Gianni Meersman: “Zelfs toen Alaphilippe ziek was, reed hij er ons af”
Eind 2016 moest Gianni Meersman (34) door hartproblemen zijn profcarrière vroegtijdig beëindigen. Vier jaar later maakt de Ingelmunsternaar zich verdienstelijk als ploegleider van de crossers van Pauwels Sauzen-Bingoal. De voorbije week was hij vanop afstand ook een aandachtige volger van de Tour de France. Meersman was in 2014, 2015 en 2016 immers ploegmaat van publiekslieveling Julian Alaphilippe. “Je zag toen al dat het geen normaal manneke is.”
U leest dit goed: Gianni Meersman heeft zich tijdens de coronacrisis tot een uitstekende leraar van zijn negenjarige dochter Amber ontpopt. De tweevoudige ritwinnaar in de Vuelta glimlacht eens. “Ik zat thuis, mijn vrouw Kelly staat in het onderwijs en zat ook thuis, net als Amber. Kelly had het enorm druk met online lesgeven. Soms kreeg ze zelfs om tien uur ‘s avonds nog e-mails van leerlingen met vragen. Dus heb ik Amber elke dag met haar huiswerk geholpen. Gelukkig was het in die periode goed weer en konden we ons ook buiten wat bezighouden.”
Intussen is Meersman weer voltijds aan de slag als ploegleider van de veldrijders van Pauwels Sauzen-Bingoal, met onder meer Eli Iserbyt, Laurens Sweeck en Michael Vanthourenhout. “Ik mis het niet, coureur zijn. Fysiek zou ik het nog wel willen. Als alles goed gaat, is het de mooiste job ter wereld. Maar ik heb in de loop der jaren net iets te veel tegenslag gekend. Het mentale aspect van profsport mis ik absoluut niet. De taak van ploegleider van een crossploeg bevalt me. Ik denk dat ik toch al een meerwaarde ben geweest. Meer oog voor details bijvoorbeeld. En renners steunen die door een mindere periode gaan, steun die ik zelf als renner gemist heb. Er is veel afwisseling in mijn job. 30, 35 koersen per jaar op de weg, een cross of 40 in de winter, enkele stages… Mijn jaar is goed gevuld.”
Heb je zondag gezien hoe Alaphilippe in Nice de rit won en het geel pakte?
“Niet normaal, hé. Julian was de grote favoriet. Iedereen wist dat hij op die col zou aanvallen. En toch rijdt hij zomaar weg. Heb je zijn sprint goed bekeken? Hoe hij aanging: drie tanden te groot. Net zoals in Milaan-Sanremo vorig jaar. Maar Julian heeft de power om die versnelling rond te krijgen. Hij zou volgens mij nog sneller zijn als hij met een tandje kleiner begint te spurten, maar dat zal zijn natuur zijn. Die Hirschi kwam op het einde nog dichter, maar de meet lag daar en nergens anders. Julian won en dan moet de rest zwijgen.”
Ik heb het eens nagekeken: toen Alaphilippe in 2014 zijn profdebuut maakte bij Omega Pharma-Quick-Step en jouw ploegmaat werd, was hij er bij al jouw vijf overwinningen van dat seizoen zelf bij.
(knikt) “We waren toen hetzelfde type renner. Intussen is hij natuurlijk al veel geëvolueerd en is hij tien keer zo goed als ik ooit was. Julian en ik konden het goed met elkaar vinden. Nog altijd trouwens. Ik hoor hem nog geregeld. Drie jaar geleden is hij hier bij mij in Ingelmunster zelfs eens blijven slapen. Hij sukkelde toen met de knie en moest revalideren bij ploegdokter Toon Cruyt in Gistel. Julian is simpelweg een doodnormale jongen die toevallig heel hard met een fiets kan rijden.”
Hoe vond je hem als neoprof?
“Toen ik nog koerste, ging ik tussen Kerstmis en Nieuwjaar altijd naar Calpe. In de winter van 2013-2014 waren Kelly en Amber er ook bij. Alaphilippe was er toen ook en logeerde eveneens in Hotel Sol Y Mar. Op zijn eentje. Verzorger Johan Molly was er ook en dus vroegen we Julian om bij ons aan tafel te komen zitten. We zijn ook eens samen gaan eten. Mijn vrouw is lerares Frans, dus dat ging heel goed om te communiceren. We trainden toen ook elke dag samen. Julian zou op 1 januari prof worden bij onze ploeg. Meteen zag je dat talent. Direct! Hoe snel hij toen al naar beneden reed… Enkele weken later was het tijdens de ploegstage Alaphilippe tegen Stybar in de afdaling van Vall d’Ebo. Niemand kon volgen. Niemand heeft het zelfs geprobeerd. Ik weet niet wie er als eerste beneden was, maar dat was niet normaal. En je moet weten: Stybar werd enkele weken later voor de derde keer wereldkampioen veldrijden, hé. Julian was toen al geen gewoon manneke.”
Zie je nu zaken bij hem die in 2014 nog ontbraken?
“Niet meteen. Hij was toen al even nerveus, dat is een feit. En je zag ook dat hij al heel ver geraakte in de finale. Julian verzwakte nooit. Hij kon een proloog rijden en hij kon een bergrit rijden. Ik herinner me een editie van de Ronde van Romandië (in 2015, red.). Voor de eerste rit zei hij: ik ben niet goed. Waarop ik antwoordde: ik voel me ook niet goed. Wat gebeurde er: ik moest lossen en hij werd derde.De dag erna voelde hij zich opnieuw niet goed, maar eindigde hij wel als tweede. (grijnst) Dat is Alaphilippe ten voeten uit.”
Nog anekdotes?
“Ik herinner me een ploegstage waarop hij met een virus sukkelde en niet mocht meetrainen. Van de ploegdokter moest hij de hele dag op zijn kamer blijven. Dat duurde drie dagen. Op dag vier ging hij toch weer eens meetrainen. Julian zag er niet uit. Hij was zo bleek als wat. Wij moesten die dag bergop blokken doen, maar wat gebeurde er: hij reed ons er gewoon allemaal af. En bekijk de ploeg van toen maar eens. Dat waren geen pannenkoeken.”
Vorig jaar won Alaphilippe bijna de Ronde van Frankrijk. Geloof jij dat hij ooit de Tour kan winnen?
(lange stilte) “Mja, misschien wel. Maar dan zal hij ritten zoals die van zondag niet meer kunnen winnen. Hij zal aan explosiviteit inboeten. Moet hij de Tour eigenlijk wel winnen? Het is toch prachtig zoals hij nu koerst. Een klassementsrenner zie je nooit. Die jongens rijden drie weken lang berekend rond. Dat is voor Julian moeilijk. Ik weet het niet. Ik weet ook niet of eindwinst in de Tour in zijn hoofd zit. In het hooggebergte tegen een Bernal winnen? Dat wordt toch heel moeilijk.”
En de Ronde van Vlaanderen?
“Hij kan alle klassiekers winnen, buiten Parijs-Roubaix. Zeker met het gewicht dat hij nu heeft, wordt het moeilijk op die kasseien. (grijnst) Maar ik pas beter op met zoiets te zeggen. Ik ken dat met gasten als Julian. Straks wint hij Roubaix gewoon. Ik zou er nog niet van schrikken.”
Alaphilippe is een ex-crosser. Er is Van Aert. Er is Van der Poel. Er is Merlier. Zo kunnen we nog een tijdje doorgaan.
(knikt) “Adam Toupalik werd onlangs Tsjechisch kampioen op de weg. En Marcel Meisen pakte de titel in Duitsland. Het niveau in de cross ligt echt hoog. Toen ik nog niet in het wereldje zat, wist ik dat niet. Ik ben er serieus van geschrokken. In positieve zin.”
Zijn er nog crossers van wie we mooie dingen op de weg mogen verwachten? Ik denk spontaan aan Toon Aerts en Quinten Hermans.
“Schrijf maar op: Gianni Vermeersch. Voor mij is hij eerder een wegrenner dan een crosser. De Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race, dat zijn het type koersen waarin hij moet kunnen meedoen. En vooral: hij rijdt ook nog eens in dienst van Mathieu van der Poel, hé. Als je voor iemand werkt en toch de finale kan rijden, heb je echt wel kwaliteiten.”
De Tour is nu bezig. Straks volgen de klassiekers, de Giro en de Vuelta. En intussen zal er ook weer gecrost worden. Hoe verloopt de voorbereiding momenteel?
“Goed. Iedereen van de ploeg is goed uit de lockdown gekomen. Dat stelde ik vast tijdens de eerste groepstrainingen en wedstrijden. We hebben natuurlijk wel wat moeten sleutelen, maar nu weten we tenminste dat het veldritseizoen eind september begint. Ook de datum van onze ploegstage hebben we drie, vier keer moeten veranderen. Die is nu vastgelegd van 14 tot 20 september. Het weekend ervoor rijden we ook nog de Heistse Pijl en de Antwerp-Port Epic.”
Maken Iserbyt en co zich niet te veel zorgen over de onduidelijkheid door corona?
“Iedereen zit in hetzelfde schuitje. Eén ding is duidelijk: vanaf 26 september (de Rapencross in Lokeren, red.) moeten ze 100 procent zijn. Waarom? Gaat de Tour straks Parijs halen? Hoeveel crossen zullen er plaatsvinden? Het heeft geen zin om te pieken naar december of januari, want misschien wordt er tegen dan niet meer gecrost. Pas op, ik hoop natuurlijk van wel, hé.”
Tot slot: wie wint de Tour?
“Doe toch maar Bernal.”
Beloften
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier