Meesterknecht Wim Vansevenant zag veel veranderen: “Ik zou nu geen renner meer willen zijn”
Al meer dan veertig jaar is Fons Roets (FRO) schrijvend actief in de regionale sportwereld. Als sportliefhebber pur sang leerde hij honderden mensen en hun verhaal kennen. Iedere week duikt hij in de archiefdoos vol herinneringen en anekdotes.
Wim Vansevenant werd geboren op 23 december 1971 in Diksmuide. Hij groeide op in een deelgemeente van Koekelare, op de veeboerderij van zijn ouders. Hij volgde drie jaar studies landbouwingenieur in Roeselare en was van 1994 tot 2008 profwielrenner. Na zijn profcarrière nam hij tijdelijk het melkveebedrijf over van zijn ouders in Bovekerke. In 2010 verhuisde hij naar de gerestaureerde boerderij in Torhout-Wijnendale, die hij eerder in 2006 had gekocht. Daar heeft hij zich gespecialiseerd in akkerbouw, vooral aardappelen, spinazie, bonen en graszaden voor de industrie. Wim huwde in 1996 met Vicky Acke. Samen zijn ze de fiere ouders van profwielrenner Mauri (23) en van Steffie (21), die nog handelswetenschappen studeert in Gent. Vicky runt haar eigen kapsalon in Eernegem, waar het gezin vele jaren woonde.
Veloclub De Zeemeeuw
De jonge Wim begon te sporten toen hij negen jaar was. “Ik startte met veldlopen”, vertelt Wim. “Via via werd ik lid van atletiekclub Houtland AC. Tussen mijn 12 en 16 jaar heb ik veel op de boerderij gewerkt en had ik weinig tijd voor sport. In het middelbaar gaf een medeleerling een voordracht over zijn hobby, wielrennen. Ik was ineens ook zot van de fiets. Ik kocht een koersfiets bij oud-renner Gerard David in Gistel en hij bracht mij in contact met Velo Club De Zeemeeuw. Na amper twee maanden bij de nieuwelingen werd ik al junior.”
“Als junior had ik een jaar nodig om mij aan te passen. Ik was geen sprinter. Ik kon hard rijden en afzien. Het tweede seizoen won ik een vijftal koersen. Ik kwam altijd alleen aan. Ik herinner me overwinningen in het clubkampioenschap in Stene, Wingene en Zwevegem. Bij de liefhebbers reed ik steeds beter zonder grote overwinningen te behalen. Iedereen zag dat ik een stukje kon fietsen en als tweedejaars werd ik lid van het semiprofessionele team van Michel Pollentier. We zijn twee keer naar de Ronde van Zuid-Afrika in Kaapstad geweest en ik heb er twee keer een rit gewonnen. Als liefhebber was ik ook geselecteerd in de nationale ploeg en mocht deelnemen aan het WK in Zottegem. Via die internationale wedstrijden en de belangstelling in de media kreeg ik de kans om bij Vlaanderen 2002 te rijden.”
Na VC De Zeemeeuw Oostende, Izenberge Sportief (bij Pollentier), Vlaanderen 2002 (95-98), Collstrop (1999), Farm Frites (2000) en Mercury (2001) kwam Wim terecht in de Lotto-ploeg. “Als prof bij Topsport Vlaanderen en Collstrop won ik wel eens een koers, maar ik was geen sprinter, geen klimmer en ook geen tijdritspecialist”, zegt Wim over zichzelf. “Ik kon wel hard fietsen in dienst van de ploeg en van een kopman. Dan heb ik voor mezelf en voor de ploeg beslist om knecht te worden bij Lotto. Ik heb me plat gereden voor Peter Van Petegem in de klassiekers, voor Robbie McEwen en zijn groene trui en voor Cadel Evans, die toch twee keer meestreed voor de eindzege. Het was altijd hard werken, kilometers op kop rijden, drank en eten aanbrengen, de koers lezen en weten waar en wanneer je in de frontlinies moest staan met de kopman. Ik hield van de koers, van de teamspirit om samen te streven naar een doel en dat ook te bereiken.”
Als eerstejaars prof reed hij het WK in Colombia en als meesterknecht was Wim ook geselecteerd voor de Olympische Spelen in Athene 2004. “In 1995 was ik al van de partij op het WK in Colombia. Het was bijzonder lastig, op 3.000 m hoogte. Geen enkele Belg is aangekomen, een drama, maar ik was erbij. Ik was ook present in Athene voor de olympische wegrit, in bijzonder warme omstandigheden. Axel Merckx stond op het podium, de zege was voor Paolo Bettini. Ik heb meer dan 200 km voor de ploeg gereden. Het laatste uur was de pijp uit, maar we hadden brons!”
Rode lantaarn Tour
Heel bijzonder in de koersloopbaan van Wim Vansevenant is dat hij vijf keer deelnam aan de Tour en in 2006, 2007 en 2008 als laatste eindigde, de winnaar van de rode lantaarn. “Dat was zeker geen doel”, legt Wim uit. “Gert Steegmans stond laatste in het klassement en was nogal verwonderd om de aandacht die hij daarvoor kreeg. Ik vond dat geen probleem en dacht bij mezelf, liever laatste dan voorlaatste. In de vlakke ritten loste ik naar hartenlust. In de bergritten moest ik geen moeite doen om tijd te verliezen. Ik moest sowieso scharten om op tijd binnen te zijn met de bus. Veel eer was er niet aan verbonden, maar het was een spel in het belangrijkste wielergebeuren van heel de wereld. Het was toch een serieuze prestatie in combinatie met het vele werk dat ik als meesterknecht in diezelfde rondes opknapte voor de ploeg en de kopman.”
Vroeger leuker
Wim Vansevenant heeft het druk op zijn landbouwbedrijf. Alles moet volgens plan verlopen. Hij probeert wel tijd vrij te maken voor het volgen van alle grote sportevents en alle sporten via tv, ook de koersen van zoon Mauri.
“De landbouw is een belangrijke schakel in onze maatschappij, met een grote tewerkstelling in de productie, toelevering en industrie. Als het slecht gaat in de landbouw, kan dat veel negatieve gevolgen hebben, voor iedereen. Het werk op de boerderij vergt dus een goede organisatie, net als de huidige wielersport. Zoals het vroeger was, wil ik direct mijn wielercarrière overdoen, maar er is veel veranderd. Er zijn te veel parameters. Alles zoals voeding, training, positie op de fiets, stages, rusttijd, wordt tot in de puntjes geregeld. De renners hebben geen sociaal leven meer. Ik zou geen coureur meer willen zijn, zoals het er nu aan toegaat. De prestatiedrang overtreft alles. Eén ding is zeker: talent drijft nog altijd boven en wie er het meest voor werkt, wordt er het meest voor beloond. Ik ben fan van Wout en van Remco, maar uiteraard ook van Mauri!”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier