Paul Herygers: “Iserbyt vertrokken voor minstens enkele weken”

Het is velen ontgaan, maar daags voor de wereldtitel van Julian Alaphilippe heeft ook het nieuwe veldritseizoen in België zich op gang getrokken. Eli Iserbyt, nog altijd maar 22 lentes jong, zette in de uitgeregende Rapencross in Lokeren meteen de puntjes op de i. Veldritcoryfee Paul Herygers maakt een eerste voorzichtige evaluatie op. “Laat ons vooral hopen dat er snel weer publiek op de cross toegelaten wordt.”

Eli Iserbyt begon het seizoen zoals hij dat twaalf maanden geleden deed: in stijl. Vorig jaar domineerde hij de Amerikaanse veldritten, ditmaal was de Rapencross in Lokeren het strijdtoneel. De naar Kuurne uitgeweken Bavikhovenaar liet de tegenstand al vlug in de steek en maakte er een onemanshow van. Dat zag ook Paul Herygers. “Hij is dik in orde”, grijnst de wereldkampioen van Koksijde 1994 en cocommentator op Sporza. “Het parcours lag hem voor de volle honderd procent, maar daar moeten we het niet op steken. Toen hij vorig jaar de Wereldbekercrossen in de VS won, was dat een verrassing. Toen zeiden we: Toon Aerts is gewoon wat minder. Maar vorig weekend kregen we de bevestiging: Iserbyt is net zoals vorig jaar de beste en hij zal dat voor een tijdje zijn. Hij zal de komende weken nog een paar keer winnen.”

Michael Vanthourenhout werd vierde in Lokeren.

Herygers: “Michael is een goeie crosser. Dat heeft hij op kampioenschappen en in grote crossen al zo vaak bewezen. Maar het is hoog tijd dat hij zijn voet naast die van Iserbyt zet. Ik herinner me de laatste cross van het seizoen in Oostmalle, waar hij riant aan de leiding reed maar het toch nog fout afliep. Michael is een geweldige knecht die altijd zijn steentje aan het ploegsucces zal bijdragen. Hij heeft er nu echter vooral nood aan om zelf eens te winnen. Vroeger was hij veel te onstuimig. Nu kijkt hij meer de kat uit de boom, alleen heb je binnen zijn eigen ploeg Iserbyt en Sweeck die overnemen. Hopelijk kan Michael nog eens op de ouderwetse manier aanvallen vanaf het begin en voorop blijven.”

Een crosser die we voorlopig niet te zien krijgen, is Gianni Vermeersch. Hij rijdt in oktober de klassiekers aan de zijde van Mathieu van der Poel.

Herygers: “Ik heb daar een gemengd gevoel bij. Gianni is in mijn ogen een even goeie of zelfs betere wegrenner. Ze hebben hem bij Alpecin-Fenix ook nodig. Hij is bezig aan een heel sterk wegseizoen. Maar hij mag de cross niet links laten liggen. Het legt hem geen windeieren en de toppers maken ook de combinatie. En misschien zal zijn motor vanop de weg hem dat extraatje opleveren. Gianni kan crossen en met de top wedijveren. Het zou me niet verbazen mocht hij dat deze winter tonen.”

Wanneer mogen we Van Aert en Van der Poel weer in het veld verwachten?

Herygers: “Ik vernam dinsdag dat Van der Poel spreekt van vijftien en eerder zelfs tien crossen. Dat is aan de magere kant. Wat Van Aert betreft: daar twijfel ik niet aan. Hij zal zeker blijven crossen. Bij Mathieu heb ik mijn twijfels. Adrie heeft het in de herfst van zijn carrière ook zo gedaan: komen meerijden in lange broek en pieken naar één cross, het WK. Je kan het hen niet kwalijk nemen. Maar als ze komen meerijden, zal het publiek erbij willen zijn. Wout en Mathieu hebben een vedettenstatus. Wat Wout de voorbije twee maanden presteerde, is ongelofelijk. Het is bijna onbegrijpelijk dat een crosser dat heeft verwezenlijkt. En schrijf maar op: de kans is groot dat één van beiden ook nog de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix op zijn naam schrijft.”

Van Aert zit vooral met het WK in Oostende in zijn hoofd.

Herygers: “Hij heeft daar al eens uitgepakt, hé. (Van Aert werd er in 2017 Belgisch kampioen, red.) Velen twijfelden of hij in het veld Van der Poel ooit nog zou kunnen verslaan. Maar nu heb ik zo’n gevoel van: zijn progressie van de voorbije maanden, één dag, een WK, in eigen land, in Oostende. Ik denk dat Van der Poel op 31 januari echt zal moeten oppassen.”