Vai vai, Gianni e Mauri! West-Vlamingen willen knallen op Italiaanse keitjes

Gianni Vermeersch en Mauri Vansevenant kijken uit naar de Strade. © Montage KW/Belga/Getty
Tjorven Messiaen
Tjorven Messiaen Reporter

Nu het Vlaamse openingsweekend achter de rug is, richt wielerminnend Vlaanderen de blik op de Toscaanse grindwegen. Zaterdag wordt daar namelijk de 18de editie van de Strade Bianche gereden. Ondanks de nog prille geschiedenis is de wedstrijd al uitgegroeid tot een regelrechte klassieker. Eentje waar Gianni Vermeersch en Mauri Vansevenant keihard naar uitkijken. Met hun Italiaanse voornamen moéten de West-Vlamingen daar wel schitteren…

Gianni Vermeersch: “De Strade staat voor mij in dezelfde categorie als de Ronde en Roubaix”

De kop is eraf voor Gianni Vermeersch (30). Vorig weekend opende de Klerkenaar het voorjaar in de Omloop het Nieuwsblad. Komend weekend staat hij aan de start van de Strade Bianche. Als wereldkampioen gravel toch een wedstrijd waar hij naar uitkijkt. “Het is wel de bedoeling om top te zijn”, klinkt het.

Met een 72ste plaats werd de Omloop niet meteen wat hij ervan verwachtte, al is dat allerminst een reden tot paniek. “Want ik denk toch dat de conditie goed zit”, aldus Vermeersch. “Na een zware trainingsperiode is het ergens logisch dat het gevoel nog niet optimaal was, maar in de Strade wil ik wel top zijn. Ik heb alleszins een goede winter achter de rug, ook al bleven de resultaten in de cross wat achterwege.”

Met ook ene Mathieu van der Poel aan de start, lijdt het geen twijfel wie bij Alpecin-Deceuninck zaterdag de kopman wordt. Niettegenstaande wil ook Vermeersch zich tonen op de Toscaanse grindwegen. “Ik krijg normaal gezien dezelfde rol die ik altijd heb in dit soort wedstrijden. Ik moet als bliksemafleider voor Mathieu proberen mee te schuiven in een gevaarlijke groep vlak voor de echte toppers zich in de finale gaan roeren.”

Geen gravelkoers

Van alle wegwedstrijden op de kalender is de Strade Bianche een van de wedstrijden die het meest weg heeft van een gravelwedstrijd. En laat Vermeersch nu net in die discipline vorig jaar wereldkampioen geworden zijn. Al verandert dat volgens Vermeersch zelf weinig.

Ik hoop beter te doen dan in 2021 en in de top tien te eindigen

“Het is en blijft een wegkoers, dus sta ik niet te veel stil bij die wereldtitel. Ik mag ook niet met mijn regenboogtrui rijden, hé.” Volgens Vermeersch is het verschil tussen de Strade en een echte gravelkoers ook navenant. “Er wordt met andere, smallere banden gereden dan in gravelwedstrijden en ook de bandendruk is een pak hoger, aangezien er ook heel wat kilometers op asfalt afgelegd moeten worden.”

“In de Strade is zo’n 30 procent van het parcours onverhard, terwijl dat op het WK gravel meer dan 50 procent was. Ook qua hoogteverschil is het helemaal niet te vergelijken. Meer dan 3.000 hoogtemeters op 180 kilometer, dat is niet min.”

Voordeel

Vermeersch ontkent evenwel niet dat hij als begenadigd gravelrijder zaterdag wel een voordeel heeft. “Ik rijd alleszins iets comfortabeler over die gravelstroken dan het overgrote deel van het peloton”, aldus de renner van Alpecin-Deceuninck.

Gianni Vermeersch in actie tijdens de Strade Bianche van 2021.
Gianni Vermeersch in actie tijdens de Strade Bianche van 2021. © BELGA

“Aangezien er veel geklommen moet worden, moet er ook redelijk wat afgedaald worden en daar kan ik wel enkele procenten voordeel halen tegenover anderen. Al zijn er natuurlijk ook al heel wat wegrenners die op gravel goed uit de voeten kunnen, om de naam Tadej Pogacar maar niet te noemen. Hoe hij vorig seizoen wegreed, was ronduit impressionant.”

Monument

Hoewel de Strade nog lang niet de geschiedenis heeft van wedstrijden als Milaan-Sanremo, de Ronde van Lombardije, Luik-Bastenaken-Luik, de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix, zien heel wat renners de Strade Bianche ondertussen al als een monument. Dat geldt ook voor Vermeersch. “Voor mij hoort deze wedstrijd alleszins thuis in die categorie. Het is een heroïsche wedstrijd en je merkt aan de belangstelling die de koers nu al krijgt, dat de Strade in korte tijd heel erg belangrijk geworden is. De deelnemerslijst en de erelijst zeggen in dat opzicht al genoeg.”

Vermeersch zou zaterdag dan ook maar wat graag een goed resultaat neerzetten. “Ik hoop om top tien te rijden. Ik was er in 2021 dichtbij, maar ik kwam toen in het slot ten val en werd veertiende. Een gemiste kans. Daarom hoop ik nu beter te doen.”

Mauri Vansevenant: “Ik leg mezelf geen doel op, maar zal me wel volledig smijten”

Ook aan de start zaterdag: Mauri Vansevenant (23). Voor de West-Vlaming van Soudal Quick-Step wordt het zijn vuurdoop in de wedstrijd over de Toscaanse grindwegen. Vansevenant kijkt er dan ook reikhalzend naar uit. “De Strade is een koers die ik altijd al eens wilde rijden.”

Vansevenant heeft zijn start dit seizoen niet gemist. Met een sterke prestatie boekte hij in de Ronde van Oman de tweede profzege uit zijn carrière. Bijna graaide hij ook nog het eindklassement mee, maar daarvoor kwam hij uiteindelijk één seconde tekort. Toch geeft het de burger moed voor zijn eerste grote afspraak van het jaar: de Strade Bianche.

“Ik vroeg al een paar jaar om die wedstrijd eens te mogen rijden, maar het was er nog nooit van gekomen. Tot nu”, steekt Vansevenant van wal. “Ik heb er enorm veel zin in. Ik keek de afgelopen jaren altijd erg graag naar de wedstrijd op televisie, want het is zo’n koers waarbij je eigenlijk al vanaf de eerste kilometer aan je scherm gekluisterd moet zitten. Van bij de start is het vollebak koers.”

“Daarnaast is het ook wel een koers waarin ik normaal gezien een mooie uitslag zou moeten kunnen rijden. Ik vergelijk het een beetje met Parijs-Roubaix, maar dan voor klimmers. Net als rond Roubaix hangt er ook rond de Strade een mythische sfeer. Het zal leuk zijn om dat eens mee te maken.”

Nervositeit

Toch zal Vansevenant in Siena niet met extra stress aan de start staan. “Ik leg mezelf weinig druk op, want zo’n wedstrijd is erg moeilijk te voorspellen. Er kan werkelijk van alles gebeuren. Er spelen zoveel oncontroleerbare en onvoorspelbare factoren mee! Wat ook voor een enorme nervositeit in het peloton zorgt.”

Mauri Vansevenant in Ronde Tour van Oman.
Mauri Vansevenant in Ronde Tour van Oman. © AFP

“Ook in dat opzicht is de wedstrijd daarom iet of wat vergelijkbaar met Roubaix: in aanloop naar elke strook wil iedereen vooraan zitten en schiet de stress de hoogte in. De koers wordt eigenlijk al gereden vlak voor de strook, want eens je op de strook zit, kan je min of meer op je positie blijven zitten. Het is de stress en de nervositeit in aanloop naar de stroken en de opeenvolging van die gravelstroken die de wedstrijd zo zwaar maken.”

Dankzij zijn ritzege in Oman kan Vansevenant ook met vertrouwen toeleven naar zijn debuut in de Strade. “Al kan je die wedstrijd echt niet vergelijken met de Strade”, nuanceert Vansevenant evenwel meteen. “Het is werkelijk een totaal andere koers. In Oman reden we op brede autosnelwegen, terwijl het er nu heel hectisch en nerveus aan toe zal gaan. Een wereld van verschil.”

Ziekte

Het helpt ook niet dat Vansevenant na de Ronde van Oman wat ziek werd. Daardoor moest hij vorige week onder meer de Faun-Ardèche Classic en de Faun Drôme Classic overslaan. “Ideaal is dat zeker niet”, beseft de Torhoutenaar. “Maar ik was gewoon niet voldoende hersteld om die koersen te rijden. Een voordeel is dat natuurlijk niet, want in een perfect scenario blijf je gezond, kan je die koersen rijden en kan je je in ideale omstandigheden voorbereiden op de Strade, maar dat is nu niet het geval.”

Deze koers en de Ronde van Oman? Een wereld van verschil

“Het is dan ook afwachten welke impact dat zal hebben op mijn vorm. Maar anderzijds heb ik wel nog een goed trainingsblok kunnen afwerken, dus hopelijk blijft de impact beperkt en zal ik zo goed mogelijk aan de start staan. Sowieso ga ik er honderd procent voor gaan en dan zien we wel.”

Plezier maken

Met Julian Alaphilippe heeft Vansevenant zaterdag een ex-winnaar aan zijn zijde. Vansevenant blijft evenwel nog wat op de vlakte over wat zijn rol zal worden. “In de Strade is het moeilijk om het koersverloop te voorspellen. Het wordt gewoon zaak van wakker te zijn en bij de les te blijven, want vaak worden er op het moment zelf beslissingen genomen.”

“Wanneer ik tevreden zal zijn? Ik heb geen persoonlijke doelstelling of zo. Het is namelijk altijd moeilijk in te schatten of een wedstrijd je effectief ligt of niet. Dat zal ik dus pas zaterdag ontdekken. Ik wil daarom gewoon plezier maken en er vol enthousiasme tegenaan gaan. Hopelijk mét goede benen en een goede conditie zodat ik er een mooie koers van kan maken.”

Vijf tips van de wereldkampioen

Gravelspecialist Gianni Vermeersch was ook nog zo vriendelijk om vijf tips te geven aan Strade-debutant Mauri Vansevenant.

1. Maak de goede bandenkeuze

Vermeersch: “In de Strade is de bandenkeuze erg belangrijk. Je rijdt best met banden die iets breder zijn dan normaal, idealiter tussen 28 en 30 millimeter breed. Ook de bandendruk is belangrijk. Die zal zo’n één à twee bar lager zijn dan gebruikelijk. Je moet daarbij evenwel opletten dat de banden ook niet te plat staan. Er moet namelijk ook veel op asfalt gereden worden, wat met te platte banden te veel energie zou kosten.”

Vansevenant: “Ik ben toch ook bewust bezig met de bandenkeuze, want de Strade is een van die koersen die je kan winnen of verliezen door de juiste of de foute bandenkeuze. We hebben bij de ploeg een paar soorten banden die we tijdens de verkenning hebben uitgeprobeerd. We zijn daar dus zeker mee bezig, al weet je soms ook pas achteraf wat de juiste keuze was.”

2. Laat je techniek spreken

Vermeersch: “Op gravel mag je niet te geforceerd gaan sturen. Doordat de gravel zo los ligt, is het gevaarlijk om onderuit te schuiven. Probeer daarom niet te snel de bochten in te gaan, want automatisch drift je wat naar buiten en eens je binnen de dertig centimeter van de rand komt, is het gevaarlijk om volledig de kant in te schuiven. Forceer dus niets, maar vertrouw op je techniek.”

Vansevenant: “Ik heb een verleden in de cross en hoewel dat al een tijdje geleden is, denk ik wel dat ik die techniek nog in mijn rugzak heb zitten. Het is zaak van op gravel je fiets het werk te laten doen en niet te stijf op je fiets te zitten. Ik heb er vertrouwen in dat ik normaal gezien zonder al te veel problemen recht zal blijven.”

3. Klim al zittend

Vermeersch: “Er moet redelijk wat geklommen worden in de Strade, maar probeer zo veel mogelijk vanuit het zadel te klimmen en zo lang mogelijk te blijven zitten, ook op de steilere stroken. Als je rechtstaat is de kans groter dat je achterwiel doorslipt.”

Vansevenant: “Dat is voor mij wel een nadeel, want ik ben iemand die zijn hele lichaam gebruikt als hij klimt en afwisselend rechtstaat en neerzit. Ook die explosieve hellingen zijn niet echt mijn ding. Moh ja, ik maak er het beste van.”

4. Zit goed gepositioneerd

Vermeersch: “Je positionering is in de Strade erg belangrijk. Na zo’n 50 kilometer koers volgt er een lange klim en daarna zit je best goed vooraan, want 25 kilometer later begint de finale eigenlijk al. Vanaf dat moment volgen de gravelstroken elkaar in sneltempo op en als je daar niet bij de eerste dertig zit, is het heel moeilijk om daarna nog terug in koers te komen. Eens je in de top 20 rijdt, is het dan ook beter om daar de rest van de koers te blijven zitten. Zo kan je het gemakkelijkst koersen en spaar je veel krachten.”

Vansevenant: “Dat kan ik enkel maar beamen. Al krijgt iedereen natuurlijk diezelfde boodschap in het oortje. Uiteindelijk zullen het toch de sterkste mannen zijn die vooraan zullen zitten.”

5. Heb geluk (of dwing het af)

Vermeersch: “De factor geluk speelt in de Strade zeker zijn rol. Al ben ik van mening dat je dat ook afdwingt, want hoe beter je bent, hoe meer geluk je zal hebben. Dat is in de cross ook zo: als je gewrongen zit op je fiets omdat je à bloc rijdt, zal je minder opletten waar je fietst en meer pech hebben.”

“In de Strade zijn er heel wat slechte stroken, dus het is ook wel zaak van de grotere stenen te ontwijken en dat lukt beter als je fris zit. De vorm van de dag speelt dus zeker ook een rol. Hoe dan ook: eens je pech hebt in de Strade, is het enorm moeilijk om nog terug te keren, want de stroken zijn erg lang en vaak rijden de auto’s in de achtergrond.”

Vansevenant: “Geluk is inderdaad ook een van de belangrijkste factoren. In andere koersen kan je misschien nog wel terugkeren als je pech hebt, maar in de Strade is het dan een verloren zaak.”