Lars Van Coppenolle kroont zich tot wereldkampioen Gran Fondo: “Ik blijf een kermiscoureur”
Een jaar lang mag Lars Van Coppenolle zich wereldkampioen noemen. Vorige week vrijdag schreef hij in het Schotse Perth het WK Gran Fondo op z’n naam. In de categorie 19-34 jaar, de belangrijkste reeks van dit amateur-WK. “Maar dat zal mijn wielerleven niet veranderen.”
Ook al is hij pas 26 jaar, de carrière van Van Coppenolle kent een ietwat grillig verloop. Bij de jeugd was hij, in het shirt van de Brugse Velosport, een degelijke renner. Na verloop van tijd kapte hij met wielrennen. In 2019 pikte hij de draad weer op. Molenspurters Meulebeke gaf hem een kans. In de zomer van 2021 begon hij koersen te winnen. En werd hij in Oudenburg in de Memorial Danny Jonckheere vierde.
Van Coppenolle verscheen op de radar van Peter Bauwens, manager van het continentale Tarteletto-Isorex. Onder meer dankzij een goeie prestatie in de Grote Prijs van Kortemark, de profkermiskoers. Hij koos voor een totaal andere weg en verdedigde vorig jaar de kleuren van het bescheiden Trisport Pharma Cycling Team, een ploeg die vooral in de nevenbonden actief is. In dat shirt kende Van Coppenolle zijn beste campagne ooit, met niet minder dan twaalf zeges.
Uiteraard kwam hij in beeld bij de betere amateurploegen. Luc Courtens en Rik Roose haalden hem naar Wielerteam Decock-Van Eyck-Van Mossel Devos-Capoen, een van de toonaangevende clubs in het circuit van de elites zonder contract. Maar winnen lukte plots niet meer.
“Vreemd”, geeft hij toe. “Ik dacht dat ik vorig jaar de code van het wielrennen gekraakt had, dat ik de juiste balans tussen werken, trainen, koersen en winnen gevonden had. Dit kan ik gewoon herhalen, dacht ik voor de start van het seizoen 2023. Maar het gevoel dat ik wou, kwam in maart en april niet. Ook al was ik in die periode niet slecht.”
Twijfels
Toch begon hij wat te twijfelen, en zocht hij oplossingen. Via Jens Moerman kwam hij in contact met André Vergucht. De Oost-Vlaming was ooit trainer van Hans De Clercq, huidig ploegleider bij Team Flanders-Baloise. “Jens is iemand die veel werkt, en de resterende tijd goed moet invullen om met een degelijke conditie naar wedstrijden af te zakken”, verduidelijkt Van Coppenolle.
De samenwerking klikte. In Zomergem werd hij meteen tweede. In de loop van mei maakte de eliterenner zonder contract enkele zijsprongetjes. Hij trok naar een Gran Fondo in de Vogezen én naar de Frank Schleck Gran Fondo in Luxemburg. Het leverde hem een ticket voor het WK in Schotland op.
“Toen ik het parcours van dat WK zag, dacht ik dat het iets voor mij kon zijn: 160 kilometer, 1.900 hoogtemeters, twee langere beklimmingen, en de laatste vijftig kilometer dalend met een paar knikjes. Bovendien een omloop zonder al te veel bochten. Dus deed ik de verplaatsing. Zoals altijd startte ik met een plan. Dat heb ik nodig. Vooraf denk ik na over hoe ik het aanpak. Op de langere beklimmingen zou ik me laten uitzakken om krachten te sparen. Op de eerste klim lukte dat perfect, maar op de tweede zag dat er plots niet goed uit. Want het peloton scheurde. Ik begon meteen te achtervolgen en raakte weer voorin. Wat gefrustreerd, want ik vreesde onnodig veel energie te hebben verspeeld.”
Het volkslied
Ten onrechte. De vroege vluchters werden opgeraapt en tien kilometer van de streep kon Van Coppenolle een gaatje slaan. Hij hield stand en pakte met voorsprong de wereldtitel. Voor het eerst in zijn carrière werd het Belgisch volkslied voor hem gespeeld. Ook alle andere onderdelen van een WK-ceremonie onderging hij met veel plezier.
“Het is moeilijk in te schatten wat deze wereldtitel betekent”, geeft Van Coppenolle toe. “Dat het iets speciaals is, is duidelijk. De trui tonen in de wedstrijden bij de elite zonder contract zal niet mogen. Misschien trek ik in oktober naar een Gran Fondo in Varese, om de trui eens te kunnen dragen in een wedstrijd. Deze zege zal mijn wielerleven niet veranderen. Ik blijf in de eerste plaats kermiscoureur.” (HF)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier