Lotte Kopecky is de internationale koningin van het prijzengeld

© BELGA
Tom Vandenbussche

Hoera! Yves Lampaert en Julie Van De Velde zijn dé prijsbeesten van het West-Vlaamse wielerpeloton. Wij hielden dit seizoen alle verdiende euro’s aan prijzengeld bij en kwamen tot tal van opvallende vaststellingen. Zo werd Lotte Kopecky de internationale koningin van het prijzengeld in 2021.

Lotte Kopecky is in extremis, dankzij haar drie medailles op het voorbije WK baanwielrennen (11.500€), de internationale koningin van het prijzengeld in 2021 geworden. Ook haar regelmaat in de Thüringen Ladies Tour (3.890€) en haar Belgische titel op de weg in Waregem (4.000€) brachten heel wat centjes in het laatje. Maar nog opvallender was de buit na haar zege in Le Samyn des Dames, een heel bescheiden UCI 1.1-koers in Wallonië. De overwinning zelf leverde haar 510€ op, maar Kopecky ontving er daarnaast ook een auto ter waarde van … 14.000€.

Opmerkelijk zijn de podiumplaatsen van Demi Vollering en Ellen van Dijk. Vollering deed het uitstekend in wedstrijden met een grotere prijzenpot dan de UCI-barema’s: de Amstel Gold Race (2de, 1.750€), La Course by le Tour de France (1ste, 6.300€), Giro Rosa (3de, 3.545€) en de Women’s Tour (1ste, 3.750€). Van Dijk had aan drie medailles op kampioenschappen (2.100€ voor zilver EK tijdrijden, 6.000€ voor goud EK op de weg en 8.000€ voor goud WK op de weg) genoeg om derde te worden. Nog opmerkelijker wordt het wanneer we de premies van de nationale federaties voor medaillewinst op de Spelen in Tokio erbij nemen. Wie is dan de grote slokop van 2021? Jawel, de nummer elf: Elisa Longo Borghini. De Italiaanse ontving voor haar bronzen medaille in de wegrit een bonus van 60.000 euro, waarmee ze op een totale prijzenpot van 71.792€ uitkomt. Daarmee doet ze beter dan Annemiek van Vleuten, die dankzij haar premies voor olympisch goud in de tijdrit (30.000€) en zilver in de wegrit (22.500€) een eindtotaal van 69.807€ behaalt. Ook Anna Van der Breggen (15.000€ voor brons in de tijdrit) en Marlen Reusser (30.000 CHF voor zilver in de tijdrit) vielen in de premies, net als Anna Kiesenhofer. De 30-jarige Oostenrijkse reed in 2021 amper 440 euro aan prijzengeld bijeen, maar Team Austria beloonde haar verrassende olympische wegtitel met een niet onaardige premie van 17.000€.

In 2022 zullen de bedragen in dit lijstje overigens een stuk hoger liggen. Met dank aan de terugkeer van de Tour de France voor vrouwen, gekruid met een stevige prijzenpot van 250.000€. Ter vergelijking: de Giro Rosa, de belangrijkste rittenkoers tot nu toe, gaf dit jaar 58.181€ aan prijzengeld weg.

UCI-rensters internationaal: 1. Lotte Kopecky (27.603€), 2. Demi Vollering (22.363€), 3. Anna van der Breggen (21.678€), 4. Ellen van Dijk (20.838€), 5. Marianne Vos (18.528€), 6. Elisa Balsamo (17.889€), 7. Annemiek van Vleuten (17.307€), 8. Emma Norsgaard (15.567,5€), 9. Marlen Reusser (12.883€), 10. Lorena Wiebes (12.270€), 11. Elisa Longo Borghini (11.792€), 12. Lucinda Brand (9.940€), 13. Katarzyna Niewiadoma (9.298€), 14. Ashley Moolman (9.296€), 15. Cecilie Uttrup Ludwig (9.189€).

Werden in rekening gebracht: het individueel behaalde prijzengeld in wedstrijden op de weg, in het mountainbiken en op de piste van februari tot en met oktober. Werden niet in rekening gebracht: ploegentijdritten, EK en WK Mixed Relay, ploegenklassementen, veldritten en premies van nationale federaties voor medaillewinst op de Olympische Spelen.