Eli Iserbyt: “Crossen past het best bij mijn karakter”
Op 4 januari 2009 reed Eli Iserbyt (21) zijn eerste cross ooit, bij de niet-aangeslotenen in Koekelare. Hij won. Tien jaar later kan de Bavikhovenaar in Denemarken een orgelpunt plaatsen op zijn rijkgevulde jeugdcarrière in het veldrijden. Een terugblik met Iserbyt in tien jaar KW-quotes.
27 november 2009
“Ik ben niet helemaal op mijn waarde geklopt. Zonder die twee valpartijen had ik voor de zege meegespeeld, denk ik” (zilver op het PK voor 13-jarige aspiranten in Koekelare na Jorn Montaigne)
Iserbyt: “Dat moet één van mijn eerste crossen ooit geweest zijn. Waar was dat ook alweer? Juist, in Koekelare. Bij de jeugd een van de mooiste parcours. Jorn was altijd beter, maar het was pas mijn eerste jaar. Nu kan ik me dat niet meer inbeelden, maar provinciaal kampioen worden, dat was toen een droom. Een mooie tijd.”
“Het was puur voor de fun. Als ik nu jeugdrenners zie, vraag ik me af of dat bij hen wel het geval is. Ik wil niemand met de vinger wijzen, maar wij gingen met één auto en één fiets naar de cross. Alleen al op dat vlak heb ik in de loop der jaren nog veel progressie kunnen maken. Nu is alles enorm geëvolueerd en hebben ze op jonge leeftijd al het beste materiaal.”
4 december 2009
“Op het einde van de laatste veldstrook kwam ik bij de derde, maar op de weg moest ik opnieuw lossen” (vierde op het BK in Aalst)
Iserbyt: “Aalst was mijn eerste BK. Als ik er nu op terugdenk, reed ik daar redelijk triestig rond. Ik reed met een veel te grote versnelling, koos de verkeerde sporen en verkeerde bandendruk, had een verschrikkelijke bochtentechniek… Soms denk ik nu, als ik eraan terugdenk: wat was ik toen een sukkelaar als crosser.”
8 april 2011
“Het was een mooie periode, maar veldrijden is nu mijn nieuwe passie. Ik heb ambitie om het ver te schoppen, al lig ik daar nu nog niet wakker van” (afscheid als voetballer bij KOG Stasegem)
Iserbyt: “Een heel plezante periode. Ik heb drie à vier jaar gevoetbald. Eerst als rechtsback, in mijn laatste jaar centraal op het middenveld als kapitein. Maar zoveel stelde dat niet voor. Het was op gewestelijk niveau. Ik had echt spijt toen ik moest stoppen. Ik heb geprobeerd het te combineren, maar zeker na mijn eerste Belgische titel in Leopoldsburg bleek dat niet meer mogelijk. Soms heb ik zin om weer een voetbalmatch te spelen. Misschien iets voor na mijn carrière?”
“Het zijn twee totaal andere sporten. Voetbal is een ploegsport, zowel voor, tijdens als na de match. Dat zorgt voor minder stress, maar soms frustreerde het me ook als iets niet ging zoals ik het wilde. Als er in de cross iets fout loopt, is het je eigen schuld, maar ik denk dat die sport beter bij mijn karakter past.”
13 januari 2012
“Ik werd al benaderd door Young Telenet-Fidea en deze ochtend kreeg ik een berichtje van Christophe Roodhooft. Maar volgend jaar blijf ik sowieso bij de Zeemeeuw Oostende. Daarna zien we wel” (Belgisch kampioen in Hooglede-Gits bij de eerstejaarsnieuwelingen)
Iserbyt: “Als nieuweling was school belangrijk. In het weekend was het cross en tijdens de week reed ik wat rond. Toen ik door de jeugdploeg van Telenet gevraagd werd, was dat speciaal. Voor de eerste keer had ik het gevoel een toekomst als crosser te hebben, zonder dat ik al aan een profcarrière dacht.”
18 januari 2013
“Eli’s voordeel is dat hij nog niet echt op zijn voeding moet letten. Hij drinkt graag Sprite, eet graag chocolade en ijs… En dan is er nog de boterham met Nutella. Of beter gezegd: de Nutella met een boterham. Volgens Eli is dat zijn geheim om goed te koersen” (ouders Joost en Krista na de Belgische titel bij de tweedejaarsnieuwelingen in Mol)
Iserbyt: “Het was de tijd dat ik elke ochtend en avond choco op mijn boterhammen smeerde en ‘s avonds drie bollen ijs met chocolade at. (glimlacht) En over de middag ging ik bij mijn oma eten: echte boerenkost. Gelukkig ben ik niet de persoon die op zijn voeding moet letten. Ik heb geluk met de manier waarop mijn lichaam werkt. Er zijn er veel die meteen tien kilo zouden bijkomen, ik niet. Nu gebeurt het ook nog af en toe dat ik een ijsje of een boterham met choco eet. Volgens mij kan dat ook geen kwaad als je het met mate doet.”
29 november 2013
“Als aspirant heb ik Eli altijd op het hart gedrukt zo soepel mogelijk te rijden, omdat hij toen al veel te veel op kracht werkte.” (trainer Rudi Van de Sompel na Iserbyts eerste leiderstrui in de Wereldbeker)
Iserbyt: “Dat weet ik nog goed. Toen ik mijn eerste BK in Aalst reed, was Rudi daar ook. Hij was toen nog niet mijn trainer, maar wel die van andere crossers. Na het eerste jaar met hem had ik al veel meer souplesse. Ik reed toen ook voor het eerst met een hartslag- en cadansmeter. Elke cross was een wedstrijd tegen mezelf om telkens iets meer souplesse te hebben. Soms haalde ik 110 omwentelingen gemiddelde.”
Coach Rudi is voor mij een houvast. Training is één, het mentale aspect twee
“Rudi traint mij al negen jaar. Om een coach te zijn, moet je geen tovenaar zijn. Je moet vooral goed kunnen luisteren naar je atleet. Ik luister goed naar mijn lichaam en als er te veel of te weinig training op mijn schema staat, zeg ik dat ook tegen hem. Het is niet dat hij schema’s voor vier weken ver maakt. Praktisch elke avond bellen we elkaar even en passen we indien nodig aan. Training is één, het mentale aspect is twee. Rudi is voor mij een houvast.”
6 februari 2015
“In de aanloop naar zijn beloftedebuut zal ik Eli iets meer volume laten trainen. Bedoeling is om dat nog drie à vier jaar op te drijven” (trainer Rudi Van de Sompel na Iserbyts WK-zilver bij de juniores in Tabor)
Iserbyt: “Dat klopt. Elk jaar is het opgedreven. In mijn eerste jaar bij de beloften ging dat opvallend goed. Nu voel ik dat het rijden van meer wegkoersen en profcrossen me nog beter maakt. Of ik nog veel meer kan trainen? Dat denk ik niet. Als je op mijn leeftijd zit, ben je volgens mij al aan 95 procent van je kunnen. De voorbije jaren heb ik ook al hard getraind. Wat er nu nog zal bijkomen, is ontwikkeling en ervaring.”
29 januari 2016
“Ik verwacht dat Eli zondag gewoon wereldkampioen wordt” (het allereerste interview ooit van Puck Moonen, sinds 11 november 2015 de vriendin van Iserbyt)
“Ik was toen topfavoriet en dan moet je er ook geen doekjes om winden. Dat seizoen was ongelofelijk, hé. En ja, natuurlijk leefde ik die winter op een wolkje van verliefdheid. (lacht) Na dat WK in Tabor bij de juniores was duidelijk geworden dat ik nood had aan iemand die de onzekerheid en stress bij mij kon verleggen. Puck speelt daarin een enorm grote rol. Je kent haar, hé. Ze neemt geen blad voor de mond en zegt altijd waar het op staat. Dat vind ik tof. Dat type vrouw past het best bij mij. Zij gelooft in mij en ik in haar. Dat zorgt voor een goeie match.”
9 september 2016
“Naar de toekomst toe was deze transfer de beste keuze die ik kon maken” (ploegvoorstelling Marlux-Napoleon Games)
“En daar sta ik nog altijd achter. Toen Telenet-Fidea verkocht werd (Sven Nys nam over van Hans van Kasteren, red.), was mijn gevoel daarbij minder goed. Hun plan was niet echt mijn plan. En dat zie je nu ook: ze hebben te veel goeie renners. Iemand als Quinten Hermans verlaat de ploeg en zoekt zijn eigen weg. Ik heb drie jaar geleden al mijn eigen weg gezocht. Ik zit goed bij Marlux-Bingoal. Je hebt Michael en mij. Als hij het niet doet, doe ik het wel. En omgekeerd.”
“Het totaalpakket staat me aan. Zo steek ik veel op van de ploegleiding. Bij de jeugd was ik een brave coureur, maar ik won veel, tot ik als tweedejaarsbelofte zag dat anderen mij aan flikken waren. Mario De Clercq en Gianni Meersman waren vroeger twee renners die het op tactiek moesten doen. Zij konden mij meer bijbrengen dan Sven Nys. Hij won altijd op klasse, maar verloor wel meerdere WK’s, omdat hij zich de loef liet afsteken. Ik voelde dat ik daarin tekortkwam en heb veel aan hen. Gianni is trouwens een van de beste mensen die ooit in mijn omkadering zaten.”
3 februari 2017
“Eli kende een minder WK. Jammer dat hij zoveel druk ondervindt. Hoe dat komt? Omdat hij op jonge leeftijd al goed zijn geld verdient, hé. Het is jammer dat dit geweten is. Ik had in zijn plaats hetzelfde gedaan, maar het is niet evident om daarmee om te gaan” (Klaas Vantornout in De Kijk van Klaas na het mislukte WK in Bieles)
“Ik heb me daaraan geërgerd. Sensatie, hé. Ik vond: als je het loon van iemand op tafel gooit, moeten ze dat van iedereen doen. Wij, crossers, weten van elkaar heel goed wie wat verdient. Wel, veel renners die momenteel meer dan mij verdienen, kunnen niet dezelfde prestaties voorleggen. Men keek toen allemaal naar mij, maar als iedereen nu eens in zijn eigen ploeg zou kijken, zouden ze over eigen renners kunnen zeggen wat ze over mij gezegd hebben. Dat Jurgen Mettepenningen en Mario De Clercq niet de meest geliefde personen in het crossmilieu waren, heeft natuurlijk ook niet geholpen. Ik heb niet voor de makkelijkste weg gekozen.”
Het was de juiste keuze om Telenet-Fidea te verlaten, want hun plan was niet mijn plan
“Sven Nys is goed in het iets zeggen over anderen. Dat Tom Pidcock de ploeg heeft verlaten, is volgens mij ook niet zo toevallig. Het is natuurlijk ook niet makkelijk voor Nys. Hij heeft veel goeie renners en dan moet je keuzes maken. Met Toon Aerts en Lars van der Haar hebben ze een grote kapitaalsverhoging moeten doorvoeren en dat is ten koste van mij en Pidcock gegaan. (denkt even na) Ik heb er veel uit geleerd en ben er sterker uitgekomen.
2 februari 2018
“Ik denk dat Tom Pidcock op het WK voor beloften een maatje te groot zal zijn” (Klaas Vantornout in De Kijk van Klaas)
“Ik moet zeggen: tijdens zo’n week lees ik niet veel. Meningen boeien me ook niet echt. Achteraf heb ik wel de beelden herbekeken en stelde ik vast dat er gewoon zever was verteld. Philipp Walsleben (ex-crosser, red.) was analist en zei dat Pidcock de maanden ervoor altijd beter had gereden in de modder. Dat was helemaal niet waar. Het parcours in Valkenburg speelde veel meer in mijn voordeel. Als analist had hij zich beter moeten voorbereiden.”
30 november 2018
“Het wordt in Bogense een dubbeltje op zijn kant tussen Eli en Pidcock” (trainer Rudi Van de Sompel)
“Nu wordt het misschien anders. dan in Valkenburg. Het parcours in Bogense lijkt iets meer in zijn voordeel. Maar voor mij is dat een extra motivatie. Het zou mooi zijn als ik hem ook op zo’n omloop kan verslaan. Spannend wordt het zeker. Dat werd eind november toch algemeen aangenomen. Maar nu ben ik in grote vorm. Ik heb geen stress. Ik heb er alles voor gedaan. En ik weet hoe ik het moet aanpakken en wat ik wel en niet moet doen. Ik ben klaar voor een mooie strijd.”
0 p>
Het aantal zeges van Iserbyt in een cross bij de profs. Dit seizoen eindigde hij wel al negen keer in de top vijf. p>
3 p>
Het aantal wegkoersen dat Iserbyt al won, op een totaal van 166 wedstrijden. Hij deed dat bij de juniores in 2015 in Otegem, Vurste-Gavere en Vladslo. Hij won ook 1 keer op de mountainbike (op 12 wedstrijden): het BK bij de 14-jarige aspiranten. p>
4 p>
Het aantal keer dat Iserbyt de Hotondcross in Ronse won. Daarnaast was hij ook al drie keer aan het feest in Ruddervoorde, Asper-Gavere, Overijse, Heusden-Zolder en Hoogstraten. p>
13 p>
Het aantal truien dat Iserbyt als crosser al bijeenreed: 4x PK, 5x BK, 2x EK en 2x WK. p>
43 p>
Het aantal klassementscrossen dat Iserbyt al won: 12x Wereldbeker, 14x Superprestige en 17x DVV Trofee. Zes keer werd hij eindwinnaar van een regelmatigheidsklassement, netjes verdeeld in 2x WB, 2x SP en 2x DVV. p>
103 p>
Zijn winst in de Wereldbekermanche in Hoogerheid was Iserbyts 103de crosszege uit zijn carrière. In elf seizoenen tijd nam hij aan 266 crossen deel, goed voor een winstpercentage van 38,7 procent. Niet slecht gedaan. p>
Veldrijden
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier