Yaurick Leenknegt herneemt zijn wegseizoen na de examens: “Prijsjes rijden in kermiskoersen”

Even volle focus op de examens, dan twee weken werken aan de heropbouw van de conditie en eind juni een eerste kermiskoers rijden. Zo ziet het programma van tweedejaarsbelofte Yaurick Leenknegt (19) eruit.

Dat is het leven van een student-wielrenner. Af en toe moet de arbeid op de fiets naar het achterplan om met succes examens af te leggen. Yaurick Leenknegt is bezig aan z’n tweede bachelorjaar elektromechanica. Vrijdag staat zijn laatste examen – industriële veiligheid – op de examenrol. Daarna kan hij weer de nodige trainingsarbeid inlassen.

“Ik kende best een goeie winter”, blikt hij terug. “In Spanje kon ik goed trainen. Eerst een weekje op eigen houtje, daarna negen dagen met de ploegmaats van Dovy Keukens-FCC. Maar na die stage werd ik ziek. Na zeventig kilometer in het clubkampioenschap in Kachtem voelde ik me niet goed. Daarna liet ik mijn bloed controleren. Waaruit bleek dat ik een virus had opgelopen. Nadien had ik nog af te rekenen met enkele kleine verkoudheden.”

Andere trainer

Het betekent dat Leenknegt halfweg het wegseizoen geen vijftien koersdagen telt. Eigenlijk is hij nog altijd bezig met het uitbreiden van zijn basisconditie. “Sinds vorige zomer is Luc Wante mijn trainer”, verduidelijkt Leenknegt, die voordien met Youri Bultinck werkte. “Voor mij was 2023 een minder seizoen. Vandaar de verandering van trainer. Ik merk beterschap. Vorig jaar was volgen de enige optie. Nu kan ik al eens meekoersen.”

stap voor stap

Door de examens bleef Yaurick Leenknegt de voorbije weken uit competitie. Hij zal op 29 juni hernemen. “Na dat laatste examen ga ik twee weken stevig proberen trainen”, vertelt de zoon van provinciaal voorzitter Bjorn Leenknegt. “Hopelijk kan ik in die periode een stapje vooruit zetten. Deze zomer hoop ik in de wedstrijden rond de kerktoren enkele keren prijs te rijden. Als dat lukt, kan ik misschien eens een grote koers proberen. Dit jaar reed ik enkel de Grote Prijs Wilfried Peeters in Mol. Daar zat ik net voor de eerste kasseistrook achter een valpartij. Ik moest voet aan de grond zetten waardoor ik de aansluiting met de eerste groep miste.”