Keuze dringt zich op voor Saartje Vandenbroucke

Het wegseizoen is ondertussen al een tijdje bezig, maar opvallende resultaten heeft Saartje Vandenbroucke nog niet kunnen voorleggen. Voor de 22-jarige Hollebeekse is het na een winter op de piste steevast wat zoeken naar het goede ritme. Ze beseft dan ook dat een keuze zich stilaan begint op te dringen.

Saartje Vandenbroucke (22) was in de jeugdreeksen één van West-Vlaanderens meest beloftevolle dames. Het is niet voor niets dat ze zich vier keer tot eindlaureate van WestSprint wist te kronen. Toch verliep de overgang naar de elites eerder moeizaam. De Hollebeekse moet zich dan ook op drie dingen concentreren: de piste, de weg én haar studies industrieel ingenieur-biowetenschappen.

“Ik hoor vaak dat er meer in mij zit en het wordt tijd dat dat er eens uitkomt”

“Dat is niet altijd even gemakkelijk”, blaast Saartje. “Na het pisteseizoen is het altijd weer zoeken om ook op de weg top te presteren. Die duurtrainingen opschroeven, de langere afstanden verteren, het ritme terugvinden… Dat duurt altijd wel enkele wedstrijden. Ik kijk dan ook met gemengde gevoelens terug op de afgelopen maanden. Ik verzamelde wel enkele mooie uitslagen, maar nog geen uitschieters.”

“Afgelopen weekend kende ik dan weer een serieus dipje tijdens twee eendagskoersen in Frankrijk”, vervolgt de Hollebeekse. “Twee keer haalde ik de eindmeet niet. De eerste dag kwam ik ten val en de dag erna zat dat nog in de kleren. Alles trok scheef en ik kon geen kracht zetten. Maar het is nooit leuk om DNF achter je naam te zien staan. Dan zit je zowel mentaal als fysiek even in de put. Gelukkig komen er al snel nieuwe koersen aan. Met Dwars door de Westhoek in Boezinge krijg ik een mooie herkansing. Maar van een superseizoen kun je dus niet echt spreken.”

Weg of piste?

Voor Vandenbroucke is het ondertussen duidelijk dat ze toch een keuze zal moeten maken. Ze denkt al na over het verdere verloop van haar wielercarrière, maar een beslissing is nog niet voor meteen. “Kiezen tussen de weg en de piste is niet zo simpel. Ik weet wel dat de combinatie verre van ideaal is. Een week na het pisteseizoen reed ik al mijn eerste wegwedstrijd. Een gewone seizoens-indeling met rustperiodes, zoals de meeste wielrenners, heb ik nooit gekend.”

“Een concreet zomerprogramma heb ik nog niet voor ogen. Op het BK tijdrijden in Anzegem wil ik alvast eens kijken hoever ik kom, maar voor de rest is het nog koffiedik kijken”

“Dat moet ik compenseren door goed naar mijn lichaam te luisteren en op tijd wat gas terug te nemen. Dat lukt me wel aardig, maar ik merk dit seizoen dat ik wat blijf hangen. Ik hoor vaak van anderen dat er meer in mij zit en het wordt tijd dat dat er ook eens uitkomt. Eind april reed ik met de nationale ploeg een rittenkoers in Tsjechië en dat was wel een opsteker. Op de langere beklimmingen kon ik behoorlijk mijn streng trekken. Misschien dat ik me daar in de toekomst moet verder in specialiseren? Ook op het tijdrijden zou ik me bijvoorbeeld nog meer kunnen toeleggen, maar dan moet ik de piste wel laten varen.”

Zomer

Vanaf 2019 zal de wielrenster van Doltcini-Van Eyck zich nog maar op één discipline focussen. Deze zomer wil ze de knoop doorhakken. “Een concreet zomerprogramma heb ik nog niet voor ogen. Op het BK tijdrijden in Anzegem wil ik alvast eens kijken hoever ik kom, maar voor de rest is het nog koffiedik kijken. Misschien nog een rondje in Tsjechië, eventueel het EK als ik geselecteerd word… Vorige zomer heb ik weg en piste gecombineerd, maar daar ben ik slecht uitgekomen. Dus dat zal ik alvast niet meer doen. Maar dat wordt iets om na mijn examens over na te denken. Want over mijn studies twijfel ik in geen geval. Het is nog steeds mijn droom om profwielrenster te worden, maat dat is niet veel dames gegeven. Ik kan dus maar best iets achter de hand houden”, besluit de UGent-studente. (BVS)