Michel Pollentier won 45 jaar geleden de Giro: “Hij was beresterk en verkeerde in bloedvorm”

Imar Vandenabeele
Imar Vandenabeele Medewerker KW

1977 was een jaar om niet snel te vergeten voor Michel Pollentier, 71 intussen. In een maand tijd schreef hij zowel de Ronde van Italië, de Ronde van Zwitserland als het Belgisch kampioenschap op zijn naam. We reconstrueerden met Pollentier en ploegmaats van toen dat wonderlijke jaar.

Flandria-Velda-Latina was een absolute topploeg in het verleden. Met Freddy Maertens, Michel Pollentier en Marc Demeyer als toonaangevende figuren. Ook in het jaar 1977 maakten ze opnieuw furore. Maertens was regerend wereldkampioen en was in zijn regenboogtrui onder meer de beste van het pak in Parijs-Nice en de Ronde van Californië. Hij greep wel andermaal naast een overwinning in een kasseimonument. In de Ronde van Vlaanderen leek hij mee te strijden voor de zege, maar Maertens werd uit de koers gezet na een ongeoorloofde fietswissel op de Koppenberg. Op de kasseien van Roubaix waren Roger De Vlaeminck en Willy Teirlinck net iets te sterk. Toch trok Maertens met veel vertrouwen naar de Ronde van Italië na zijn fenomenale Ronde van Spanje (Maertens won het eindklassement en dertien etappes, red.).”

Michel Pollentier, hier samen met Freddy Maertens. (gf)
Michel Pollentier, hier samen met Freddy Maertens. (gf) © GF GF

“Hij ging als een komeet van start en na een week had hij maar liefst zeven ritten gewonnen. Een onwaarschijnlijke prestatie, maar toen sloeg het noodlot toe. Op het circuit van Mugello leek hij op weg naar een achtste etappezege, maar Maertens kwam zwaar ten val en moest opgeven. Zijn droom om de roze trui mee naar West-Vlaanderen te nemen, spatte uiteen en dus moest Flandria-Velda-Latina het over een andere boeg gooien. Michel Pollentier werd de kopman en hij maakte het ook waar. De intussen 71-jarige West-Vlaming trok het laken naar zich toe. Pollentier brak in 1977 helemaal door en won na de Giro in een maand tijd ook nog de Ronde van Zwitserland en het Belgisch kampioenschap op de weg. Drie jaar later mocht hij het zegegebaar maken in de Ronde van Vlaanderen.

Spelen met trappers

“Mijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen vind ik mooier”, vertelt Pollentier. “Tuurlijk was het prachtig om de Giro aan mijn palmares toe te voegen, maar Vlaanderens Mooiste heeft iets mythisch. Ik krijg er kippenvel van als ik eraan terugdenk. Ik word er ook nog veel over aangesproken. In de Giro waren mijn grootste concurrenten de Italianen Francesco Moser en Gianbattista Baronchelli. Ik maakte het verschil in de koninginnenrit naar Cortina en zette de puntjes op de i door in de tijdrit op de voorlaatste dag iedereen weg te blazen. Drie dagen na mijn eindwinst in de Ronde van Italië reed ik de Ronde van Zwitserland. Ik was daar eigenlijk nog beter. In de proloog was ik elf seconden sneller dan Lucien Van Impe. Het was erg aangenaam rondrijden met zo’n benen. Ook op het BK in Yvoir speelde ik met de trappers. Het was een topjaar, maar het is natuurlijk jammer dat ik niet kon meestrijden voor de regenboogtrui in Venezuela, omdat ik mijn sleutelbeen brak op verkenning. Een mooie ‘troostprijs’ was dat ik sportman van het jaar werd. Het overstijgt de andere sporten en dat maakt het net zo mooi. Ik denk dat mijn eindzege in de Giro de doorslag zal gegeven hebben, maar toch zet ik mijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen in 1980 nog een trapje hoger.”

© GF

Ploegmaat Pol Verschuere maakte de eindzege van Pollentier mee vanop de eerste rij. “We stonden met tien renners van Flandria-Velda-Latina aan de start. Het was een serieuze domper dat Freddy viel in Mugello. We wisten natuurlijk wel dat Michel veel in zijn mars had, maar ik had niet gedacht dat hij de eindzege op zak ging steken. Hij was gewoon immens sterk en verkeerde in bloedvorm. Ook een maand voor de Giro waren we ijzersterk. De Vuelta werd toen nog voor de Giro afgewerkt en daar was Freddy buitenaards. Hij won de Ronde van Spanje en kwam eveneens dertien (!) keer als eerste over de streep. Maar ook in de Vuelta was Michel al in orde. Hij werd zesde in de eindnotering na veel kopwerk te hebben verricht voor Freddy. Het was logisch dat Freddy ook onze nummer één was in de Giro, maar met Michel hadden we een prima schaduwkopman. Ook Marc Demeyer had goede benen, want hij won twee etappes. Ons team was gewoon fenomenaal met Lomme Driessens als sportdirecteur.”

Michel Pollentier met zijn roze trui. (foto Coghe)
Michel Pollentier met zijn roze trui. (foto Coghe) © GINO COGHE Foto Coghe

Koers hard maken

Ook Verschuere zelf was een steengoed renner. Hij won onder meer drie ritten in de Ronde van Frankrijk. Toch haalde hij evenveel voldoening uit de Giro-zege van Pollentier. “Ik was toen slechts 22 jaar oud”, gaat Verschuere verder. Het was gewoon een unieke ervaring die voor altijd zal bijblijven. Tussen de laatste rit in de Ronde van Spanje en de openingsetappe van de Giro zaten er welgeteld vijf dagen. Nu zouden ze je voor zot verklaren. Wij koersten twee maanden aan een stuk met amper vijf dagen tussen en het was ook niet dat we anoniem meereden. We zaten altijd vooraan en maakten de koers hard. Ik verdiende goed mijn boterham en dat motiveert wel om boven jezelf uit te stijgen. (lacht) Veel renners verdienden zeer weinig, maar reden ook de Giro en de Vuelta na elkaar. Wij hadden geluk dat onze kopmannen vaak de hoofdvogel afschoten. We reden daarom ook met plezier op kop van het peloton. Freddy, Michel of Marc maakte het toch wel af.”

“Bij Flandria reed ik natuurlijk vaak in dienst. Ik mocht af en toe mijn kans eens wagen als de drie grote tenoren (Maertens, Pollentier en Demeyer, red.) er niet bij waren. Maertens was de absolute kopman en ook Pollentier en Demeyer konden regelmatig eens winnen. Gelukkig hadden we nog een renner van het kaliber Pollentier tijdens de Giro van 1977. Het was anders nog een grotere ramp geweest als Maertens uitviel. Ik heb vaak met de remmen dicht gereden, omdat er een ploegmaat moest winnen. Ik ga niet zeggen dat ik de verkeerde keuze heb gemaakt om voor Flandria te kiezen, maar ik had beter eerst ergens anders mijn kans gegaan. Ik heb evenwel geen spijt van mijn beslissing, want we waren de beste ploeg van de wereld. We wonnen massasprints, tijdritten, bergetappes, Vlaamse klassiekers, Waalse klassiekers, …

Andere tijden

Ook Roger Verschaeve, eveneens lid van de Giro-ploeg van Flandria-Velda-Latina in 1977, vindt dat ze een sterrenensemble hadden. “Je kunt ons niet vergelijken met een ploeg in het huidige profpeloton. Enkel Ineos Grenadiers komt misschien in de buurt, maar eigenlijk is vergelijken onmogelijk. Wij hadden 30 renners in onze ploeg en ik kende er maar vijftien van. Het waren altijd dezelfde renners die in actie kwamen. Wij werkten echt super veel wedstrijden af. Ik reed 120 tot 130 koersen op een jaar. Sommige renners komen nu met moeite aan 60 koersdagen. Dat is volgens mij de grootste verandering in het wielrennen. Ik kijk wel nog graag naar de koers, maar het is allemaal geprogrammeerd. Met de oortjes krijg je geen eerlijk koersverloop te zien. Het is handig om de koerssituatie te weten, maar de renners moeten zelf keuzes maken, vind ik. Plots mag een renner niet meer meerijden, terwijl hij wel goede benen heeft. In de Giro van 1977 was het voortdurend koers en dat vind ik toch mooier en eerlijker. Vroeger was de begeleiding ook minder. Wij trokken alleen naar die bewuste Ronde van Italië. Nu hebben ze een kok, een kinesist en drie dokters mee.”