Junioren vormen grootste afdeling binnen Meulebeekse Molenspurters : “Vijf keer top tien in interclubs proberen te halen”

De junioresploeg van de Meulebeekse Molenspurters. (foto Coghe) © GINO COGHE Foto Coghe
Redactie KW

De Meulebeekse Molenspurters blijven een traditieclub. Van miniemen tot en met elites zonder contract krijgen meisjes en jongens uit de streek kansen. De junioren vormen binnen de club de grootste afdeling. Ploegleider Thomas Vanbesien hoopt tijdens het wegseizoen enkele keren uitstekend te scoren.

De ex-renner gooide zich eind vorig jaar op de transfermarkt. Hij trok niet minder dan negen junioren aan. “Doel was een groep van twintig renners te vormen om vooral in de breedte sterker te worden”, verduidelijkt Vanbesien. “We zullen met 21 zijn, want op de laatste groepstraining sloot iemand aan die begint te koersen en meteen een degelijke indruk gaf. Corneel Vanslembrouck, Siebe Mortelé, Dries Magherman, Arend Vermeersch, Seppe Boone, Diego Nachtergaele, Milo Laflere en Ruben Eeckhout zijn de nieuwkomers. Ook de Ier Christopher Marshall zal voor de Molenspurters koersen. Hij komt vooral om de lastiger wedstrijden te betwisten.”

Doelstellingen

Na het einde van het vorige wegseizoen riep Vanbesien zijn junioren al een eerste keer samen. Om de aanpak uit de doeken te doen, maar ook om een aantal doelstellingen te formuleren. De Ooigemnaar, intussen inwoner van Torhout, zet ze ook voor ons even op een rijtje.

“Om te beginnen hoop ik dat onze junioren een paar kleinere koersen kunnen winnen”, begint Vanbesien z’n opsomming. “Tweede doelstelling is in interclubs vijf keer de top tien te halen. Derde ambitie is in die interclubs driemaal een podiumplaats versieren. Als dat lukt zal ik uitermate tevreden zijn. In het provinciaal kampioenschap in De Haan willen we iemand van de Molenspurters een medaille zien pakken. En het Belgisch kampioenschap ploegentijdrijden willen we binnen de top vijf afsluiten.”

Duidelijker kan een ploegleider – dit seizoen krijgt Vanbesien assistentie van ex-renner Koen Remmerie – niet zijn. Tijdens de krokusvakantie staat een stage in het Spaanse Altea op het programma. Danilith Nokere Koerse U19 op zaterdag 11 maart wordt de eerste opdracht. Daarna volgt de Guido Reybrouck Classic in Damme (18-19 maart), voor het eerst een tweedaagse.

“Neen, Kuurne-Brussel-Kuurne rijden we niet”, gaat Vanbesien verder. “De renners zullen wel terug zijn van de stage, maar hun fietsen misschien nog niet. Bovendien werden we de voorbije jaren niet geselecteerd. Dus dienden we onze kandidatuur niet in. In maart doen we twee UCI-koersen, in april staan drie grote wedstrijden op onze kalender. In mei wordt het druk, net als in juli, want dan rijden we enkele meerdaagsen.”

Vorig seizoen drong Vanbesien er bij zijn junioren op aan offensief te koersen. “Pas tegen het einde van het seizoen lukte dat”, herinnert de sportdirecteur zich. “Ik vermoed dat we dit jaar in de finale nog drie of vier renners in de spits zullen hebben. De mannen die we aantrokken, lijken offensief ingesteld te zijn. Met Seppe Leman hebben we één explosieve pion. Tijdens de ploegtrainingen lijkt hij met sprekend gemak de sprintjes te winnen.”

Offensief

Uiteraard moet het niet enkel van Leman komen. “Corneel Vanslembrouck is niet zo explosief als Seppe, maar wel heel offensief”, voorspelt Vanbesien. “Ik verwacht ook iets van Siebe Mortelé en van Arend Vermeersch die zich vooral op de weg gaat focussen. Arno Verschaeve is een blijver die vorig seizoen wat op de sukkel was met de rug, maar nu geen hinder meer ondervindt en een paar goeie strandraces reed. Voor het overige zijn binnen onze juniorenkern veel jongens aan elkaar gewaagd.” (Hans Fruyt)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier