zondag met mijn papa en de wielertoeristen mee te gaan, ben ik als 12-jarige aspirante ook begonnen.”
Jullie wonnen vier keer ons regelmatigheidsklassement. Blijft dat speciaal?
Lisa: (knikt) “Voor mij voelt dat zo aan. Het is een vorm van erkenning. Dat je toch goed geweest bent. Omdat mijn vriend koerst en ik nog geregeld op de koers kom, merk ik dat leeftijdsgenoten mij wel nog kennen. Het is leuk om daar jaren later nog aan herinnerd te worden.”
Saartje: “Door WestSprint besef je dat er veel aandacht voor je is en je daardoor ook wat naambekendheid verwerft. Het is leuk dat je door WestSprint als koersend meisje eens evenveel aandacht als de mannen krijgt. (glimlacht) Heel even dan toch.”
Shari: “Mij blijven de filmpjes, die jaarlijks worden opgenomen, me bij. Die eerste keer met Justine Louchaert op Schiervelde… Berekoud was het en ik moest zeker tien keer opnieuw met mijn tekst beginnen, omdat ik veel te zenuwachtig was. (lacht) Mediatraining noemen ze dat zeker?”
Lisa: “Ik vond die prijsuitreiking altijd spectaculair, omdat je dan leeftijdsgenoten zag die op dat moment nog junior of belofte waren, maar enkele jaren later prof zouden worden. Zoals Yves Lampaert. Zijn zus was vroeger op school wel mijn beste vriendin, maar het blijft toch speciaal.”
Wat was jullie mooiste zege?
Shari: “De eerste keer, want ik won toen van de tweedejaars en dat vond ik best wel tof.”
Lisa: “Voor mij die als tweedejaarsnieuwelinge, want ik was dat jaar Belgisch kampioene op de weg én in het tijdrijden geworden. Daardoor werd ik voortdurend op het podium geroepen. Dat jaar had ik ook dubbel zoveel punten als de tweede. Ik denk zelfs dat dit nog altijd een record is. (Saartje lacht haar tanden bloot) Neen? Dan niet dus. (grijnst) Ik weet wel nog heel goed dat ik voor die punten op het einde van het seizoen speciaal naar Christine Van Elslande belde. Ik kom haar trouwens nog geregeld tegen op de koers als ik voor Steven ga supporteren. Leuke herinneringen zijn het!”
Saartje: “Ik vind het een moeilijke vraag, maar mijn mooiste moment was het WK voor juniores in Ponferrada, waar ik de top tien haalde. Als ik die uitslag (Amalie Dideriksen won voor Sofia Bertizzolo, Nikola Noskova, Lisa Klein, Jeanne Korevaar, red.) bekijk, merk je dat ik toen een gelijkaardig niveau haalde van meisjes die wel zijn doorgebroken.”
Een heikel WestSprint-thema dat elk jaar terugkomt, is het verschil in prijzengeld tussen jongens en meisjes. Hoe hebben jullie dat ervaren?
Lisa: “Ik vond dat eigenlijk best wel meevallen. Ik herinner me dat er eens een bon van Sportline tussen zat, want ik heb daar toen onderlijfjes van Craft mee gekocht. En ik heb ook eens zo’n koekendoos van Jules Destrooper gekregen.” (hilarie alom)
Saartje: “In mijn tijd was het iets van 150 euro prijzengeld en een bon van 100 euro voor Deleye.”
Lisa: “Voor een vrouw vond ik dat nog redelijk veel, hoor. In koers waren wij niet gewend om zoveel te krijgen. Maar als je het met de mannen vergeleek, had je wel iets van: ja, maar…”
Saartje: (knikt) “Inderdaad. Maar we kunnen alleen maar toejuichen dat het prijzengeld vanaf dit jaar volledig gelijkgesteld wordt.”
Er is op dat vlak een duidelijke evolutie aan de gang in de koers. Hoe zien jullie dat?
Lisa: “Ik vind het jammer dat de bond op het voorbije WK maar één juniore (Shari, red.) meenam. Het is nog altijd hetzelfde als in mijn tijd. Ik heb zo een WK gemist, de editie (Kopenhagen 2011, red.) waarin Jessy Druyts zilver pakte. Ze zeiden: je zult de sprint voor Jessy mogen aantrekken. Ik had tien koersen gewonnen. En toch mocht ik niet mee. Als ik op mijn wielerjaren terugkijk, is dat het enige spijtige.”
“Ik vind dat ze dit jaar iemand als Jade Lenaers, een eerstejaars, hadden moeten selecteren om ervaring op te doen. Mijn vriend (beloftewielrenner Steven Moons, red.) gaat voor massages naar Tim, de vader van Jade, en dan hoor je hoe het in elkaar zit. Volgend jaar zullen ze dan wel zeggen: we nemen Jade niet mee, want ze heeft geen ervaring. Tja… Jammer toch?”
“Ik vond dat ons prijzengeld meeviel. Maar als je met de jongens vergeleek, had je wel iets van: ja, maar…”
Shari: “Ik had Jade er liever ook bij gehad, want nu had ik geen gezelschap. Ik lag wel even op de kamer met Ann-Sophie Duyck, maar na haar tijdrit vertrok zij naar België en lag ik weer alleen. Ludwig (bondscoach Willems, red.) zei dat ze te veel op de piste had gereden, maar ik zie niet echt het verband. Ik had veel meer op de piste gereden dan Jade.”
Lisa, jij bent als enige al gestopt: doe je nog iets van sport?
Lisa: “Ik loop af en toe, maar het staat op een heel laag pitje. Liever ga ik voor Steven supporteren. We wonen nu ook samen. Ik kom om half vijf thuis, maak het eten klaar en moet het huis ook wat onderhouden. Dan heb ik echt geen goesting meer om ‘s avonds nog te lopen of op mijn fiets te kruipen. Sinds de dag dat ik gestopt ben, staan mijn fietsen in de garage bij mijn ouders. Ik heb nooit meer gefietst. Of toch: een keer of twee op de rollen.”
Saartje: (lacht) “Allez jong, da’s nog het saaiste van allemaal.”
Lisa: “Ik zie het gewoon niet zitten om één uur buiten te gaan fietsen. Dan heb je niets gedaan, hé. (grijnst) Ja, ik weet het. Triestig, hé. Vroeger ging ik nochtans elke dag trainen, maar nu heb ik nog altijd last van mijn klierkoorts. Als ik geen negen uur slaap, ben ik ‘s ochtends doodop.”
Saartje, jij kende in 2015 een moeilijke overstap naar de elite. Hoe is het intussen met jou?
Saartje: “Ik zit in mijn vierde en laatste jaar van mijn master (biowetenschappen, red.), maar splits het in twee jaar op. Ik blijf koersen en heb bij mijn huidige ploeg (Doltcini-Van Eyck Sport, red.) bijgetekend. Ik voel me daar goed, heb inspraak in mijn programma en dat is voor mij belangrijk. Het is moeilijk voor mij. Ja, ik weet dat ik de voorbije vier jaar enkele flitsen heb laten zien, maar er waren ook heel wat tegenslagen en mindere momenten. (denkt even na) We zullen wel zien.”
Is de piste nu een definitief afgesloten verhaal voor jou?
Saartje: “Neen, absoluut niet. Ik zou deze winter zelfs graag enkele zesdaagsen willen rijden. De bond weet dat mijn deur nog altijd open staat. Ja, ook voor de Belgische achtervolgingsploeg en Tokio 2020. Maar dat hangt dus volledig van hen af. Ik ben nu vooral blij dat ik deze zomer even rust heb gekregen, zowel fysiek als mentaal. Vorig jaar was dat helemaal niet het geval. De Giro, het EK piste, het EK op de weg… Alles achter elkaar en dan ook nog eens absoluut niet gepresteerd. Ik ben er een beetje onderdoor gegaan. Nu zijn de prestaties misschien wat minder, maar ik ben blij met wat ik heb. Het belangrijkste is om gelukkig te zijn met wat je doet. En dat heb ik nu, denk ik, wel gevonden.”
“De bond weet dat mijn deur voor de achtervolgingsploeg nog altijd open staat. Ja, ook voor de Tokio 2020”
Je keerde zelfs terug naar de West-Vlaamse heimat…
Saartje: (glimlacht) “Sinds juni woon ik in Ardooie, in het gerenoveerde ouderlijke huis van mijn mama. Ik woonde de voorbije jaren in Gent, maar nu moet ik er niet meer zo vaak zijn. Dus was de vraag: terug naar mijn ouders in Hollebeke of elders gaan wonen? Ardooie is ideaal voor mij. Het is natuurlijk een beetje zoeken. Nieuwe trainingswegen bijvoorbeeld. Meestal vertrek ik langs het kanaal en rijd ik richting Izegem.”
Shari: “Of richting Kortrijk.”
Saartje: (lacht) “Juist, ik ben jou eens tegengekomen.”
Shari: “Ik dacht: wat doet zij hier in godsnaam.”
Saartje: (verlegen) “Ja, ik was verdwaald…” (de twee anderen komen niet meer bij van het lachen)
Shari, jij maakt in 2019 de veelbesproken overstap naar de dames elite. De mooiste tijd van je leven is voorbij.
Shari: “Ze hebben mij altijd gezegd dat de jeugd de mooiste periode van je leven is. Dus ja, ik zal dat missen. Maar ik zie mezelf in 2019 niet als elite, wel als belofte. Anders voel ik me precies zo oud. Daarom ook trek ik naar het Nederlandse APB Junior Development Team (van Servais Knaven, red.). Ik zie me daar beter evolueren. Ik zal nog geen UCI-koersen moeten rijden en kom bij leeftijdsgenoten terecht. Het is in zo’n omgeving dat ik mezelf zie doorgroeien. Als belofte.”
“We hebben geluk: Nicky kan goed zingen…” p>
Na twee keer Ann-Sophie Duyck werd sprintster Nicky Degrendele dit jaar voor de eerste keer in haar carrière tot IJzeren Briek bij de dames uitgeroepen. Voor de 22-jarige pistier uit Varsenare, die in Apeldoorn de regenboogtrui in de keirin veroverde, is het haar allereerste trofee ooit. Een terechte bekroning, vinden ook Lisa Bogaert, Shari Bossuyt en Saartje Vandenbroucke. p>
Saartje: “Absoluut. Naast een wereldtitel kun je niet kijken. Oké, het is een totaal andere discipline en moeilijk in te schatten dus. Maar iedereen is vrij om ook sprintster te worden en beter te doen. Nicky is de beste in haar discipline en dat verdient respect.” p>
Lisa: “Ik zat met haar broer Bjorn op school en volg haar op Instagram. Waar zij overal in de wereld komt door haar sport: amai!” p>
Shari: “Ik ken Nicky ook een beetje. (grijnst) Redelijk goed zelfs, van bij de nationale pisteploeg.” p>
Saartje: (lacht) “Als je eens met Nicky samen op de kamer ligt, leer je haar heel vlug beter kennen.” p>
Shari: “Ze is altijd happy. Altijd aan het zingen, hé.” p>
Saartje: “Als je met Nicky op dezelfde kamer ligt, krijg je gegarandeerd een gratis privéconcert. (knipoogt) Maar we hebben geluk: ze kan goed zingen.” (TVB) p>
Dames Elite
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier