Emiel Planckaert: “Mijn teelbal was in twee. Nooit gezien door de dokters”
Twee jaar is Emiel Planckaert (23) intussen prof. Daarin kwam hij aan 75 wedstrijddagen. Voor de goede verstaander: dat is het aantal koersen dat een renner normaal in één seizoen afhaspelt. Emiel kan echter excuses inroepen. Eerst sputterde zijn hart tegen en vorige zomer werd hij tijdens een training in de Ardennen door een auto aangereden, met een gescheurde teelbal tot gevolg. Emiel ging door een hel, maar beet door en vat deze week op Mallorca zijn zoveelste comeback aan. “Eerlijk? Ik heb heel lang getwijfeld om te stoppen.”
Ooit schreef ondergetekende dat Emiel Planckaert verdomd goed op Thomas De Gendt lijkt. Het was mei 2014, de week na het provinciaal kampioenschap op de weg voor juniores in Sint-Lodewijk-Deerlijk, waar Mielke een mooi staaltje aanvalslust had laten zien. Zes jaar na datum moet de renner in kwestie spontaan glimlachen als we hem er in de lobby van Hotel Sol Y Mar in Calpe aan herinneren. “Wel, er zijn veel mensen die zeggen dat ik op De Gendt lijk. Uiterlijk dan toch. Maar jij had het toen toch over mijn manier van koersen, hé? (stilte) Was dat nu ook maar zo.”
Er valt een nieuwe stilte. Sinds 2014 is er dan ook veel gebeurd in het leven van Emiel. De toekomst lachte hem nochtans toe. Als belofte was hij een vaste waarde in de selectie van bondscoach Jean-Pierre Dubois. Een overstap naar de profs wenkte. En kwam er ook. In de Trofeo Ses Salines-Felanitx, op donderdag 25 januari 2018, volgde zijn officiële profdebuut. Emiel voelde zich goed en werd 39ste.
Tot 230 slagen per minuut
Daags nadien reed hij ook de lastige Trofeo Serra de Tramuntana. Ditmaal voelde Emiel zich niet goed. “Het was niet de eerste keer dat ik iets voelde. Ook bij de jeugd had ik af en toe last. Ik voelde al eens een overslag of plots stond er op mijn Garmin dat mijn hart 230 slagen per minuut haalde. Maar dat duurde telkens maar heel kort. Wist ik veel wat het was. Ik was jong. Dan sta je daar niet bij stil en denk je niet aan wat er zou kunnen schelen. Maar die tweede dag op Mallorca, dat was niet oké. De start lag aan de voet van de Coll de Soller. Ik heb dat nooit goed gekund, zo’n explosieve start. Maar na één kilometer was ik al gelost. Ik ben wel doorgereden en gefinisht, al was dat buiten tijd. Zelfs de laatste rit op zondag heb ik nog afgewerkt. Blijven rijden, dat was geen probleem.”
Pas 121 dagen later zou Emiel weer aan de start van een koers staan. “Daags na Mallorca moest mijn broer Baptiste op consultatie bij Dr. Dag Van Elslande in Waregem. Ik had hem gesproken over wat ik gevoeld had. Toen hij dat aan de dokter vertelde, zei die dat dit niet oké was. Ik zat nog in Spanje, omdat ik normaal de Ronde van Valencia moest rijden. Maar de ploeg heeft mij meteen op het vliegtuig naar België gezet.”
“Ook bij de jeugd had ik af en toe al iets gevoeld. Maar ik was jong. Dan sta je daar niet bij stil”
Emiel onderging een batterij aan onderzoeken en onderging een dubbele ingreep voor hartritmestoornissen, een lijdensweg die hem de voorbije twee jaar vooral veel diepe dalen bezorgde. Zijn eerste comeback maakte hij eind 2018. “Twee weken later reed ik in Dwars door het Hageland een hele dag in de aanval. Ik dacht dat de oude Emiel terug was. Maar na het BK in Binche is het weer bergaf gegaan. Ik voelde me niet goed en kwam geen poot vooruit.”
Ook 2019 bracht weinig beterschap. Een vijfde plaats in de kermiskoers van Isières was een schamel lichtpuntje. “Maar het was die dag extreem warm. Ik kan daar heel goed tegen en dat is waarschijnlijk ook de reden waarom ik toen wel kon meestrijden”, blijft Emiel bescheiden. “Weet je, die problemen met mijn hart, daar heb ik nooit echt mee ingezeten. Paniek is er nooit geweest, want de dokters hebben me altijd gezegd dat het niet gevaarlijk was. Als dat wel het geval was geweest, zou ik sowieso beslist hebben om te stoppen.”
Gescheurde teelbal
Emiel moest de kelk tot op de bodem ledigen. Begin juli 2019 werd hij in de Ardennen door een auto aangereden. “In de afdaling van de Côte de Brume in Trois-Ponts gebeurde het. Een oud vrouwtje reed in het midden van de weg naar beneden en maaide me omver. Wandelaars uit Limburg waren gelukkig in de buurt en hebben me enorm geholpen. Ze dachten eerst dat ik dood was. Zelf dacht ik niet te veel na. Ik was al blij dat ik nog leefde.”
“Ik ben afgevoerd naar het ziekenhuis van Malmédy, waar ze mijn gezicht genaaid hebben. Ik vertelde de dokters dat ik enorm veel pijn aan mijn teelbal had, maar toen ik in een potje moest plassen, was er niets abnormaals te zien. Intussen waren mijn vriendin Keya en broer Baptiste me komen oppikken. Op de terugweg naar huis was de pijn niet meer te harden en zijn we rechtstreeks naar de spoeddienst in Kortrijk gereden. Daar heb ik, met behulp van een zware pijnstiller, de nacht doorgebracht. De dag erna hebben ze een echo genomen. Zo konden ze zien dat mijn teelbal vol bloed zat. Nog een dag later ben ik geopereerd en kwamen ze tot de vaststelling dat hij in twee was gescheurd. De dokters vertelden me dat ze zoiets nog nooit gezien hadden. (blaast) Ik heb er lang van afgezien. (stilte) Wil je ook zeker uroloog Peter Vossaert vermelden? Hij heeft mij enorm geholpen. Toen alles begon te ontsteken en ik zo vlug mogelijk geopereerd moest worden, heeft hij me er gewoon tussen genomen. Chapeau.”
Ik sprak erover met mijn vriendin. Met mijn familie. Elke dag heb ik getwijfeld om te stoppen met koersen, net datgene waar ik van jongs af aan door gepassioneerd ben
“Uiteindelijk heb ik twee maanden niet gefietst. Ik probeerde het op de rollen, maar ik had gewoonweg te veel pijn. Eind augustus hervatte ik de fietstrainingen en drie weken later reed ik de kermiskoers in Vichte. Dat viel nog mee, maar al snel kwam ik tot het besef dat mijn conditie helemaal weg was. Na mijn slecht voorjaar was er al veel twijfel. Dat was er na die aanrijding niet beter op geworden. Logisch natuurlijk. Ik heb door al die miserie veel spiermassa verloren. Nooit heb ik deftig kunnen opbouwen. Dan weet je dat het moeilijk wordt om bij de profs iets te betekenen.”
Klik in december
Emiel zucht als hij terugdenkt aan misschien wel de moeilijkste periode uit zijn leven. “Ik sprak erover met mijn vriendin. Met mijn familie. Elke dag heb ik getwijfeld om te stoppen met koersen, net datgene waar ik van jongs af aan door gepassioneerd ben. Het is soms makkelijk om te zeggen: kruip op je fiets. Maar als je vier, vijf keer van nul moet herbeginnen, zakt de moed je op een bepaald moment echt wel in de schoenen.”
Emiel, die sinds vorig jaar met zijn Keya in Bavikhove woont, beet echter door en Christophe Sercu, Hans De Clercq en Walter Planckaert besloten om zijn contract bij Sport Vlaanderen-Baloise te verlengen. “Begin december heb ik de klik gemaakt. Dat is laat, maar intussen is duidelijk geworden dat mijn basisconditie nog redelijk meevalt. Al zou het tijdens mijn eerste wedstrijden van het seizoen – in Mallorca, Murcia en Almeria – wel eens kunnen tegenvallen, denk ik. Ik verwacht er best nog niet te veel van, want ik kom van ver terug. Dat besef ik maar al te goed.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier