“Profrenner worden is de ambitie”: Jelle Harteel bereidde zich in de Ronde van Rwanda voor op het wielervoorjaar

Jelle Harteel komt sinds 1 januari uit voor het opleidingsteam van Soudal-Quick-Step. © gf
Tom Vandenbussche

Jelle Harteel (20) heeft zijn eerste wedstrijd als renner van het Soudal-Quick-Step Devo Team goed verteerd. In de voorbije Ronde van Rwanda reed de Adinkerkenaar in dienst van zijn ploegmaat William Lecerf Junior. “Het parcours van de rittenkoers was wat te zwaar voor mij, maar dit was pure voorbereiding op de komende wedstrijden.”

Jelle Harteel heeft een verleden als veldrijder. In 2018 kroonden hij en Thibau Nys zich in Koksijde respectievelijk tot Belgisch kampioen bij de eerste- en tweedejaarsnieuwelingen. Hij brak als junior helemaal door op de weg, bekroond met onder meer ritwinst in de Keizer der Juniores in… Koksijde en ereplaatsen in de Ronde van Vlaanderen, de Internationale Juniorendriedaagse en de Ain Bugey Valromey Tour. Het leverde de zoon van ex-renner Dirk in september 2021 zelfs een selectie van bondscoach Carlo Bomans op voor het WK op de weg in Leuven. “Ik heb veldrijden en wegwielrennen lang gecombineerd”, vertelt Jelle. “Na mijn Belgische titel in Koksijde was er een periode waarin ik op het veld wilde focussen, maar dat is er eigenlijk nooit meer van gekomen: als tweedejaarsnieuweling door mycoplasma, als junior door corona en klierkoorts. Door al die gemiste winters liep ik een grote achterstand op in het veld, terwijl het als wegrenner intussen wel heel vlot ging.”

Geen kopman

Als eerstejaarsbelofte ging Harteel bij het Development Team van Lotto-Soudal door op zijn elan, met tal van ereplaatsen in UCI-wedstrijden zoals de Tour du Loir-et-Cher, de Memorial Philippe Van Coningsloo en de Flanders Tomorrow Tour. “Dat seizoen ben ik beginnen te beseffen dat ik een toekomst als wielrenner had. Ik reed van de ene naar de andere ereplaats en dacht dat ik het seizoen erna een pak koersen ging winnen. Dat viel echter tegen. Ik was zeker sterk goed genoeg om koersen te winnen, ook grote wedstrijden zoals Parijs-Roubaix en Gent-Wevelgem. Alleen geloofde de ploeg (Lotto-Soudal U23, red.) niet echt in mijn kansen. Voor elke koers werd er telkens een kopman aangeduid. Ik was braaf en deed gewoon mijn werk, terwijl andere renners wel voor zichzelf opkwamen. Daardoor werd er finaal nooit voor mij gereden. Dat was de reden waarom ik deze winter van ploeg veranderd ben.”

Afgelopen winter besloot Jelle om zijn carrière een nieuwe wending te geven. Sinds 1 januari komt hij uit voor het opleidingsteam van Soudal-Quick-Step. “Ik voelde me meteen welkom. De werking is top, net als de sfeer. En wat belangrijk voor mij was: ze geloven in mij. Dan heb ik het over Kevin Hulsmans en Johan Molly.”

“Als we met 30 of 40 renners naar de meet gaan, kan ik dicht eindigen”

Intussen kan de Adinkerkenaar zich ook voor de volle honderd procent op zijn carrière focussen. “Vorig jaar ging ik nog deeltijds werken, maar sinds deze winter zet ik alles op de koers. Ik heb nog twee seizoenen om prof te worden. Als het in die periode niet lukt, zal ik werk moeten zoeken. Ik ben nu 20 jaar. Sommige generatiegenoten presteren al goed bij de profs. Echt zot, maar ik ben ervan overtuigd dat ik mits een goede conditie ook mooie resultaten op dat niveau kan behalen. Als we met 30 of 40 renners naar de meet gaan, kan ik dicht eindigen. Alleen moet ik nog meer in mezelf geloven.”

Ronde van Rwanda

Vorige week opende Jelle, die bij Soudal-Quick-Step begeleid wordt door Roman Verstaen, zijn derde seizoen als belofte in de achtdaagse Ronde van Rwanda. “We hebben vooral in dienst van William Lecerf Junior gereden. Ik wist al vooraf dat het parcours net iets te zwaar voor mij zou zijn, al dacht ik vooraf dat twee etappes wel haalbaar waren. Helaas. Ook in die ritten koersten ze voluit, waardoor ik te kort kwam. Zo erg vind ik dat niet. Rwanda was vooral voorbereiding op het voorjaar. Zondag rijd ik in Lillers, waar ik vorig jaar al dicht eindigde. De week erna rijd ik een driedaagse in Kroatië, de Istrian Spring Trophy. Daarna volgt La Roue Tourangelle, een UCI 1.1-wedstrijd bij de profs. Daarna focus ik me op één van de grote doelen van 2024, Parijs-Roubaix voor beloften. Ik rijd in koers heel graag over kasseien en kan me enorm goed positioneren. Roubaix is afvalkoers waarin techniek een grote rol speelt. Kortom, een wedstrijd waarin alles zit dat ik goed kan. Op het einde van 2024 zal ik tevreden zijn als ik een profcontract heb kunnen bemachtigen. Dat is een grote ambitie, maar gezien mijn resultaten van de voorbije jaren niet onlogisch. Hopelijk lukt het.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier