Stan Dewulf (24) is bezig aan zijn allereerste Tour de France. De renner van AG2R Citroën groeide op in Stavele, maar woont tegenwoordig samen met zijn vriendin Kayla van der Lint in Gent. Dewulf hoopt enkele keren voor zijn eigen rekening te mogen rijden de komende weken, maar het bijstaan van kopman Ben O’Connor is zijn voornaamste taak.
Vorig seizoen werd de Australiër Ben O’Connor verrassend vierde in de eindnotering van de Tour de France. Dit jaar bewees hij in de Dauphiné dat de vorm opnieuw uitstekend is. Geen wonder dus dat zijn ploeggenoten van AG2R Citroën stuk voor stuk zijn kaart trekken.
Ook West-Vlaming Stan Dewulf rijdt in dienst van O’Connor. De ex-winnaar van Parijs-Roubaix bij de beloften kreeg van de ploegleiding de voorkeur op voormalig olympisch kampioen Greg van Avermaet. Het Deense drieluik maakte indruk op Dewulf. “Er stond immens veel volk langs de kant in Denemarken”, weet hij.
“Ik was echt onder de indruk en merkte toen ook hoe groot de Ronde van Frankrijk wel niet is. Maar ik heb de knop snel kunnen omzetten en meteen proberen belangrijk te zijn voor de ploeg. In de vlakkere ritten moeten Oli (Oliver Naesen, red.) en ik O’Connor zo goed mogelijk bijstaan. Oli heeft natuurlijk al heel wat ervaring en voor mij is het allemaal wat nieuw. Ik zal ook niet heel de Tour bij Ben (O’Connor, red.) moeten blijven.”
Vroege vlucht
“Ik zal af en toe mijn eigen kans mogen gaan, door mee te springen met de vroege vlucht. Vooral de overgangsetappes moeten me liggen. Het eerste doel blijft een goed klassement rijden met Ben, maar ik geloof ook in een etappezege. Het zou een droom zijn die uitkomt. Het wordt niet gemakkelijk, maar je moet er altijd in geloven. Ik reed al twee keer de Vuelta, maar de Tour is uniek. Er is veel meer media-aandacht. Echt iedereen kijkt naar de Tour. Ik kreeg zelfs al berichten van leerkrachten uit het middelbaar. Het is de grootste wedstrijd ter wereld. Enkel nog maar aan de start staan, is een prestatie. Mijn vriendin had voor de start ook nog een verrassing voor mij in petto. Er zijn heel wat mensen die een video hadden opgenomen om mij succes te wensen en dat deed toch wel deugd.”
O’Connor reed geen geweldige openingstijdrit en verloor meteen kostbare seconden, maar dat is ook zijn specialiteit niet. Volgens Dewulf is hij er klaar voor om Pogacar, Roglic en Vingegaard het vuur aan de schenen te leggen in de bergen. “Hij is nog sterker dan vorig jaar. Iedereen in de ploeg gelooft in hem. In de Dauphiné was hij al top, maar hij is nu nog enkele procentjes beter. Ik ben benieuwd waar het schip zal stranden. Onze Tour is geslaagd als hij een topvijfplaats in de wacht kan slepen.”
Op de kaart
Een andere West-Vlaming, Yves Lampaert, verbaasde vriend en vijand door de gele trui te veroveren tijdens de openingstijdrit in Kopenhagen. “De dag erna hebben we een praatje geslagen en heb ik hem gefeliciteerd. Het is goed dat hij West-Vlaanderen op de kaart zet. (lacht) Ik droom ervan om ook ooit de gele trui te veroveren, maar of dat haalbaar is, dat weet ik niet. Ik wil blijven progressie maken en hopelijk lukt het me ooit eens. Alle puzzelstukjes moeten in elkaar vallen. Ook bij Yves was het niet meteen raak. Hij is al bezig aan zijn derde Ronde van Frankrijk. Ik heb dus nog tijd.” (lacht)
Naast de schrik om te vallen, blijft ook het coronavirus angst inboezemen. Bob Jungels, een ploeggenoot van Dewulf, testte twee dagen voor de openingstijdrit – van 13,2 kilometer – positief met een beperkte virale lading. Een nieuwe controle, donderdagochtend, moest beslissen over de inzetbaarheid van de Luxemburger. Jungels was niet besmettelijk en mocht aan de start verschijnen. Een domper voor Greg van Avermaet die al klaarstond om Jungels te vervangen. “De schrik zit er wel”, vertelt Dewulf. “Ook voordat ik naar Denemarken vertrok, was ik super voorzichtig. Ik heb amper nog met vrienden afgesproken om geen risico’s te nemen. Je weet natuurlijk waarom je het doet, maar het is niet altijd even gemakkelijk. Na de Tour ga ik zonder twijfel een barbecue organiseren en al mijn vrienden uitnodigen.” (lacht)
Profwielrennen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier