Mogen broers Stockman profambities koesteren?

De broers Stockman lieten zich de voorbije weken meermaals opmerken. Zo behaalde Abram eindwinst in de Ronde van Namen, Michiel mocht mee op het podium als winnaar van de bergprijs. (Foto Coghe) © Foto Coghe
Redactie KW

Abram en Michiel Stockman (22) zijn qua uitzicht geen absolute tweeling, maar voor de rest wel. Zoek maar niet naar de zeven verschillen, je vindt ze nooit! In goede en in kwade dagen zijn ze vier handen op een buik. Wanneer de ene door pech gekweld wordt, dan geraakt ook de andere – niet moedwillig – gauw op de sukkel.

Abram Stockman werd in 2017 door toxoplasmose geteisterd, dit jaar overviel hem ‘ter afwisseling’ mycoplasma. Alsof dat nog niet volstond, brak hij ook nog een elleboog in de Ronde van Limburg. Michiel Stockman brak een pols in de lente van 2017 in Nokere, dit jaar een pink, waarmee hij (niet kleinzerig) verder koerste om de seizoensstart niet te missen. Zo stond hij aan de start van de Ronde van België, maar in de eerste rit kwam hij er zwaar ten val en moest hij terug naar af.

Het kwam hen goed uit in functie van de eindexamens van hun voorlaatste academiejaar voor master lichamelijke opvoeding en bewegingswetenschappen, denk je dan als buitenstaander. “Hoegenaamd niet”, weerlegt Michiel. “Wij kunnen het ook in rimpelloze omstandigheden opbrengen om aan onze studies volstrekte prioriteit te geven. En aangezien wij het hele jaar studeerden, bleef er voldoende ruimte over om op niveau te trainen en te koersen. Ik heb trouwens nog maar voor de eerste keer een tweede zit. Abram behoudt wel zijn clean sheet.”

Abram Stockman met zijn gele leiderstrui. (Foto Peter Bauwens)
Abram Stockman met zijn gele leiderstrui. (Foto Peter Bauwens)

Ronde van Namen

“Vanaf Halle-Ingooigem waren wij weer op niveau”, vervolgt Michiel. “En dus klaar voor een lange mooie koerszomer, die wij bekroonden in de Ronde van Namen. Wat ons daar te beurt viel, was het absolute maximum. Abram, de winnaar van de voorlaatste rit en tweede in de tussenstand, schoof in de slotrit mee met de goede ontsnapping die de tussentijdse leider Rob Ruijgh – onze wapenbroeder – rateerde. Ikzelf verdedigde eerst de leidersplaats van Rob en daarna van Abram. Een bezigheid die mij de bolletjestrui van de bergprijs opleverde zodat Abram en ik samen op het podium werden geroepen. Ja, dat doet wat met een mens en zijn aanhangers. Voor Abram werd het binnen de twee dagen de eerste én de tweede overwinning. Ik behoud mij clean sheet, maar hopelijk niet meer voor lang.”

BK Stabroek

Het stond meteen vast dat Abram én Michiel, drie dagen na hun Naamse voltreffer, in optima forma zouden afreizen naar het kampioenschap van België in Stabroek, waar ze zogezegd niet geflatteerd werden door een hen op het lijf geschreven parcours. “Dat weet ik zo nog niet”, valt Michiel meteen in. “Het mag dan een biljartvlak traject zijn, de Berendrechtse kasseien en de strakke wind deden hun werk, zodat er na vier van de twaalf ronden nog slechts 40 beloften in aanmerking kwamen voor de vette prijzen. En ook al wilde de perceptie het anders, er werd bijzonder hard gekoerst. We haalden een moyenne van zowat 43,5 km/uur.”

Michiel Stockman mocht pronken met de bolletjestrui. (Foto Peter Bauwens)
Michiel Stockman mocht pronken met de bolletjestrui. (Foto Peter Bauwens)

“We pakten het aan volgens een beproefd recept”, vervolgt Michiel. “Vorig jaar waren we bij de smaakmakers, dit keer pakten we het behoedzamer aan, maar waakten wij erover dat er in vrijwel elke ontsnapping een Stockman vertegenwoordigd was. Dat legde ons geen windeieren, maar leverde een copy paste van vorig jaar op: Abram werd weer zesde, ik schoof een plaatje op naar rang 15. Wij hopen dat onze prestaties, aansluitend op een uitmuntende Ronde van Namen, niet onopgemerkt voorbij zullen gaan.”

Tarteletto-Isorex?

“Neen, procontinentale ploegen hebben nog niet geïnformeerd naar ons”, bekent Michiel. “Misschien is dat te kort na onze uitmuntende eerste helft van augustus. We hopen tijdens de twee resterende maanden van 2018 nog één en ander toe te voegen aan onze reeks prestaties. Daar gaan we vol voor, waarbij we hopen dat ons verder programma nog een Aziatisch tintje krijgt met een deelname aan de Tour of Iran (Azerbaijan), waarin wij vorig jaar Rob Ruijgh aan de eindzege hielpen.”

“Misschien wordt het in 2019, als beginnende elite zonder contract, een derde campagne bij Tarteletto-Isorex, waar wij het overigens best naar onze zin hebben”, besluit de Waregemnaar. (Bernard Callens)

“Er zit nog veel rek op”

Emiel Vermeulen – 25 jaar oud en zelf nog prof bij het Franse Roubaix-Lille Métropole – is de trotse trainer-begeleider van de broers Stockmans. “Het is mij al twee jaar een eer en genoegen hen te begeleiden”, zegt Emiel. “Elke coach wenst zich zulke meegaande discipelen. We werken jaarlijks toe naar twee tot drie hoofddoelen, waarbij we rekening houden met de studies. De Ronde van Namen en het Belgisch kampioenschap waren zo’n doelen. Als de resultaten dan goed zijn, weet je dat je als renner en coach op de juiste manier gewerkt hebt.”

“Als tweeling hebben ze uitzonderlijk veel raakpunten, maar ik zie toch ook kleine verschillen. Abram is nog iets meer gedreven dan Michiel, die op meer explosiviteit kan terugvallen. Beiden haalden verbluffende cijfers bij hun testen. Het zijn bovendien laatbloeiers, wat betekent dat er nog aardig wat rek op zit. Jaar na jaar boekten ze veel progressie. Met dat intrinsiek vermogen verdienen zij zeker een kans bij de profs. Sport Vlaanderen-Baloise zou voor hen ideaal zijn, maar daar is de vraag een veelvoud van het aanbod.”

“Op dit moment hebben Abram en Michiel het naar eigen zeggen helemaal naar hun zin bij Tarteletto-Isorex, maar het procontinentale niveau zou hun opmars in een stroomversnelling brengen. Misschien moeten zij een seizoen langer in de wachtkamer blijven om er vanaf half 2019, na hun universitaire studies, nog voller tegenaan te gaan. Alhoewel ze dan geen belofte meer zijn en rapper afgeschreven worden. Maar niet alles wat goed is, komt even snel. Dat weet ik uit eigen ervaring”, knipoogt Emiel. “Overigens zijn ze in 2019 nog altijd maar 23 jaar. Ze zijn dus zeker nog niet afgeschreven voor een profcarrière.”