Afgelopen winter verliet Tim Declercq (35) na zeven seizoenen Soudal-Quick-Step voor Lidl-Trek. Bij de Amerikaanse formatie is de sympathieke knecht ondertussen helemaal ingeburgerd. “Ik werd wat uit mijn comfortzone gehaald, maar ik voel me hier heel goed.”
Het blijft eerlijk gezegd vreemd: Tim Declercq in het shirt van Lidl-Trek. Zeven jaar was hij een gevestigde waarde bij Soudal-Quick-Step, maar ondertussen bewees de Izegemnaar ook bij de Amerikaanse formatie al zijn waarde. Declercq mocht ondertussen zelfs al zeven keer juichen dankzij vier etappezeges en twee eindzeges van Mads Pedersen en een etappezege van Mattias Skjelmose. Zijn integratie verliep de afgelopen weken dan ook vlot.
Klik met Pedersen
“Ik denk dat de ploeg tevreden was over mijn seizoensbegin. Binnen de ploeg krijg je na elke koers immers feedback en een score en die was tot dusver telkens goed”, vertelt de West-Vlaming aan de vooravond van de start van Vlaamse wielerweek. Ook de klik met kopman Mads Pedersen is er. “Het is ook dankzij hem dat ik hier in de ploeg rijd, want hij was degene die vroeg of ik interesse had om naar Lidl-Trek te komen”, vertelt Declercq. “Mads is ook echt een dankbare kopman om voor te werken. Hij is rechtdoorzee, zoals de meeste Denen, maar heeft daarnaast ook echt de mindset van een kampioen.”
“Pedersen is – zoals de meeste Denen – rechtdoorzee en heeft de mindset van een echte kampioen”
Declercq had die goede lijn van het seizoensbegin de komende weken dan ook maar wat graag doorgetrokken. Alleen is het lang niet zeker of hij de komende koersen wel in actie zal komen. De E3 Saxo Classic slaat hij al sowieso over en ook naast de komende koersen staat nog een vraagteken. Declercq zucht: “Ik heb me ooit al beter gevoeld in deze periode, want ik ben de afgelopen week serieus ziek geweest. Ik denk dat mijn immuunsysteem door het slechte weer in Parijs-Nice een serieuze duw heeft gekregen, want nadien heb ik zowel een mycoplasma-infectie als buikgriep gehad.” Als gevolg daarvan kon Declercq bijna een week niet trainen, allesbehalve ideaal in deze periode. “Mirakels bestaan niet, hé. Zeker als je geen absoulute wereldtopper bent. Misschien kan ik terugvallen op mijn goede basis die ik deze winter heb kunnen opbouwen, maar ideaal is het uiteraard niet.”
Fatalisme
Pas vandaag (vrijdag, red.) mag Declercq opnieuw iets van intensiteit in zijn training steken. Dat wordt dan ook een test om te zien of hij zondag al dan niet aan de start van Gent-Wevelgem kan verschijnen. “De timing van die ziekte is natuurlijk heel zuur, want dit blijft toch de periode waar je een hele winter naartoe werkt.”
Declercq wordt er zelfs een beetje fatalistisch van. “Die neiging heb ik wel, ja”, kan hij er echter ook wel om glimlachen. “Dan denk ik al eens dat al die opofferingen voor niets geweest zijn. Maar dat is misschien ook wel omdat ik wat te veel kennis heb over trainingsleer. Ik weet bijvoorbeeld dat je conditie na twee dagen rust al weer afneemt. Oké, dat kan nadien dan wel weer snel heropgebouwd worden, maar toch. Door die kennis weet je gewoon dat het niet ideaal is. Soms is het misschien wel beter om dat allemaal niet te weten.” (lacht)
Hoe dan ook hoopt Declercq de komende dagen nog wel een paar keer over de Vlaamse kasseien te dokkeren. “Ik geloof wel dat je op 90 à 95 procent ook wel je steentje kan bijdragen en wie weet kan ik er richting Parijs-Roubaix nog wel wat procentjes bijdoen. Het is gewoon afwachten en zien, want soms is conditie ook iets raars. Ik hoop alleszins dat ik nog wat klassiekers zal kunnen meepikken. Maar zelfs als blijkt dat mijn conditie een duw heeft gekregen, zal het niet zo gemakkelijk zijn om überhaupt in de selectie te geraken voor die koersen. Het is afwachten wat die test van vandaag (vrijdag, red.) en zondag – als ik mag rijden tenminste – zal geven.”
Uit de comfortzone
Mocht dat niet het geval zijn, zou het wel een domper zijn op een avontuur waar Declercq tot dusver allesbehalve spijt van heeft. El Tractor voelt zich immers al helemaal thuis bij Lidl-Trek. “Ik voel me hier echt goed. Ik heb natuurlijk heel mooie momenten gehad bij Soudal-Quick-Step en het was daar niet per se slecht, maar hier is het gewoon anders. Amerikaanser vooral. Heel erg gericht op feedback, waarbij de ploeg graag heeft dat een renner meedenkt. En dat heb ik wel graag.”
Maar kwam Declercq dan na al die jaren in hetzelfde nest niet met een klein hartje aan bij zijn nieuwe ploeg? “Dat viel goed mee. Natuurlijk word je wel wat uit je comfortzone getrokken. Bij Quick-Step kende ik iedereen. Van de matrasman tot de mensen die de website onderhouden. Hier moest ik iedereen nog leren kennen. Maar ergens zorgt dat ook wel voor nieuwe motivatie.”
Opnieuw met trainer
Al zijn er ook wel wat dingetjes die wat meer aanpassing vergden. Zo was het voor Declercq bijvoorbeeld zoeken naar een goede positie op de fiets. “Niet onlogisch als je daarvoor zeven jaar op fietsen met dezelfde geometrie reed”, klinkt het. Daarnaast werkt hij sinds dit seizoen ook opnieuw met een trainer. “Bij Quick-Step trainde ik mezelf, weliswaar in samenspraak met Tom Steels, maar nu werk ik inderdaad opnieuw met een trainer. Niet per se omdat ik denk dat dat nodig is, maar omdat ik het goed vind om eens nieuwe trainingsimpulsen te proberen. Er zijn immers verschillende wegen die naar Rome leiden. En hoe je het ook draait of keert: ik word stilaan een jaartje ouder en als je wil blijven opboksen tegen al dat jong geweld moet je blijven vernieuwen en ervoor openstaan om nieuwe dingen te proberen. Ik merk ook wel dat ik er de vruchten van pluk. Niet dat ik plots 20 procent beter ben, maar ik heb wel de indruk dat mijn explosiviteit op het vlakke er ietsje op vooruit gegaan is. Al mag je natuurlijk ook geen mirakels verwachten. Het is niet zo dat ik nu plots met Van Aert en Van der Poel zal meekunnen op de Vlaamse hellingen. Hoe graag ik het ook zou willen, daarvoor zijn mijn fysiologische limieten wat ze zijn.”
Voor de rest bleken het vooral kleine aanpassingetjes te zijn. “Waar je zit op de bus bijvoorbeeld, of waar alles ligt. Gelukkig wen ik daar wel snel aan.”
Kamergenoten
De vraag die menig West-Vlaming zich stelt, is of Declercq al een vervanger heeft gevonden voor Yves Lampaert, die bij Soudal-Quick-Step zijn vaste kamergenoot was. “Nog geen vaste”, lacht Declercq. “Tijdens Parijs-Nice lag ik wel bij Jasper Stuyven en eerder sliep ik ook al bij Otto Vergaerde. Bij landgenoten dus. Dat vind ik wel plezant, want dan kan je toch gewoon in je eigen taal communiceren.”
“De vriendschap met Yves is sowieso voor het leven, ongeacht onze werkgever”
Maar wat Lampaert betreft, is uit het oog allerminst uit het hart. “Ik hoor Yves nog geregeld”, verzekert Declercq ons. “Maandag ben ik bijvoorbeeld nog met hem gaan trainen. Het is iets moeilijker geworden om elkaar te zien omdat onze programma’s minder gelijklopend zijn dan vroeger, maar de vriendschap met Yves is sowieso voor het leven, ongeacht onze werkgever.”
Laatste avontuur?
Bij Lidl-Trek ondertekende Declercq een contract voor twee seizoenen. Als dat eind volgend jaar afloopt zal hij 36 zijn. Dit zou dan ook weleens zijn laatste uitdaging kunnen worden. “Dat is inderdaad ook wel de mindset waarmee ik naar deze ploeg gekomen ben, maar je weet nooit wat het leven brengt. Ik wil dan ook geen termijn plakken op hoe lang ik nog doorga. Het enige wat ik niet wil doen, is aanmodderen. Voor de rest zien we wel waar het schip strandt. Momenteel ben ik heel blij met hoe het draait en stoppen is dan ook nog niet aan de orde. We zien volgend jaar wel hoe het loopt en hoe het verder evolueert. Maar op dit moment ben ik nog zeker gemotiveerd om mijn job zo perfect mogelijk uit te voeren.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier