Op bezoek bij wereldkampioene Nicky Degrendele in de Zwitserse Alpen
Ze is van Varsenare, werd een jaar geleden de eerste Belgische wereldkampioene ooit in de keirin en traint een groot deel van het jaar in de Zwitserse Alpen. Neen, Nicky Degrendele (22) is geen alledaagse topsporter en dus trok Krant van West-Vlaanderen naar het wereldvermaarde Centre Mondial du Cyclisme in Aigle om er enkele dagen in het spoor van de baanwielrenster te kruipen. “Als ik hier ben, stap ik elke dag met een glimlach op de fiets.” Was getekend: Nicky Degrendele.
Nicky Degrendele staart voor zich uit. Het is zaterdag 16 februari en de combinatie van besneeuwde pieken en een doordringende voorjaarszon mist zijn effect niet. In Zwitserland is de krokusvakantie aan de gang. Daar merken we hier in de vlakte echter weinig van, want de meeste toeristen genieten in hoger gelegen skicentra als Leysin, Les Mosses en Les Diablerets van een deugddoende vakantie. De biljartvlakke vallei tussen Montreux en Martigny heeft in deze periode van het jaar haast iets zaligmakends, zeker in deze weersomstandigheden. Terwijl een eenzame fietser zich monotoon een weg baant op de in perfecte macadam aangelegde fietsroute langs de Rhône, priemen de imposante Dents du Midi – tot 3.257 meter boven de zeespiegel – in de achtergrond stoer boven de omliggende bergtoppen uit. Degrendele, uittredend wereldkampioene in de keirin, kan er best wel van genieten. Intussen is het bijna drie jaar geleden dat de Varsenaarse voor het eerst kwam trainen in het wereldvermaarde Centre Mondial du Cyclisme (CMC), thuishaven van de Internationale Wielerunie (UCI) in Aigle.
Mijn favoriete plaatsje hier is Gstaad. Wat decadent, maar ik krijg al kippenvel als ik aan de prachtige omgeving denk
Degrendele oogt gelukkig en dat straalt ze ook uit. Wat een verschil met twee dagen eerder, toen we haar tijdens onze eerste dag in Aigle meteen op de voet wilden volgen, maar Louis Chenaille, persverantwoordelijke van de UCI, ons duidelijke instructies meegaf. “Nicky traint hier in het CMC in groep, niet als individu. Er wordt een heel strikte planning gevolgd. De anderen mogen door jouw bezoek niet extra belast worden. Vandaag kunnen er foto’s en beelden op de piste genomen worden, maar het interview, de foto-shoot en de video-opnames zijn voor morgen of zaterdag.” Even later ontmoetten we Degrendele op het middenplein van de piste, terwijl ze op haar rollen aan het losrijden was en de blik duidelijk al op het WK van begin maart gericht was. Dat deed ze op haar gekende manier: focus.
Bio Nicky Degrendele h2>
Privé p>
Werd geboren op 11 oktober 1996. Woont in Varsenare, maar traint een groot deel van het jaar in het Centre Mondial du Cyclisme in het Zwitserse Aigle. Is de dochter van dokwerker Jochen Degrendele en verpleegster Michelle Hills. Zus van Björn en Emily. Studeerde af aan de Topsportschool in Gent. p>
Werk p>
Baanwielrenster in keirin en sprint. Heeft profcontract bij Sport Vlaanderen. Komt uit voor BEAT Cycling Club. p>
Palmares WK p>
2x goud: keirin juniores (2014) & elite (2018). 1x zilver: sprint juniores (2013). 2x brons: sprint juniors (2014), keirin elite (2017). p>
Palmares EK p>
2x goud: keirin juniores (2014) & U23 (2018). 5x zilver: sprint juniores (2013), keirin juniores (2013), elite (2016), U23 (2016) & elite (2018). 4x brons: teamsprint juniores (2013) & juniores (2014), sprint juniores (2014) & U23 (2018). p>
Palmares BK p>
2011-2012 (nieuwelingen): 1x goud (sprint). 2012-2013 (juniores): 6x goud (500m, keirin, sprint, teamsprint, scratch, achtervolging). 2013-2014 (juniores): 5x goud (500m, keirin, sprint, teamsprint, scratch). 2014-2015 (elite): p>
2x goud (keirin, sprint). 2016-2017 (elite): 2x goud (keirin, sprint). 2017-2018 (elite): 2x goud (keirin, 500m). p>
Palmares Wereldbeker p>
1x goud (keirin Minsk 2018), p>
1x zilver (keirin Apeldoorn 2016), 2x brons (keirin Cali 2017, sprint Minsk 2018). p>
Eerste keer in 2016
Nadat we vrijdagochtend even de krachtsessie in de gymzaal kunnen bijwonen, staat het interview vanaf half vier in de namiddag op het programma, meteen erna gevolgd door de fotoshoot. Een sms van Degrendele later worden de plannen echter gewijzigd. De voorziene wegtraining is immers vervangen door een uitgebreide rollensessie en het interview zal pas na 17.30 uur kunnen plaatsvinden. Degrendele stelt voor om iets te gaan drinken en de foto-shoot naar zaterdag door te schuiven. Daar kunnen we ons in vinden. “Het is zelfs beter zo, want de zon zit op dit tijdstip verre van ideaal”, geven we aan.
Ik denk dat het voor mij heel moeilijk was om thuis te blijven en thuis te trainen. Dat komt doordat ik ben wie ik ben
Als we op het afgesproken tijdstip aan de ingang van het Centre staan, is de zon bijna gaan liggen. “Ik heb razende honger”, vertelt Degrendele. “Ik ken nog een adresje in Aigle om iets te eten. Zelf ben ik er nog nooit geweest, maar ik ben er al een paar keer gepasseerd en het ziet er heel goed uit.” Tien minuten later hebben we ons in een van de loungezetels van het sfeervol ingerichte Restaurant L’Usine geïnstalleerd, bestellen we elk een thee en kan de geluidsrecorder van ondergetekende in actie treden.
Nicky, hoe ben je hier eigenlijk de eerste keer terechtgekomen?
Degrendele: “In december 2015 heb ik met Koen Beeckman (Topsportcoördinator van Cycling Vlaanderen, red.) en de Topsportcoördinator van de Topsportschool (waar Degrendele toen school liep, red.) samengezeten. In België kon ik geen progressie boeken en bleef ik op hetzelfde niveau hangen. 2015 was, met de overstap van juniores naar elite, een moeilijk jaar geweest. Ik denk dat Koen toen heeft ingezien dat het een goed idee was om naar hier te komen. Na een stage met de Topsportschool ben ik de twee weken van de paasvakantie en de week erna in Aigle geweest. Dat waren vier weken waarin ik heel hard heb kunnen werken. Daarna reed ik een wedstrijd in Parijs en bleken mijn tijden plots een heel stuk scherper. De trein was vertrokken en in augustus 2016 ben ik naar hier teruggekomen.”
Wie bekostigt jouw verblijf hier eigenlijk?
Degrendele: “Dat is een samenwerking tussen verschillende federaties. Ik weet niet hoe het precies in zijn werk gaat, maar ik weet dat er een deel van Belgian Cycling en Sport Vlaanderen komt. Neen, zelf moet ik momenteel niets betalen.”
Kun je het leven hier vergelijken met dat in België?
Degrendele: “Absoluut niet. Ik voel me hier helemaal anders. Als ik thuis ben, kan ik heel moeilijk trainen. Het is precies alsof ik dan een andere persoon ben en telkens een klop krijg. Als ik hier ben, heb ik niemand om me mee bezig te houden, geen kamer om op te kuisen en geen afspraken. Hier kan ik genieten van opstaan, ontbijten en trainen op de piste, op de weg of in de gym. De hele dag gaat naar training en het verbeteren van mijn conditie.”
Ooit vertelde je in een interview: “Sinds Aigle stap ik elke dag met een glimlach op de fiets.”
Degrendele: “Als ik hier ben, weet dat ik me 100 procent op mijn trainingen kan focussen, me niet moet haasten om ergens naartoe te gaan, geen eten moet maken… Dus ja, als ik hier ben, mag ik echt wel zeggen dat ik elke dag met een glimlach op de fiets kruip. Dat ik kan leven als een topsporter zonder extrasportieve zorgen aan mijn hoofd. Het is natuurlijk wel een ander leven. Het is soms moeilijk, weg zijn van huis. Maar de voordelen wegen zwaarder door dan het gemis.”
Moederskindje
Degrendele zegt dat ze veel aan Aigle, gelegen in het Zwitserse kanton Vaud, te danken heeft. “Ik denk dat het voor mij heel moeilijk was om thuis te blijven en thuis te trainen. Dat komt doordat ik ben wie ik ben. Ik zie mijn ouders doodgraag, maar als je constant bij elkaar bent, kunnen er al eens strubbelingen zijn. Ik ga niet zeggen dat ik een moeilijke ben om mee samen te leven, maar gemakkelijk ben ik alleszins niet. En ik heb ook een mening die ik waarschijnlijk iets te vaak uit. Het was voor mijn ouders moeilijk om zich voortdurend aan mij aan te passen. De eerste keer in Aigle gaf mij rust. Dat voelde aan als perfect.”
Hoe houd je contact met het thuisfront in België?
Degrendele: “Via FaceTime. Maar intussen zijn we op een bepaald punt gekomen. Ik ga daar heel eerlijk in zijn: in het begin was het in Aigle heel moeilijk. Ik ben een enorm moederskindje en kon tijdens mijn eerste periodes hier drie, vier keer per dag met mama bellen. Nu is dat nog één of twee keer per week. Af en toe sturen we ook een berichtje naar elkaar. Maar we houden contact en praten met elkaar. (glimlacht) Mijn ouders weten intussen ook dat we niet over de koers moeten babbelen. Het gaat al altijd daarover en als ik dan van een zware trainingsdag terugkom, is het ook wel eens leuk om over iets anders te kunnen praten.”
Ik ga niet zeggen dat ik een moeilijke ben om mee samen te leven, maar ik ben alleszins geen gemakkelijke
“Het is niet altijd even makkelijk geweest, maar nu gaat het stukken beter. Op een bepaald moment heb ik mijn vader echt duidelijk gemaakt dat hij moest stoppen om met mij over de koers te praten. Hij heeft dat gedaan. En ik denk dat hij zelf ook wel beseft dat de rust nu terug is. Maar ik weet ook dat hij het altijd goed bedoelt en alles met de beste intenties doet. Omgekeerd ook. Ik heb me eveneens moeten aanpassen. Vroeger kon ik, als ik terugkeerde van een training, stage of wedstrijd, soms heel kribbig reageren. Nu ben ik daarvan afgestapt en probeer ik, als ik eens drie dagen thuis ben, de rust en vrede te bewaren. (lacht) En ja, dat werkt wonderwel.”
Het schijnt trouwens dat je jouw sprintersgenen van ergens geërfd hebt…
Degrendele: (lacht) “Mijn papa heeft twaalf jaar gekoerst en drie wedstrijden bij de liefhebbers gewonnen. Hij was heel goed in sprinten, iets wat duidelijk in de familie zit. (glimlacht) Van mijn opa, Achiel Degrendele, weet ik niet zo heel veel. Hij heeft gekoerst toen mijn papa al geboren was, want ik heb nog foto’s gezien van toen ze met het gezin naar de koers gingen. En mijn mama heeft vroeger op school, toen ze nog in Engeland woonde, aan atletiek gedaan en was een goede loopster op de korte afstanden.”
Twee trainers: een Schot en een Nederlander h2>
Toen Nicky Degrendele in april 2016 voor de eerste keer in Aigle kwam trainen, kreeg ze de Brit Scott Bugden als coach. Sinds oktober 2018 is het de Schot Craig MacLean die haar in het CMC begeleidt, terwijl bij BEAT Cycling Club de Nederlander Tim Veldt voor de omkadering zorgt. p>
p>
“Scott is hier een goeie twee jaar coach geweest, maar in maart 2018 opgestapt. Scott was als een mental coach voor mij. Voor een sprinter is het mentale nu eenmaal vaak nog iets belangrijker dan het fysieke. Zoals de twijfels die je als topsporter soms hebt. Pas op, het is niet makkelijk om je hoofd ervan te overtuigen wat je lichaam wil en kan doen. Je mag gewoon niet twijfelen over je … (zoekt naar het juiste woord) Hoe moet ik dat nu zeggen in het Nederlands? Abilities. Juist, je mogelijkheden. (grijnst) Sorry, ik denk al jaren in het Engels.” p>
De voorbije weken trainde Degrendele in Aigle met de Schot Craig MacLean (47). “Sinds vorig najaar werken we samen. Craig is een fantastische kerel. Ik denk dat hij een heel goede coach voor mij is. Hij heeft de ervaring, is zelf ook sprinter geweest (MacLean behaalde op de Spelen van 2000 zilver op de teamsprint, red.). Ik kan het heel goed met hem vinden. Zijn trainingen zijn prima en eenmaal we in een bepaalde routine geraken, ziet dat er oké uit. De manier waarop ik met Craig werk, is anders. Met Scott wist je welke training eraan kwam. Op een bepaald moment was er geen variatie meer en dan begin je automatisch wat af te zwakken.” p>
BEAT Cycling Club p>
Sinds oktober maakt Degrendele deel uit van BEAT Cycling Club. “Het heeft een weg- en een pisteploeg. Voor de piste zitten we met drie mannen en twee vrouwen. Iedereen kan lid worden van de ploeg om dichter bij de renners te staan en bijvoorbeeld aan trainingen deel te nemen.” Via haar Nederlandse club wordt Degrendele begeleid door Tim Veldt (35), een gewezen specialist van het omnium. “Vroeger, toen hij zelf nog pistier was, kwam hij bij mij over als iemand die altijd heel boos was. Toen ik hem dat onlangs vertelde, moest hij daar erg om lachen. Het is een enorm toffe kerel. Ik ben daar heel eerlijk in: op een wedstrijd betekenen hij en Craig het meest voor mij.” p>
p>
Van een echte samenwerking tussen MacLean en Veldt is nog geen sprake. “Na het WK zal ik eens met Craig, Tim, Peter Pieters (bondscoach van België, red.) en Koen Beeckman (Technisch Directeur Topsport Cycling Vlaanderen, red.) samenzitten om alles te overlopen en te kijken hoe we in de toekomst het best kunnen samenwerken.” p>
In het spoor van broer
De klok wijst intussen bijna zeven uur aan. Het is tijd om te eten. Degrendele bestelt een entrecôte à cheval. “Maar kan het met een beetje rijst in plaats van frietjes?” vraagt ze aan de ober. Dat is geen enkel probleem, zeker niet als hij te horen krijgt dat de Belgische dame aan tafel zich in het befaamde Centre Mondial du Cyclisme op het WK baanwielrennen aan het voorbereiden is. Men weet hier intussen ook wat koers is. Aigle is immers niet alleen de thuishaven van de UCI. Hier boekte Sven Vanthourenhout in 2005 de grootste overwinning uit zijn carrière als veldrijder: een manche voor de Wereldbeker. Hier passeert ook elk jaar een rit van de twee belangrijkste rittenkoersen op Zwitserse bodem: de Ronde van Romandië en de Ronde van Zwitserland. En het is ook hier in deze streek dat Alberto Contador één van de grootste nummers uit zijn carrière opvoerde, door tijdens de Tour van 2009 op de klim naar skioord Verbier Andy Schleck en ploegmaat Lance Armstrong tot figuranten te degraderen. Degrendele kijkt verwonderd als we het haar vertellen. “Ik herinner me natuurlijk die beelden van Contador in die Tour, maar wist niet dat dit hier zo dichtbij was gebeurd.”
2009 was ook je debuutseizoen in het wielerpeloton. Wat herinner je je daar nog van?
Degrendele: “Niet veel eigenlijk. Ik weet zelfs niet meer waar ik mijn eerste wedstrijd ooit reed. Waarschijnlijk was dat in Zeebrugge. Veel heb ik die eerste drie jaar alleszins niet gekoerst, maar ik had wel altijd een licentie.”
Je begon te koersen, omdat je broer Björn dat ook deed. Eerst bij de Brugse Velosport en daarna bij het Mez Team. Was hij een goede coureur?
Degrendele: “Hij was niet slecht, maar hij had geen koersinzicht. Ik heb nog veel herinneringen aan die periode, want ik ging wekelijks mee naar zijn koers. Zo ben ik eens meegeweest naar de Ridley Tour, een rittenkoers voor nieuwelingen. Tim De Baene, zijn ploegmaat bij de Brugse Velosport, won er een rit. Een heel plezante vijfdaagse was dat. Ook van toen Björn bij het Mez Team reed, zijn een aantal wedstrijden me bijgebleven, met ploegmaats als Dennis Delmotte, Bram Dhiedt, Jonas Vanoverschelde…”
Na je debuut duurde het voor jou nog 2,5 jaar voor je op de piste terechtkwam.
(knikt) “Dat was in november 2011, maar ervoor had ik wel al de opleiding van Wielerbond Vlaanderen gevolgd. Ik herinner me nog goed mijn eerste keer op de piste. Dat was met mijn papa, die me meteen naar boven meenam. Bang dat ik toen was… Er waren tijdens die sessie een pak mensen op de piste. Ik dacht dat ik het niet zou overleven. Of ik het plezant vond? Ja, maar het was ook wel heel intensief. (lacht) Ik denk dat ik na tien minuten van de piste ben gegaan om wat te drinken. (grijnst) Die droge lucht, hé.”
Trainingsgroep van tien
Het kan snel keren. Minder dan drie jaar later behaalde Nicky Degrendele de eerste grote triomf uit haar nog prille wielercarrière: de wereldtitel bij de dames juniores in de keirin, waarbij zes rensters eerst drie ronden achter een derny en vervolgens drie ronden alleen moeten rijden. Nog eens vier jaar later draagt ze op 22-jarige leeftijd ook de regenboogtrui bij de elite, ook in de keirin.
Ben jij eigenlijk al maniakaal met jouw sport bezig?
Degrendele: “Ik durf gerust te zeggen dat ik nu heel gefocust bezig ben, ook al zullen een paar mensen me nu waarschijnlijk wel tegenspreken. Vanaf het moment dat ik hier met Craig (MacLean, haar nieuwe trainer in Aigle sinds oktober, red.) ben beginnen samen te werken, ben ik een stapje hoger in mijn doorzettingsvermogen gegaan. Ik kan mezelf nu meer pushen. Daarom is deze trainingsgroep hier in het Centre zo’n pluspunt voor mij. We zijn momenteel met tien: zes jongens en vier meisjes, uit Argentinië, de Caraïben, Thailand, Europa…”
“Soms is de groep moe en niet meer zo enthousiast, maar altijd is er wel iemand die de anderen motiveert en iedereen gemotiveerd houdt. Soms ben ik dat. Maar soms ook niet. Begin deze week had ik bijvoorbeeld een heel slechte dag en hebben de anderen mij echt moeten vooruitstuwen. Dat was niet van niet willen. Dat was van niet kunnen. En dan doet het deugd om vast te stellen dat anderen in de groep mij door die momenten willen helpen.”
Op jonge leeftijd was ik een hyperactief kind. Velen konden me niet uitstaan, want ik had gewoon veel te veel energie
Het zijn hier lange dagen…
Degrendele: (knikt) “Het zijn niet alleen de trainingen, maar ook alles daarrond. Ik sta op om zeven uur, ook al snoes ik wel een keer of twee, drie. (glimlacht) Ik ben geen ochtendmens, maar probeer tegen kwart voor acht weg te zijn. Om kwart voor acht ontbijten we in het Centre. Om negen uur kruipen we op de rollen en werken we een blokje af. Van half tien tot de middag trekken we naar de gym. Na het middagmaal en een korte rustpauze verzamelen we vervolgens om tien voor twee voor de pistetraining. Die bestaat uit de opwarming op de rollen en de blokken die we moeten doen. Meestal loopt dat uit tot half vijf à vijf uur. ‘s Avonds is er ruimte voor herstel en ontspanning.”
We hebben het hier met onze eigen ogen kunnen vaststellen: je trainingen zijn anders dan bij een doorsnee wielrenner, maar zeker niet te onderschatten. Integendeel…
Degrendele: (knikt) “Ik zal hier nu drie weken geweest zijn en het zullen drie heel intensieve weken geweest zijn. Vooral mentaal, want de intensiteit die we in de trainingen gelegd hebben, is van het allerhoogste niveau. In mijn sport is het de kwaliteit die telt, niet de kwantiteit.”
Ook dat hebben we gezien tijdens de pistetraining. Twee ronden voluit sprinten, 20 minuten herstel, twee ronden voluit sprinten, 20 minuten herstel, twee ronden voluit sprinten, 20 minuten herstel… En dat drie uur aan een stuk.
Degrendele: “Die lange recuperatieperiodes zijn nodig om het maximale uit je lichaam te halen. Dat moet ook in disciplines als sprint en keirin. Voor andere renners is het misschien beter om tien oefeningen aan 90 procent te doen, maar ik word alleen sterker als ik er vier aan 100 procent doe.”
Waar is de tijd dat je hier in Aigle de weg werd opgestuurd om monsters als de Col de la Croix omhoog te rijden.
Degrendele: “Dat was in de zomer van 2017. (wikt even haar worden) Ik denk dat alle trainingen die je doet een impact hebben. Soms eens een goeie impact en soms eens een slechte. Het gaat over hoe je ernaar kijkt. Als je er niet in gelooft, zal het meestal een slechte impact hebben. Die zomer heb ik een klik in mijn hoofd gemaakt door ernaar te kijken als een manier om mijn lichaam te resetten en van de trainingen te genieten.”
“Dat was niet simpel, als sprinter die zware cols beklimmen. Het is voor een sprinter veel makkelijker om meer duurrenner te worden dan omgekeerd. Het zou veel beter geweest zijn als we wekelijks op de piste waren blijven trainen en ik de echte snelheid had kunnen behouden. Maar goed, het heeft iets opgeleverd (Degrendele kroonde zich een half jaar later tot wereldkampioene, red.)en die vele wegtrainingen zullen daar ook wel iets mee te maken hebben.”
Al 6 keer op stage in Aigle. Al 15 maanden van huis h2>
April 2016 p>
Duur: drie weken. p>
Reden: een test om te kijken of Degrendele in Zwitserland meer progressie kon boeken. “Daarna had ik een wedstrijd in Parijs en bleken mijn tijden een heel stuk scherper.” p>
Augustus-december 2016 p>
Duur: vier maanden. p>
Reden: laatste voorbereiding op het EK elite in Parijs (oktober 2016), waar Degrendele zilver behaalde, haar eerste internationale kampioenschapsmedaille bij de dames elite. p>
Februari-april 2017 p>
Duur: zes, zeven weken. p>
Reden: laatste voorbereiding op het WK elite in Hongkong (april 2017), waar Degrendele brons behaalde. p>
Mei-oktober 2017 p>
Duur: vijf maanden. p>
Reden: voorbereiding op het EK U23 in Anadia (juli 2017) en het EK elite in Berlijn (oktober 2017). “In die vijf maanden ben ik twee, drie dagen thuis geweest. Dat was in juli, net voor het EK in Portugal, van waaruit ik naar Aigle ben doorgereisd. Normaal voor twee weken, omdat de piste hier gerenoveerd zou worden, maar ze hebben me tot oktober vooral op de weg laten trainen en wat gereset. In oktober ben ik weer vertrokken voor het EK.” p>
September-december 2018 p>
Duur: drie maanden. p>
Reden: eerste opbouwfase richting het WK in Pruszkow (maart 2019), nadat ze bijna een jaar niet in Aigle had getraind. Eerst was er de beschadigde piste, daarna bereidde Degrendele zich in Gent (januari & februari 2018) en Portugal (stage van twee weken met de Belgische selectie in februari 2018) voor op het WK elite in Apeldoorn (maart 2018), waar ze goud behaalde. “Daarna volgden drie weken rust, een maand opbouw in België en mijn periode in Japan. In juli ging het via een stage van twee weken met de Belgische selectie in Frankrijk naar het EK elite in Glasgow en het EK U23 in Aigle (augustus 2018). Daarna was ik weer drie weken thuis en ben ik via een stage in Manchester bij mijn goede vriendin Robin Stewart naar Aigle doorgereisd. Door mijn val in Parijs (oktober 2018) ben ik tussendoor wel twee weken thuis moeten blijven (waardoor Degrendele toch aanwezig kon zijn op de uitreiking van de IJzeren Briek, red.).” p>
Februari 2019 p>
Duur: drie weken. Reden: ultieme voorbereiding op het WK in Pruszkow, in maart 2019. p>
Nieuwe wereldtitel?
En of de entrecôte gesmaakt heeft, geeft Degrendele toe. Van deze momenten kan ze genieten. Dat moet ook, want de druk om te presteren zal het komende anderhalf jaar alleen maar toenemen. Dan kan het eens geen kwaad om op restaurant te gaan. “Ik heb daarover heel gedetailleerd met Craig overlegd, over wat ik hier dagelijks doe”, benadrukt ze. “Hij heeft duidelijk gemaakt dat dit het moment is om zo veel mogelijk te rusten. Maar af en toe heeft het hoofd ook nood aan iets anders. Als we met de groep een rustig trainingsritje op de weg hebben, durven we op een van mijn favoriete plaatsen in Saint-Maurice wel eens een theetje te gaan drinken. Eergisteren (woensdag 13 februari, red.) hebben we daar ruim drie kwartier gezeten. Op het gemak. Dat is ook eens nodig, die ontspanning.”
Het WK komt er vlug aan. Ben je weer de oude na je zware val in Parijs van eind oktober?
Degrendele: “Ik ben er maanden hinder van blijven ondervinden. Dagelijks opstaan met hoofdpijn, evenwichtsstoornissen, mijn ogen die niet op de reflexen reageerden, moeilijkheden om mijn concentratie te behouden en op één iets te focussen… Zelfs nu ben ik hier in Aigle nog altijd druk bezig met de fysiotherapeute, soms twee keer per dag. Ik heb nog altijd last van mijn nek en van mijn spieren die aangetast zijn. Maar ik denk er niet vaak aan. Ik ben eerder bezig met het verbeteren van de pijnpunten en weet dat dit op termijn van mij een sterkere sprintster zal maken.”
In Pruszkow heb je al een aantal keer gereden. Is het een mooie plaats om wereldkampioene te worden?
Degrendele: “Elke piste is mooi om wereldkampioene te worden. Het is het event zelf dat het verschil maakt. Een WK is een WK. Er is misschien maar één event dat nog groter is en dat zijn de Spelen. Ik heb intussen al een keer of vier in Pruszkow gereden. Het is de belangrijkste piste in Polen, vlakbij Warschau. Een mooie baan. Ik rijd er graag. Maar we zullen zien. Ik probeer er het beste van te maken.”
Er zijn er nog altijd in de Belgische ploeg die zich ergeren wanneer ik voor een wedstrijd zing. Maar ik kan niet anders. Als ik doe zoals iedereen doet, werkt het niet voor mij
Als uittredend wereldkampioene ben je, puur theoretisch gezien, de topfavoriete in de keirin.
Degrendele: “Ik zal aan de start staan zonder enige verwachting van mezelf. Ergens hoop je natuurlijk wel op een nieuwe wereldtitel. Daar werk je ook voor. Maar als je aan de start staat met de gedachte dat je wereldkampioene moet worden, is er altijd een kans dat je extra teleurgesteld naar huis gaat. Ik wil gewoon starten, me amuseren en het beste uit mezelf halen. Ik heb op training alles gedaan wat moest gebeuren. We gaan ervoor. Punt.”
En dan is er ook nog de sprint, waarin je de laatste jaren geen grote prestaties hebt geleverd. Bondscoach Peter Pieters zegt dat je in die discipline nog te veel twijfelt en duidelijk nog progressiemarge hebt.
Degrendele: “Dat is leuk om te horen. Het klopt dat ik de laatste jaren in de sprint minder goed gepresteerd heb. Het is ook niet omdat je goed bent in keirin dat je dat ook bent in de sprint. Sommigen moeten het nu eenmaal meer hebben van een echte wedstrijd in groep. Maar ik denk ook dat ik in de sprint nog veel beter kan. Daar werken we ook naartoe. Iedereen zegt tegen mij dat ik voluit voor de keirin ga, maar dan zeg ik: ik wil goed zijn in beide disciplines.”
Pieken en dalen
Als de joviale ober met de dessertkaart passeert, kan ondergetekende niet aan de lokroep van een bolletje karamelijs weerstaan. Ook Degrendele hapt toe, maar houdt het bescheiden. “Voor mij een bolletje sorbet. Dat kan geen kwaad.” Ze is nu helemaal op dreef. We vragen of de Spelen van Tokio haar eindstation worden. Degrendele schudt het hoofd. “Daar wil ik nog niet aan denken. Ik moet nu gewoon alle focus op Tokio leggen, want er is maar zoveel dat je hoofd aankan.”
Als ik jouw palmares van de voorbije jaren chronologisch overloop, valt het me op dat een piek vaak door een dal gevolgd wordt en omgekeerd.
Degrendele: (knikt) “Dat komt omdat ik naar wedstrijden toewerk. Ik weet welke momenten op een jaar ik slecht ben en welke momenten ik goed ben. Als je je hoofd ervan kan overtuigen om op een bepaald moment goed te zijn, is alles mogelijk. Neem nu het EK van vorige zomer in Glasgow. Na mijn periode in Japan was ik daar zonder enige hoop naartoe vertrokken, maar finaal ben ik wel met zilver naar huis gegaan. Meer zelfs, als ik daar nu aan terugdenk, had ik nog meer voor goud moeten durven te gaan. Daar heb ik voor mezelf geleerd dat ik op een wedstrijd vaak veel beter ben dan op training en iemand ben die zich echt op een doel kan focussen.”
Het is soms moeilijk, weg zijn van huis. Maar de voordelen hier in Aigle wegen zwaarder door dan het gemis
“Er zijn heel wat mensen die zeggen dat het makkelijker is voor mij, omdat ik op een bepaalde manier koers. Akkoord, ik weet dat er in het verleden wedstrijden zijn geweest waarin ik het makkelijk heb gehad. Maar ik kan ook zo de wedstrijden opsommen waarin ik het puur op mijn eigen kwaliteiten en sterkte heb afgedwongen, zoals bij mij mijn WK-goud en EK-zilver in 2018.”
Onlangs zei je in een interview: “Ik ben wereldkampioene, ondanks de twijfels van sommigen. Wie? Dat laat ik in het midden, al dacht ik wel: ik heb hun ongelijk bewezen, omdat ik bleef volharden, op mijn manier.”
Degrendele: “En vooral dat: op mijn manier. Ik ben anders dan andere coureurs. En zeker in de Belgische selectie. Daar zijn het allemaal duurrenners die vaak met iets meer stress een wedstrijd aanvatten, maar ook gefocust willen zijn. Ik ben anders op menselijk vlak. Iedereen heeft zijn eigen karakter. En zeker sprinters, die zijn gewoon anders. En dat is mijn manier. Punt.”
Dat je zingt, daar hebben sommigen problemen mee.
Degrendele: “Ik weet het, maar dat is mijn manier om relaxed een wedstrijd aan te vatten. Ik denk dat een aantal andere Belgen zich daar door de jaren heen aan hebben kunnen aanpassen, maar er zijn ook enkelingen die er zich aan blijven ergeren en het enorm ambetant vinden. Maar ik kan niet anders. Als ik me laat meeslepen in het verhaal van normaal doen of doen zoals iedereen doet, werkt het niet voor mij.”
Snowboarden
De ochtend erna nemen we afscheid van Degrendele, die eerst nog uitgebreid tijd vrijmaakt voor enkele video-opnames en een fotoshoot langs de Rhône. Aan de overzijde van de rivier schittert het minder bekende skidorp Torgon idyllisch tegen de besneeuwde bergflank. Torgon is één van de twaalf dorpen die toegang geeft tot Les Portes du Soleil, het bekende skigebied op Frans-Zwitserse bodem dat ook bekendere bestemmingen als Morzine, Avoriaz en Les Gets omvat. Degrendele begint bijna te watertanden als we haar erop wijzen.
Je was een fervent snowboardster, maar heb je dat hier in Aigle al kunnen doen?
Degrendele: “Jammer genoeg niet. Ik ben hier nog nooit de sneeuw opgegaan. Maar daar komt verandering in, na het WK. We hebben daar de toestemming voor gekregen, maar waar en wanneer dat zal zijn, weet ik nog niet. Ik zal zeker niet overdrijven. We zitten in de opbouwfase richting Spelen en dan heb je routine en consistentie nodig.”
In de trainingsgroep in Aigle is er altijd wel iemand die me door de moeilijke momenten heen kan helpen
Maar het zal wel sowieso eens deugd doen.
Degrendele: “Klopt, alleen weet ik zelfs nog niet of ik ga snowboarden. Misschien kies ik ervoor om gewoon een dagje naar de sneeuw te gaan en enkel van de omgeving te genieten. Misschien wordt het wel Gstaad, mijn favoriete plaatsje hier. Het is een uurtje rijden met de auto, maar ik krijg al kippenvel als ik eraan denk. Ik ga er zelfs veel te vaak heen, ook op momenten waarop ik eigenlijk zou moeten rusten. Maar ik kan het niet missen. Wat wandelen. Een koffietje drinken. Soep eten, want er is daar een lokaal restaurantje waar ze heerlijke soep hebben. Echt fantastisch. Ook tijdens deze stage ben ik één keer naar Gstaad gereden. De autorit is een fysieke inspanning, maar het was om mijn hoofd eens leeg te maken en dat kan enorm veel deugd doen.”
Gstaad is toch dat mondaine skioord waar de grootste sterren op aarde naartoe komen?
Degrendele: (grijnst) “Het is ook wel wat decadent, moet ik toegeven. Maar sinds ik daar in de zomer van 2017 met mijn broer voor de eerste keer kwam om van de omgeving te genieten en eens iets anders dan Aigle te zien, ga ik nergens meer liever naartoe.”
Nicky Degrendele doorgevraagd
Heb je recent deelgenomen aan de nationale staking in België?
Degrendele: “Ik val uit de lucht. Waarom heeft men gestaakt? Ik heb andere dingen om aan te denken. (denkt na) Sorry, ik ga me er niet over uitspreken.”
Ooit ging je liever naar het dancefestival Laundy Day in plaats van naar een pistemeeting in Gent. Nu nog altijd?
Degrendele: (grijnst) “Dat was bij de juniores in 2014, net na mijn wereldtitel. Alles was al geboekt en toen moest ik die internationale meeting in Gent rijden. Als je plannen hebt gemaakt en al iets geboekt hebt, vind ik het heel moeilijk om nog te veranderen. Ik keek daar ook enorm naar uit. Maar ja… (lacht) Uiteindelijk heb ik het gecombineerd. Tot vier uur hebben we de meeting gehad en daarna ben ik naar Laundry Day gegaan. Ik zal niet zeggen dat ik liever op dat festival in Antwerpen was, want als het gevoel in de koers goed is geweest, is dat ook leuk.”
Wie zijn jouw beste vrienden?
Degrendele: “Mijn beste vriendin is van Australië, Courtney Field (die op de Spelen van 2012 met Australië brons in de teamsprint behaalde, red.). In oktober vorig jaar heb ik ze nog eens gezien, toen ze in Noord-Italië was, in de streek van Varese. Het was maar twee, drie uur rijden vanuit Aigle en dus heb ik daar het weekend met haar en haar vriend doorgebracht.”
“Eén van mijn andere beste vriendinnen is Robin Stewart, een Ierse die in Manchester woont en op wie ik altijd kan rekenen. En natuurlijk heb ik ook mijn familie. Mijn mama en mijn papa, die beiden totaal verschillend zijn, maar tot de belangrijkste personen in mijn leven behoren. Dat geldt ook voor mijn zus, broer, nonkel, tante en grootmoeder. Ik weet dat zij mijn toeverlaten zijn als ik thuis eens in de clinch lig met mijn vader.” (grijnst)
Je hebt vroeger eerst zes jaar geturnd. Heb je daar iets aan overgehouden?
Degrendele: “Explosiviteit en kracht. En op jonge leeftijd met iets starten is sowieso goed. Ik was hyperactief. Vraag het gerust aan iedereen die me toen kende. Velen konden me niet uitstaan, want ik had veel te veel energie. Daarom heeft mijn mama me op de turnles gezet, zodat ik mijn energie kwijt kon. Dagelijks is ze met mij naar Blankenberge gereden. Daar hadden we een fantastische turnlerares, Wendy Depape. Ik zie haar zelfs nog vaak. Als ik in België ben, zorg ik ervoor dat ik altijd eens in Brugge passeer. Wendy werkt in de winkel van O’Neill en ik spring altijd eens binnen. Fantastische vrouw.”
Wie is Claudine Vierstraete?
Degrendele: “Nooit van gehoord. Mijn voorgangster, zeg je? (Vierstraete is een Torhoutse die in 1981 zilver behaalde op het WK sprint in Brno, red.) Amai, dat wist ik totaal niet.” (lees meer op p. 32, red.)
Shari Bossuyt en Saartje Vandenbroucke, twee andere West-Vlaamse wielrensters die bij de nationale pisteploeg al eens jouw slaapkamergenote waren, beweren dat jij hen altijd een gratis privéconcert bezorgt. Welk liedje verkies je om te zingen?
Degrendele:(lacht) “Dat hangt af van mijn stemming op dat moment en welke muziek er dan net opstaat. Ik ken heel veel teksten van liedjes en zing gewoon mee. Mocht ik mijn schoolboeken gekend hebben zoals ik mijn muziekteksten ken, ik zou ongetwijfeld dokter geworden zijn.”
Veldrijdster Sanne Cant liet in een interview recent optekenen dat zij vorig jaar de Kristallen Fiets had verdiend. Ben je het met haar eens?
Degrendele: “Dat vind ik geen moeilijke vraag, want er zijn meerdere rensters die het verdienden. Jolien D’hoore steekt er haar hele leven in en is ook veel weg van huis. Sanne is dan weer wereldkampioene veldrijden en een goeie renster die er eveneens veel voor doet. Het enige wat je dan kan doen, is accepteren dat iemand anders gewonnen heeft. Er komen nog Kristallen Fietsen, hé. De jury heeft beslist. Ik weet niet wie erachter zit, maar blijkbaar zijn dat heel wat mensen en daar ben ik erg tevreden mee. Ik ben blij dat ik die trofee mee naar huis heb mogen nemen. Hij heeft in Varsenare een mooi plaatsje in de living gekregen.”
Je eet gluten- en lactosevrij. Is dat soms niet vervelend?
Degrendele: “Heel vervelend. Hier in Aigle valt dat wel erg goed mee. In de winkels zijn er hier heel veel producten die ik wel kan eten. Op vlak van voeding staat Zwitserland zeker een stap verder. Het is soms iets moeilijker als ik ergens anders naartoe moet, maar als je echt goed zoekt, vind je wel iets. En uiteindelijk: als ik met de wielerbond op een Wereldbeker in het buitenland zit en de staf niets vindt, ga ik zelf wel nog eens naar de supermarkt om te zoeken. In het slechtste geval neem ik iets van thuis mee.”
Wat is jouw favoriete maaltijd?
Degrendele: “Even nadenken… Een favoriete maaltijd kan ik niet meteen zeggen, maar hier iets verderop in de vallei, in Martigny, is er een steakhouse waar ze de beste ribben hebben die je je kunt inbeelden. Ook vis eet ik graag. Mijn nonkel is reder, dus als ik in Varsenare ben, eet ik veel vis. Sole meunière (zeetongen, red.) met pureepatatjes kan er zeker in. En nog iets anders: in Hotel Weinebrugge – de ouders van mijn schuine overburen zijn er eigenaar – heb ik het beste gerecht ooit in mijn leven gegeten: witte vis, pureepatatjes en choucroute. Werkelijk fantastisch. Het staat daar momenteel niet meer op de menukaart, maar als het er weer op komt, zou ik gegarandeerd nog eens langsgaan.”
Weeg jij, zoals wel meer topsporters, je voeding af?
Degrendele: “Ja. Mijn ontbijt. Vaak havermout en soms durf ik ook wel eens plain cornflakes van hier te nemen. Je kunt er namelijk veel van eten, omdat het weinig calorieeën bevat. Dat, samen met een potje magere yoghurt en twee hardgekookte eieren die ik in stukken snijd, is meestal mijn ontbijt.”
Door jouw sport – weinig kwantitatieve trainingen – mag je niet veel eten. Is dat lastig?
Degrendele: “Ja. Ik kom ook makkelijk bij, alleen al door naar eten te kijken. Maar soms is het allemaal relatief. Ik ben nu enkele kilo’s bijgekomen, maar tijdens mijn laatste test hier op de wattbike haalde ik 100 watt meer. Het is allemaal te zien hoe je naar je sport kijkt en wat belangrijk is. Als je tien keer een berg op moet, heb je beter niet mijn gewicht. Zelf zou ik het liefst van al wat scherper staan, maar daar is een tijd en periode voor en daar gaan we na het WK aan werken. Nu lag de focus op sterker worden en sterker blijven. Dus hebben we niet aan mijn voeding gesleuteld, want dat zou tot krachtverlies lijden.”
Wat eet je op de dag van een wedstrijd?
Degrendele: “Dan ben ik een moeilijke eter. Maar je moet wel. Je moet toch wat energie hebben. Voor de keirin moet je ‘s ochtends opwarmen, je eerste wedstrijd doen, weer opwarmen en daarna ook nog de halve finale en finale rijden. Ik neem vaak havermout mee naar de piste en draai daar een banaan en wat honing in om mijn energiepeil op niveau te houden.”
Zou je ooit nog aan een WK teamsprint willen meedoen?
Degrendele: “Natuurlijk, maar momenteel focus ik me op de sprint en de keirin. Maar wie weet: ooit. Als er een medaillekans is, zou ik het zeker doen. Anders heeft het geen zin.”
Frederik Broché, de technisch directeur bij de Belgische wielerbond, noemt jou een killer. Vind je dat een compliment?
Degrendele: “Ja. Dat is nodig in mijn discipline. Op de piste moet je alles van je kunnen afzetten en je van de rest afsluiten. Dus ja, ik vind dat een mooi compliment van hem.”
Mensen kunnen je contacteren als sportspreker. Wat houdt dat precies in?
Degrendele: “Als er bijvoorbeeld een event of teambuilding is en er nood is aan iemand die weet wat topsport is en weet wat motivatie en doorzetting inhouden. Voorlopig is het er nog niet van gekomen. Ik had een uitnodiging voor dit weekend (16 en 17 februari, red.), maar omdat ik hier in Aigle zit, was dat onmogelijk. Ik kan trouwens ook ingehuurd worden voor een fietsritje tijdens een event.”
Ik kwam hier tot de vaststelling dat jij een heel goed geheugen hebt, want je kon perfect alle data opsommen waarop je hier in Aigle bent geweest. Klopt dat?
Degrendele: (knikt enthousiast) “Dat is inderdaad een van mijn sterkere punten. Ooit moesten we op school zoveel mogelijk cijfers van het getal pi na de komma opsommen. We kregen even de tijd om het uit ons hoofd te leren en ik ben aan 56 geraakt.”
Je stopte met studeren voor je sport. Hoop je dit ooit nog herop te nemen?
Degrendele: “Voorlopig focus ik me volledig op mijn sport. Dat kan ook niet anders. Ik denk dat jij dit hier zelf hebt kunnen vaststellen. Het lijkt alsof wij, sprinters, niet veel doen, toch zeker niet in de ogen van een gewone duursporter. Maar geloof me, als je de hele tijd aan zo’n hoge intensiteit hebt getraind, is het echt moeilijk om je nog met studeren bezig te houden. Ik hoop na mijn carrière wel nog iets bij te doen. Misschien word ik wel trainer A of B, maar dat zien we dan nog wel wanneer het zover is.”
Je bent momenteel vrijgezel. Is de kans reëel dat daar binnenkort verandering in komt?
Degrendele: “Momenteel ligt de focus op de Olympische Spelen in Tokio, dat is de realiteit. (denkt even na) Maar het is niet dat ik meteen neen ga zeggen. Ik heb het, met mijn eigen sportieve carrière in het achterhoofd, wel nog niet meegemaakt dat het lukt. Ik heb mijn eerste vriend gehad toen ik eerstejaarsjunior was, maar na mijn zilver op het WK is er een einde aan die relatie gekomen. Het lukte niet en toen was ik zelfs nog veel meer thuis dan nu.”
“Voor een relatie wil ik iemand ontmoeten die op dezelfde golflengte zit, die kan omgaan met de levensstijl van een coureur en aanvaardt dat ik weinig thuis ben. Ik sta er zeker voor open. Je moet het de kans geven, want als er een bepaalde chemie is, kan je daar moeilijk om heen.”
Zie je jezelf ooit naar het buitenland verhuizen?
Degrendele: “Zeker. Die kans is zelfs groot. Als coach, zeg je? Waarom niet, hé? Je weet niet wat de toekomst brengt. Het zou alleszins plezant zijn. Ik ben een enorme reiziger en kan me overal wel vinden. Maar ik ga me daar niet op blindstaren. Er is zoveel meer in het leven dat na mijn carrière op mijn pad kan komen. Je moet voor alles open staan en alles een kans geven.”
Aigle of Varsenare?
Degrendele: “Dat is een makkelijke vraag: Aigle om te trainen en Varsenare om te rusten.”
Dames Elite
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier