Milan Donie (19) start zaterdag in Luik-Bastenaken-Luik voor beloften: “Mee zijn met de eerste groep”
Kortrijkzaan Milan Donie (19) neemt zaterdag deel van Luik-Bastenaken-Luik voor beloften. De eerstejaar van het Lotto Dstny Development Team reed dit seizoen al enkele rittenkoersen tussen de profs. “Ik wil mee zijn met de eerste groep.”
Milan Donie brak vorig seizoen als tweedejaarsjunior helemaal door. Onder meer dankzij een sterke klimtest met Belgian Cycling op de Ballon d’Alsace in 2022 kon hij terecht bij het jeugdteam van AG2R-Citroën. Donie ontgoochelde niet.
Hij werd tiende in een tweedaagse in het Baskenland, finishte als derde in zowel Luik-Bastenaken-Luik als de Alpenklassieker, behaalde een negende plek in de Ain Bugey Valromey Tour, mocht met de nationale selectie van bondscoach Carlo Bomans deelnemen aan de prestigieuze Giro della Lunigiana en won finaal nog het bergklassement in La Philippe Gilbert.
Lotto Dstny U23
Zijn knappe prestaties leverden Donie een plaats op bij het Development Team van Lotto Dstny. In de Ronde van Rwanda (UCI 2.1) opende hij zijn seizoen. Ook in de Settimana Coppi e Bartali, waar hij zevende werd in het bergklassement, liet Donie zich opmerken. Vorig weekend reed Donie het Circuit des Ardennes, waar hij 40ste werd.
“Als het me lukt om te verbeteren in mijn positionering in het peloton, zou ik in klimwedstrijden normaal altijd in de eerste groep moeten eindigen” – Milan Donie
“Het waren atypische omstandigheden, want in de eerste rit viel het peloton door de wind in waaiers uiteen en misten we met drie renners van de ploeg de boot. Alleen op dag drie (2.550 hoogtemeters, red.) moest er stevig geklommen worden in de Franse Ardennen. Het gevoel was zeker niet slecht, maar ik merk dat er nog werk is aan mijn positionering in het peloton. Als het me lukt om daarin beter te worden, zou ik in dit soort wedstrijden normaal altijd in de eerste groep moeten eindigen. Nu eindigde ik vaak in het achtervolgende peloton.”
Ook als junior had Donie problemen met zijn positionering in het peloton. “Maar toen kon ik pakweg 50 watt meer trappen dan de gemiddelde renner en kon ik het nadeel van mijn slechte positionering telkens vlotjes goedmaken”, legt hij uit. “Bij de beloften en profs ligt het algemene niveau een stuk hoger en trap ik misschien nog maar tien watt meer dan de meeste anderen. In het verleden heb ik nooit moeten leren om me zo vlot mogelijk in een peloton voort te bewegen, maar dat komt wel met de jaren.”
Sinds een maand werkt Donie samen met een sportpsychologe. “Afgelopen winter ben ik tijdens een stage in Spanje zwaar ten val gekomen door een ongeluk in een afdaling. Sindsdien durfde ik geen berg meer af te dalen. Dat probleem is intussen zo goed als opgelost, maar los daarvan is het nodig om die angst te leren relativeren en in goede gedachten om te zetten. Een werk van lange adem. Als je de vele valpartijen van de voorbije weken bekijkt, is het ook niet zo evident.
Afgelopen winter ben ik tijdens een stage in Spanje zwaar ten val gekomen door een ongeluk in een afdaling. Sindsdien durfde ik geen berg meer af te dalen
Sinds mijn debuut als wielrenner heb ik het gedrag in het peloton elk jaar hectischer zien worden. Als je in een UCI 2.2-wedstrijd in voorlaatste positie rijdt, zal de renner in laatste positie jou toch proberen voorbij te gaan. Zo erg is het. Een verklaring heb ik er niet voor, maar volgens mij heeft het met de ingesteldheid van de renners te maken. Misschien wil iedereen extra risico’s nemen, omdat men tegenwoordig op heel jonge leeftijd al de overstap naar de profs kan maken? Feit is: hoe lager het niveau, hoe erger het is. In het Circuit des Ardennes waren er elke dag vijf tot zes valpartijen. In de Coppi e Bartali waren er ook valpartijen, maar veel minder erg en zeker niet massaal.”
Vlakke finale
Zaterdag rijdt Donie Luik-Bastenaken-Luik. “Een koers die me nauw aan het hart ligt, want samen met de Ardense Pijl is dit de mooiste klimkoers in België. Al maak ik me weinig illusies. Het parcours is zwaar tot op 30 km van de finish. Daarna loopt het parcours over brede en niet al te lastige wegen. Dat vind ik flauw. Daardoor eindigt deze wedstrijd meestal op een sprint met tien tot vijftien man. Ik hoop mee te zijn in die eerste groep en nog iets te betekenen voor een ploegmaat die wel een sprint in de benen heeft, zoals Jarno Widar.”
Donie, die op eigen tempo handelswetenschappen en bedrijfskunde in VIVES Kortrijk studeert, kijkt al verder vooruit. Begin mei rijdt hij de Ronde de l’Isard in de Pyreneeën. “Samen met de Ronde van Aosta is dit voor mij een hoofddoel. Eén rit kent zelfs een finish bergop op Plateau de Beille. Daar wil ik zo goed mogelijk voor de dag komen, want ik ben een renner die het van de heel lange cols moet hebben”, besluit de gedreven Kortrijkzaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier